Nieuws
Nieuw kali-bemestingsadvies voor snijmaïs onderweg
Het huidige kali-bemestingsadvies voor snijmaïs is al enige decennia oud en is aan herziening toe. Er zijn tegenwoordig betere methoden van bodemanalyse beschikbaar, de huidige maïsrassen produceren veel meer dan vroeger en bovendien is het huidige bemestingsadvies gebaseerd op proeven met korrelmaïs. In 2018 worden recent uitgevoerde veldproeven tot een nieuw kali-bemestingsadvies verwerkt. Uit de eerste resultaten blijkt dat het kali-bemestingsadvies voor snijmaïs omlaag kan.
In 2015, 2016 en 2017 zijn op een groot aantal locaties veldproeven met snijmaïs uitgevoerd waarbij kali volvelds en in de rij werd toegepast. Zodra de resultaten zijn verwerkt komt er een nieuw kali-bemestingsadvies. Aanleiding voor het onderzoek was een literatuuronderzoek van Wageningen Livestock Research en NMI waarvan de resultaten zijn vastgelegd in het rapport Doeltreffend kali-bemestingsadvies voor snijmais.
Twee typen veldproeven
Om te onderzoeken welke kalibemesting voor snijmais optimaal is, worden in het bemestingsonderzoek oplopende hoeveelheden kali gegeven. Zo is te zien bij welke kaligift de droge stofopbrengst nog stijgt. Ook is het belangrijk om te onderzoeken hoe de levering van de bodem het effect van de bemesting beïnvloedt. Om dat uit te zoeken zijn er twee typen veldproeven uitgevoerd: detailproeven, om de reactie van een maïsgewas op kalibemesting vast te stellen, en mini-proeven, om het effect van de levering van de bodem te kwantificeren.
Detailproeven
In 2015 t/m 2017 zijn er twee detailproeven op zandgronden en één op kleigrond uitgevoerd. In deze detailproeven zijn de opbrengsten bij verschillende hoeveelheden kali via rijenbemesting en volveldse bemesting vergeleken, zowel met kunstmest als met drijfmest. Hiermee wordt bepaald wat de optimale kalibemesting is en hoe effectief rijenbemesting is ten opzichte van volveldse bemesting.
Mini-proeven
In de mini-proeven zijn kleine proeven aangelegd op verschillende grondsoorten op 20 praktijk-bedrijven met elk twee percelen die verschillen in kali-levering voor de plant. In deze mini-proeven is de gewasreactie op kali vergeleken, met en zonder volveldse toediening van drijfmest bij verschillende kali-toestanden in de bodem. Het plan was om beide typen proeven twee jaar achtereen uit te voeren. In 2015 zijn de proeven naar wens verlopen, maar in 2016 zijn er twee detailproeven door een zeer grote hoeveelheid neerslag mislukt. In 2017 zijn die proeven alsnog uitgevoerd.
Resultaten over drie jaar
De resultaten over de drie jaar laten een redelijk consistent beeld zien:
- Er is duidelijk effect van kalibemesting op kaligehalte en daarmee op de kali-onttrekking door snijmaïs.
- Het effect van kalibemesting op droge stofopbrengst is beperkt onder de huidige Nederlandse omstandigheden.
- Volveldse kalibemesting lijkt net zo effectief te zijn als rijenbemesting.
- Van de gemeten bodemparameters zijn plant-beschikbaar kalium (K-PAE) en magnesium (Mg-PAE) belangrijke indicatoren voor kaligehalte en kali-opbrengst.
- Het kritisch K-gehalte, dat is het gehalte waarboven de gewasgroei niet is geremd door kaligebrek, lijkt onder de 10 gram per kg droge stof te liggen.
De resultaten geven het beeld dat een lager kali-bemestingsadvies mogelijk is. De resultaten worden in 2018 verwerkt tot een nieuw kali-bemestingsadvies. Dat advies zal worden opgenomen in de ‘Bemestingsadviesbasis’ op www.bemestingsadvies.nl.