Nieuws

CBGV bemestingsadvies ook voor voederbieten

Gepubliceerd op
5 april 2018

De teelt van voederbieten staat de laatste jaren meer in de belangstelling. Het areaal is gegroeid naar 1540 ha in 2017 na een dieptepunt van ongeveer 270 hectare tussen 2011-2014. Ter vergelijking, in 1947 bereikte de teelt een top met 67.000 hectare. Voederbieten kunnen fungeren als derde gewas om te voldoen aan de GLB-eisen, en ze leveren een hoge voedingswaarde.

De teelt en bemesting van voederbieten is vergelijkbaar met die van suikerbieten. Dit artikel bevat een kort overzicht van de bemestingsadviezen voor voederbieten. In de Adviesbasis Bemesting van de Commissie Bemesting en Groenvoedergewassen (CBGV) vindt u meer informatie in hoofdstuk 5: Voederbieten.

Bekalking

Bieten groeien het beste bij een relatief hoge pH van 6 of hoger. Dit is hoger dan bijvoorbeeld in gras en mais waar de optimale pH tussen 5 en 5.5 ligt. Als kalk nodig is, is het advies dit vlak voor de teelt toe te dienen.

Stikstof

Het bemestingsadvies voor voederbieten is 190-1.7* Nmin (0-60 cm) bij lage mestgift (10 m3/ha/jaar) en  215-1.7* Nmin (0-60 cm) bij een hoge mestgift (50 m3/ha/jaar). Bij tussenliggende mestgiften kan een passende waarde tussen 190 en 215 gekozen worden. De stikstofgebruiksnorm in 2018 is 165 kg/ha op klei, veen en zandgronden in Noord, Centraal en West Nederland. Voor löss en zandgronden in Zuid Nederland is dit 132 kg/ha

Fosfaat
Fosfaatbemesting is vooral afhankelijk van de fosfaattoestand van de grond. De fosfaatonttrekking van voederbieten is ca. 80 kg P2O5/ha. Aanvoer van deze hoeveelheid is nodig voor evenwichtsbemesting. Bij lage fosfaattoestanden (Pw lager dan 25-30) wordt geadviseerd meer te geven dan de onttrekking. In tabel 5-2 van de Adviesbasis staan de fosfaatgiften vermeld die nodig zijn om de economisch optimale opbrengst te bereiken.

Kali

Kalibemesting is vooral afhankelijk van de kalitoestand van de grond. De kalionttrekking van voederbieten is ca. 400 kg K2O/ha. Aanvoer van deze hoeveelheid is dan nodig voor evenwichtsbemesting. Het is vrijwel nooit nodig om meer te bemesten dan de onttrekking.

Natrium

Voederbieten hebben een bemesting nodig van 200 kg Na2O/ha. Hiervoor kan het beste een niet chloorhoudende meststof worden gebruikt.

Magnesium

Op zand, dalgrond en löss kan bij lage toestand van de grond een magnesiumbemesting nodig zijn. De hoogte van de gift is afhankelijk van de dikte van de bouwvoor en de dichtheid van de grond. Het advies is gelijk aan het magnesiumadvies voor mais.

Koper

Het advies voor koper is gelijk voor alle grondsoorten. Bij een waardering van de kopertoestand van de grond van vrij laag of laag wordt geadviseerd 2.5 of 6 kg Cu/ha te bemesten. Deze bemesting is voldoende voor een periode van 4 jaar.

Borium

Ook het advies voor borium is gelijk voor grondsoorten, behalve kleigronden met meer dan 5% organische stof. Afhankelijk van de waardering van de boriumtoestand van de grond wordt geadviseerd 200-400 g B/ha te geven. Borium wordt deels al met dierlijke mest aangevoerd.

Foto van KTC De Marke