
Nieuws
Afdekmiddelen bij zodenbemesting: zin of onzin?
Hoe kunnen we de emissie van ammoniak tijdens bemesting verminderen? Eén van de mogelijke oplossingen: afdekmiddelen. Maar werken ze echt? Bemest op z’n Best onderzoekt de effectiviteit van afdekmiddelen bij zodenbemesting en de rol die ze spelen in het beperken van ammoniakemissie.
Welke afdekmiddelen zijn er en hoe werken ze?
We gebruiken afdekmiddelen om de uitstoot van ammoniak (NH3) te verminderen door de mestsleuf af te dekken. Daar zijn verschillende methoden en stoffen voor, die in te delen zijn in vijf categorieën:
- Water: Een eenvoudige, fysische barrière die de NH4-concentratie in de toplaag vermindert.
- Coatings: Stroperige vloeistoffen of filmvormende substanties die de toplaag afsluiten.
- Verdund Zuur: Dit verlaagt de pH van de toplaag en vermindert zo de ammoniakemissie.
- Fysisorptie: Het gebruik van absorberende stoffen zoals kleimineralen of krijt die ammonium binden.
- Chemisorptie: Het chemisch binden van ammonium in de mest, wat de emissie verder reduceert.
Laboratoriumonderzoek naar effectiviteit afdekmiddelen
Om te bepalen welke middelen effectief zijn, testen we veel verschillende stoffen in laboratoriumomstandigheden. Denk aan water, spuiloog, zwavelzuur, azijnzuur, citroenzuur, melkzuur, zoutoplossing (in de vorm van magnesiumchloride), protamylasse (een stroperige vloeistof), betacal, zeoliet en krijtsuspensie. Dit gebeurt met een fluxkamer-meting, waarbij een hoeveelheid drijfmest – vergelijkbaar met een dosering van 25 m3 per ha – in sleufjes in een bak met grond is aangebracht. De ammoniak die uit de mest vrijkomt, wordt gedurende tien dagen afgevangen en gemeten. De stoffen die voldoende perspectief bieden en in de praktijk toepasbaar zijn, zoals verdund zwavelzuur, azijnzuur, magnesiumchloride en krijtsuspensie, zijn geselecteerd voor verder onderzoek in het veld.
Veldproeven: werkt het in de praktijk?
De stoffen die goed presteren in het lab, testen we vervolgens in veldproeven. Hiervoor gebruiken we een prototype zodenbemester van Slootsmid, die in één werkgang zowel mest als afdekmiddel aanbrengt in een proefveld. Ammoniakmetingen voeren we uit met behulp van ammoniaksensors in het midden van het veld en aan de windzijde. Daarbij meten we ook de windsnelheid en temperatuur om een nauwkeurige emissiebepaling te maken.
Deze veldproeven zijn nog in volle gang, maar het doel is duidelijk: een reductie van minimaal 25% in ammoniakemissie, idealiter zelfs meer. Bij de proeven werken we voortdurend aan het optimaliseren van de dosering van afdekmiddelen. Meer middel is vaak effectiever, maar verhoogt ook de kosten of geeft ongewenste neveneffecten.
Uitdagingen en aandachtspunten
Hoewel afdekmiddelen veelbelovend zijn, zijn er enkele uitdagingen die de resultaten beïnvloeden. De variatie in weersomstandigheden, grondsoorten en seizoenen maakt het moeilijk om consistente metingen te krijgen. Daarom zijn uitgebreide metingen nodig om een betrouwbaar beeld van de effectiviteit te krijgen.
De afweging tussen effectiviteit en kosten blijft ook een belangrijke factor. Te veel afdekmiddel kan de kosten opdrijven, maar met te weinig middel wordt de gewenste emissiereductie niet behaald. Het vinden van de juiste balans is essentieel.
Wat brengt de toekomst?
De onderzoeken naar afdekmiddelen lopen nog dit jaar door, maar de eerste resultaten zijn veelbelovend. De komende tijd volgen we de voortgang van deze veldproeven. Meer gedetailleerde resultaten delen we via deze website.