Specifieke bedrijfssituatie in KringloopWijzer
Hieronder is een overzicht te vinden van vragen en antwoorden die een bedrijfsspecifiek landbouwkundig karakter kennen. Het betreft specifieke vragen over het waarom en waar en waarom invullen van vee-, mest- en gewasinformatie.
1. Waar moet ik gestorven kalveren invoeren in de KringloopWijzer?
2. Kan ik neventakken zoals kippen, varkens en akkerbouw ook kwijt in de KringloopWijzer?
3. Er zijn vijf weide- en zoogkoeien in de categorie 120 afgevoerd, terwijl er geen dieren aanwezig zijn. Klopt dat?
4. Waar moet ik verkoop van maïs op stam of verkoop van een snede gras invoeren?
5. Waarom moet er in de KringloopWijzer het Ruw-as gehalte ingevuld worden en niet bij BEX?
6. Hoe vul ik eigen geteeld ruwvoer dat verkocht is op de juiste manier in?
7. Producten zoals uien en bloembollen kunnen niet ingevoerd worden in de KringloopWijzer. Hoe ga ik hiermee om?
8. Hoe kan ik het best compost als strooisel invoeren in de KringloopWijzer?
9. Ik oogst gras van mijn eigen land en laat daar grasbrok van maken. Dit voer ik weer aan het vee. Hoe verwerk ik dit in de KringloopWijzer?
Grasbrok van eigen land moet bij ‘aanleg kuilgras’ ingevoerd worden. Dit is immers een product dat van het eigen grasland komt en telt op deze manier mee met de opbrengst van het eigen land.
De huidige partijmetingen zijn onbetrouwbaar voor het vaststellen van de voeropname en excretie van de veestapel. Daarom wordt in de BEX uitgegaan van de VEM behoefte van de veestapel en wordt de ruwvoer opname berekend.Vanuit de fosfaatexcretie wordt de fosfaatopname berekend. Van deze fosfaatopname is bekend hoeveel naar het bedrijf wordt aangevoerd. De overige fosfaatopname komt dan van het eigen land en is dus de fosfaatproductie. Met de bekende P-gehalten in de gewassen kan dan de ds-opbrengst van het eigen land worden berekend.
Als verondersteld wordt dat de partij- en voorraadmetingen correct zijn kan er toch vanuit de excretie en voeropname een verschil ontstaan, omdat in de BEX berekening van de VEM behoefte wordt uitgegaan. Het verschil is dan de VEM die niet benut is voor de melkproductie.
10. Hoe vul ik eigen geteeld ruwvoer dat verkocht is op de juiste manier in?
11. Onder welke grond valt löss in de KringloopWijzer?
12. In het voorjaar zaai ik gras samen met erwten in. Na de oogst van de erwten in juli houd ik grasland over. Dat oogst ik dan nog tweemaal. Hoe ga ik hiermee om in de KringloopWijzer?
13. Hoe rekent de KringloopWijzer met beheersgrond? De tekst op het tabblad ‘bedrijf’ suggereert dat beheersland volledig wordt meegeteld bij het bedrijf en dat er een verdeling in fosfaatklassen bijhoort.
14. Voordat ik maïs zaai, oogst ik nog een snede gras van het betreffende perceel. Hoe verwerk ik dat in de KringloopWijzer?
15. Kan ik bonenmeel van tuinbonen het beste de code ‘overig’ of ‘veldbonen’ meegeven, of maakt dat niet uit? Hetzelfde geldt voor erwtenstro en koolzaadstro, is ‘overig’ beter dan één van de andere stro-soorten?
Bonenmeel van aangekochte tuinbonen kun je het beste als ‘veldbonen’ invoeren. Erwten- en koolzaadstro is het beste in te voeren als bonenstro. Mogelijk dat in de toekomst het systeem wordt uitgebreid met een uitgerbreidere lijst met producten.