Nieuws

Subsidie belangrijke inkomstenbron in Europa

Gepubliceerd op
17 april 2019

Het inkomen van de Nederlandse melkveehouder bestond in 2017 voor ruim 20 procent uit subsidies. Ten opzichte van andere specifieke zuivellanden in Europa is dit aandeel laag. Maandelijks wordt een vergelijking gemaakt tussen de Nederlandse melkveehouderij en een aantal andere exporterende zuivellanden landen via een specifiek kengetal. Deze keer ligt de focus op het deel van het bedrijfsinkomen dat afkomstig is van subsidies.

In 2017 ontving een typisch Nederlands melkveebedrijf ongeveer 2,50 euro per 100 kilogram melk aan subsidies. Dat ongeveer 20 procent van het bedrijfsinkomen. Vergelijk je dit percentage met andere belangrijke Europese zuivellanden dan is dit aandeel laag. Alleen de Ierse melkveehouder ontvangt ongeveer hetzelfde percentage. De melkveehouders in andere Europese zuivellanden ontvangen fors meer, veelal het dubbele.

Op een typisch Frans melkveebedrijf bestaat ongeveer 45% van het inkomen uit subsidie. Ook voor melkveehouders in Duitsland en Denemarken is subsidie een relevante inkomensbron. Veertig procent of van het bedrijfsinkomen bestond in 2017 in deze landen uit subsidie.

Weinig of geen subsidie buiten Europa

Buiten Europa krijgen alleen melkveehouders uit de Verenigde Staten een klein beetje subsidie. Deze bestaat uit minder 5% van het totale inkomen. Melkveehouders in Argentiniƫ, Australiƫ en Nieuw Zeeland moeten het zonder subsidie doen.

Het jaar 2017 was een jaar goed jaar met een goed melkprijs en relatief hoge inkomens. In jaren met een lage melkprijs is het aandeel subsidie in Europese landen in verhouding hoger dan nu in figuur 1 is weergeven. Bij erg lage inkomens kan het percentage stijgen tot boven de 100%. Daarmee zijn subsidies voor Europese melkveehouders een belangrijke bron om inkomen te verwerven.

Figuur 1: Subsidie als aandeel van totaal inkomen in belangrijke zuivellanden | Bron: IFCN 2018, (gegevens 2017)
Figuur 1: Subsidie als aandeel van totaal inkomen in belangrijke zuivellanden | Bron: IFCN 2018, (gegevens 2017)