Nieuws
Meer melk uit eigen voer is mooie uitdaging
Koeien & Kansen deelnemer Coen Hagoort is één van de ondernemers die binnen het op zoek is naar de “sleutel” om het “eigen” voer zo optimaal mogelijk te benutten. Het samenspel tussen de diverse opbrengsten van gras en het optimaal benutten hiervan is een enorme uitdaging. Naast een goede mineralenbenutting bij vee en bodem zoekt hij ook naar minimale milieubelasting voor ammoniak en CO2. Dit alles met behoud van een financieel rendement.
In de afgelopen jaren is er volop aandacht besteed aan de productie van het grasland. Dit betekende dat er kritisch is gekeken naar de mate en de manier van beweiden. Verder is er gekeken naar het opslaan van het ruwvoer en het gebruiken ervan. Welke partij wordt ingezet en welk moment en aan welke dieren? Aan deze vraag is een kritische vraag vooraf gesteld, namelijk welke kwaliteit ruwvoer willen wij nu realiseren op dit bedrijf. Er wordt alleen gras geteeld dus dat is sterk bepalend voor het rantsoen. Ook het aanwenden van de meststoffen speelt hierbij belangrijke rol. Dat geldt ook voor de verdeling van mest over de verschillende percelen gedurende het jaar.
Wat je zelf hebt hoef je niet te kopen
Met de stelling: Alles wat je niet over de dam haalt, daar word je ook niet over afgerekend. Hierbij gaat het niet alleen over de hoeveelheden, maar ook over de inhoud. Dus naast massa ook over eiwit. Dus naast de aandacht op een hogere grasopbrengst per hectare is het gewenste eiwitgehalte in het gras zeker zo bepalend. Eiwit wat je zelf hebt, waarvan DVE een zeer belangrijke speler is, hoef je niet te kopen en bespaart op het milieu en ook op de kostprijs.
Door de jaren heen is de grasopbrengst gemiddeld op dit bedrijf toegenomen naar ruim 11.000 kg droge stof per hectare. Het aandeel mais en krachtvoer, in het jaarrantsoen, neemt in eenzelfde trend af naar van 54 naar 43%.
Echter dit komt niet alleen door een hogere grasopbrengst per hectare, maar meer door een hogere "grasbenutting" per hectare. Beter beweiden en het voer bewuster opslaan en goed bewaren dragen hier aan bij.
Slimmer voeren
"Wanneer je in staat bent om voldoende eiwit van eigen land te oogsten, waarom zou je dan nog eiwit aankopen'', is de mening van Coen Hagoort. Het gras is eiwitrijk, echter de energiewaarde zou liefst nog hoger mogen zijn. Het voer wat aangevoerd wordt bevat dus twee hoofdelementen, namelijk veel VEM (energie) en weinig eiwit.
Op jaarbasis wordt er 27 kilogram brok per 100 kg melk gevoerd. Deze brok bevat gemiddeld 985 VEM per kilogram en 129 gram ruw eiwit.
Dubbelslag
Door de mest optimaal te benutten, dus goed verdunnen met water, wordt er meer stikstof omgezet naar voereiwit. Dit levert direct al een besparing op in zowel kunstmest als voerprijs.
Door voer te kopen met minder eiwit, realiseer je vervolgens een lagere stikstofuitstoot per bedrijf of per ton melk. In combinatie met kunstmest is dit ook een interessante basis om de uitstoot aan CO2 te beperken.
"Kijken we terug, dan is de eiwitbenutting van eigen bedrijf de afgelopen drie jaar gestegen van 55% naar 75%. Eiwit oogsten is stap één; er melk van maken is dan een belangrijke tweede stap'', meent Hagoort.
Vervolgens zijn de voerkosten de afgelopen jaren met ruim 20% gedaald door voer te winnen wat beter bij behoefte aansluit en een product te kopen wat minder eiwit bevat en dus lager in kostprijs zit.
melk van eigen voer (ton meetmelk per ha) | voerkosten (€ /100 kg melk) | Grasopbrengst (ton/ds/ha) | ton/melk/ha | % eiwit eigen voer | |
2015 | 3,966 | 10,7 | 9,8 | 21,65 | 55 |
2016 | 5,394 | 9,6 | 10,28 | 19,85 | 64 |
2017 | 5,818 | 9,2 | 11,08 | 19,67 | 74 |