Project

Koe bij het kalf op melkveebedrijven: gevolgen voor koe, kalf, veehouder en milieu

De interesse, zowel uit de maatschappij als uit de sector, voor koe-kalf-houderijsystemen neemt toe. In een koe-kalf-systeem worden kalveren voor een langere tijd samen met koeien gehuisvest. Managementstrategieën van koe-kalf-systemen variëren echter sterk, afhankelijk van de mate van contact met de moeder en het wel of niet toestaan van zogen. Uit eerder onderzoek bleek dat koeien en kalveren in een koe-kalf-systeem meer mogelijkheid hebben om natuurlijk gedrag te vertonen. De meest beschikbare kennis betreft de gevolgen voor gedrag en dierenwelzijn. De verwachting is dat koe-kalf-systemen invloed hebben op de stofwisseling, gezondheid en vruchtbaarheid van zowel koeien als kalveren, maar hier is nog weinig van bekend. Ook moeten lange termijn effecten van koe-kalf-systemen nog worden vastgesteld.

Tevens is onbekend wat het effect is van deze systemen op de bedrijfseconomie en het milieu. Deze kennis is nodig om veehouders te ondersteunen in hun beslissing voor het aanpassen van hun systeem. Het huidige project zal naast de dierwelzijnsaspecten een meer complete benadering hebben om koe-kalf-systemen te onderzoeken met daarin aandacht voor diergezondheid, economie en milieu als ook de grote variatie aan mogelijkheden voor de praktische toepassing.

Doel

Het doel van dit project is om de gevolgen van verschillende types koe-kalf-systemen voor productie, diergezondheid, economie en het milieu te bepalen. Veehouders kunnen hierdoor beter geïnformeerde beslissingen nemen voor de overgang naar deze systemen.

Poster presented at the 2023 Wageningen Annual Conference
Poster presented at the 2023 Wageningen Annual Conference

Methode

De looptijd van dit project is van 30 december 2022 tot 30 december 2026. De uitvoering van deze studie is een samenwerking tussen 4 Europese onderzoeksgroepen: Wageningen Universiteit (WUR) in Nederland, de Zweedse Landbouwuniversiteit (SLU) in Zweden, Aarhus Universiteit (AU) in Denemarken en het Thünen Institute of Organic Farming in Duitsland. Het project wordt hoofdzakelijk gefinancierd door het Wageningen Institute of Animal Sciences (WIAS), met cofinanciering van ZuivelNL.

De aanpak van deze studie bevat zowel een experimentele als observationele studie:

  1. De experimentele studie wordt uitgevoerd bij SLU en het Thünen Institute om de effecten van verschillende koe-kalf-systemen op melkopbrengst, melksamenstelling, stofwisseling, diergezondheid en vruchtbaarheid te bepalen. Experimentele groepen variëren o.a. in mate van contact tussen koe en kalf (aantal uren per dag) en moment van spenen. Op beide proefbedrijven worden kalveren ook volgens conventionele huisvesting gehouden welke dienen als controlegroep.
  2. In de observationele studie worden Nederlandse, Duitse, Deense en Zweedse melkveebedrijven (~30) betrokken welke al werken met een koe-kalf-systeem. Gegevens van deze bedrijven, en vooral de grote variatie in zowel opzet van het systeem als resultaat, wordt gebruikt in een modelstudie, als één van de eindproducten van dit project, om de economische en milieu-impact van koe-kalf-systemen te modelleren.