Nieuws

Extra kunstmestkali in mais zelden nodig

Gepubliceerd op
23 april 2020

Sinds voorjaar 2019 is een nieuw bemestingsadvies voor kali in snijmais beschikbaar. Voor opbrengsten van 16 of 20 ton droge stof per hectare is 160 of 200 kg kali per hectare nodig. Kali uit een dierlijke mestgift van 30-35 m3 per hectare is meestal voldoende. Als in de grondanalyse het kengetal voor kali hoger is dan 60, volstaat een lagere kaligift. Onderscheid tussen rijenbemesting of volveldse bemesting met (kunst)mestkali is niet nodig; beide werken even goed.

Het eerste kalibemestingsadvies voor mais is meer dan 40 jaar geleden ontwikkeld en was deels gebaseerd op aardappel- en korrelmaisproeven. Het is daarna nauwelijks meer gewijzigd. Andere grondonderzoeksmethoden en maisrassen met een veel hogere productie waren redenen om het advies te herzien. Ook de vraag of een aanvullende gift met kali-kunstmest nodig was vanwege een dalende dierlijke mestgift speelde mee.

Proeven met mais

In opdracht van ZuivelNL zijn daarom tussen 2015 en 2017 twee typen bemestingsproeven uitgevoerd. Op drie locaties zijn detailproeven (met veel K-trappen) uitgevoerd om vast te stellen hoe mais reageert op kalibemesting. Ook is het effect onderzocht van plaatsing van kali in de maisrij. Daarnaast zijn op twintig praktijkbedrijven op twee percelen gedurende twee jaar kleine proeven uitgevoerd om het effect van de bodemtoestand op de kalibehoefte van mais te onderzoeken. De proeven en de resultaten zijn vastgelegd in een rapport.

Leren van proeven

Uit de proeven blijkt dat kali, zelfs bij lage kalitoestanden, slechts een klein effect heeft op de opbrengst. Giften van 40 tot 80 kilo kali per ha zijn voldoende voor een maximale opbrengst. Er was geen effect van kaliplaatsing in de rij met (kunst)mest op de opbrengst. Wel nam de kali-onttrekking door het gewas toe en was bij hogere bodemtoestanden de kali-onttrekking veel hoger.

Het kritisch K-gehalte is ongeveer 10 gram K2O per kilogram drogestof, ofwel 10 kilogram K2O per ton droge stof. De stikstofbemesting had geen invloed op de optimale kali-gift.

Effect in de bodem

Het effect van kali in de bodem op de gewasopname is goed te beschrijven met de parameter K-CaCl2. De bodemparameter kleihumus complex (CEC) is een maat is voor de adsorptie / buffering. Het meenemen van deze parameter had voor het kali-advies geen meerwaarde.

Het advies

Het vernieuwde kali-advies is dus lager dan het eerdere bemestingsadvies. Op basis van de resultaten uit de proeven heeft de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV) een advies opgesteld met de kenmerken:

  • Een kali-advies voor mais voor alle grondsoorten;
  • Tot een K-CaCl2 van 60 mg K/ kg grond bemesten op onttrekking

    • 160 kg bij 16 ton ds/ha;
    • 200 kg bij 20 ton ds/ha;
  • Boven een K-CaCl2 van 60 mg K/kg grond kan er gekort worden.

Kijk in tabel 3-4 voor waardering van de pH-KCI en in tabel 3-10 voor advies op het gebied kalibemesting in kg K2O per ha.

Voor meer informatie: Lees hier het volledige rapport: Naar een nieuw kalibemestingsadvies voor snijmais.