Nieuws

Resultaten rassenvergelijking sorghum in 2018

Gepubliceerd op
2 mei 2019

Veredelaars zetten elk jaar stappen om geschikte sorghumrassen te ontwikkelen voor Nederland. Een belangrijk aspect binnen lopend onderzoek is het zoeken naar rassen die onder het Nederlandse klimaat, opbrengst combineren met een redelijk zetmeelgehalte en verteringscoëfficiënt. In 2018 zijn op vier locaties verschillende sorghumrassen getest die beschikbaar zijn of binnenkort beschikbaar komen voor de Nederlandse/Vlaamse markt.

Sorghum is in beeld als derde ruwvoergewas op een melkveebedrijf. De teelt van sorghum kan de rotatie met maïs verruimen en nadelen van continu maïsteelt mogelijk voorkomen. De droogtetolerantie en ziekteresistentie van sorghum bieden perspectief maar het gewas is nog niet uitontwikkeld.

Vier rassenproeven

Binnen het gewas sorghum bestaan verschillende soorten waaronder graansoorten (Sorghum bicolor) en grassoorten (Sorghum sudanese). Over het algemeen worden de rassen of hybriden van het type Sorghum bicolor gebruikt voor zetmeelproductie en de hybrides van het type Sorghum sudanese voor structuurrijk voer. Op vier locaties zijn er sorghumrassen getest, zowel van het graantype als van het structuurtype. Alle proeven zijn in minimaal 3 herhalingen uitgevoerd. Als referentiegewas is er in elke proef mais geteeld (zie Tabel 1).

Tabel 1: Overzicht van de verschillende sorghumproeven

Locatie Grond-soort Mais-rassen Sorghum-rassen N-niveau Beregenen Instituut
Bassevelde zand 2 13 130 kg N nee ILVO (B.)
Woudenberg zand 1 5 70 kg N nee WUR
Erp zand 1 8 140 kg N ja Louis Bolk
Wijnandsrade klei 1 5 110 kg N nee WUR

Verschil in opbrengst

De opbrengst verschilde sterk per proeflocatie. Zo liep de maisopbrengst van 8 ton ds per hectare in Vlaanderen tot 20 ton ds op de lössgrond van Wijnandsrade.  Dit kwam deels door de droge zomer van 2018 die een groot effect had, vooral in Bassevelde. Ook zagen we een groot verschil in grondsoort. De lössgrond in Wijnandsrade gaf een betere mais- en sorghumopbrengst dan de zandgronden waar de andere proeven plaatsvonden. Door de verschillen per proefveld was er een grote spreiding in opbrengst per hectare (zie Figuur 1). De opbrengst is mede daardoor tussen mais en de sorghum zetmeeltypes niet significant verschillend en ligt rond de 12 ton ds per hectare. De opbrengst van het sorghum structuurtype ras Suzy was hoger met een opbrengst van 16 ton ds per hectare. Dit was niet significant verschillend van mais maar wel significant hoger dan de opbrengst van de sorghum zetmeeltypen.

Figuur 1: Opbrengst van mais en verschillende sorghumrassen. Geel is mais, donkerblauw zijn de zetmeeltypen, lichtblauw is een structuurtype. *Rassen in testfase
Figuur 1: Opbrengst van mais en verschillende sorghumrassen. Geel is mais, donkerblauw zijn de zetmeeltypen, lichtblauw is een structuurtype. *Rassen in testfase

Voederwaarde

Qua zetmeelgehalte sprong het sorghumras C7 van het zetmeeltype er duidelijk bovenuit, deze had het hoogste gehalte van alle geteste rassen. De overige rassen bleven achter bij de C7 en de mais (zie Figuur 2). Er waren grote verschillen in verteerbaarheid tussen de twee sorghumtypen. De zetmeeltypen hadden een duidelijk betere verteerbaarheid dan het structuurtype (zie Figuur 3). Het structuurtype had een hogere biomassa maar in verhouding minder zetmeel en lagere verteerbaarheid.

Figuur 2: Zetmeelgehalte van mais en de verschillende sorghumrassen Geel is mais, donkerblauw zijn de zetmeeltypen, lichtblauw is het structuurtype.*Rassen in testfase.
Figuur 2: Zetmeelgehalte van mais en de verschillende sorghumrassen Geel is mais, donkerblauw zijn de zetmeeltypen, lichtblauw is het structuurtype.*Rassen in testfase.

Figuur 3: Verteerbaarheid (VCOS met Tilley en Terry) van mais en sorghumrassen. Geel is mais, donkerblauw zijn de zetmeeltypen, lichtblauw is een structuurtype *Rassen in testfase.
Figuur 3: Verteerbaarheid (VCOS met Tilley en Terry) van mais en sorghumrassen. Geel is mais, donkerblauw zijn de zetmeeltypen, lichtblauw is een structuurtype *Rassen in testfase.

Conclusies

  • Er was veel variatie in de opbrengst, het zetmeelgehalte en de VCOS van de sorghumrassen. Ook waren er verschillen tussen proeflocaties en grondsoorten. Daarnaast speelde de droogte op het Vlaamse proefveld in Bassevelde parten in de opbrengst die flink lager was dan op de andere locaties;
  • Het structuurtype van het ras Suzy gaf de hoogste opbrengst in droge stof per hectare (vergelijkbaar of hoger dan mais) en biedt perspectief voor structuurrijk ruwvoer;
  • Het graantype C7 had een vergelijkbaar zetmeelgehalte dan mais en biedt perspectief voor zetmeelrijk ruwvoer;
  • Sorghumrassen voor de Nederlandse markt zijn volop in ontwikkeling en scoorden in 2018 op zandgrond op de meeste aspecten vergelijkbaar met mais.

Lees meer over de rassenvergelijking van sorghum op 4 proeflocaties in het artikel Test sorghumrassen op vier proeflocaties (V-focus, april 2019). Meer onderzoek in het rapport Sorghum als aanvullend ruwvoergewas: Proeven met bemesting en rassen in Nederland en Vlaanderen.