Project

Verlenging levensduur melkvee

Eén van de doelen van het project Duurzame Zuivelketen (DZK) is het verlengen van de gemiddelde levensduur van melkvee. DZK is een initiatief van LTO en NZO en is erop gericht om de Nederlandse zuivelsector wereldwijd koploper te maken op het gebied van duurzaamheid. Het verlengen van de levensduur van melkvee is ook één van de ambities zoals de Vakgroep Melkveehouderij van LTO Nederland die heeft aangegeven in haar Visie Melkveehouderij uit 2011.

Vanuit het perspectief van de veehouder gezien is verlenging van de levensduur economisch aantrekkelijk. Oudere koeien leiden tot lagere opfokkosten en hogere melkproducties. Maar minstens zo belangrijk: voor melkveehouders staat het streven naar oudere koeien gelijk aan het streven naar meer probleemloze koeien. Koeien met gezondheidsproblemen hebben veel aandacht en dus tijd nodig en verstoren de dagelijkse werkroutine. Naast dit perspectief van de veehouder is er ook het maatschappelijk perspectief. Uit oogpunt van dierenwelzijn hecht de maatschappij sterk aan koeien die lang en gezond leven. Die maatschappelijke wens en het steven van de melkveehouder gaan hier dus hand in hand: een koe moet gezond oud worden.

Twee fasen

Fase 1: opstellen routekaart verlenging levensduur

In de eerste fase van het project die heeft gelopen van september 2012 tot en met juni 2013 is gewerkt aan het opstellen van een routekaart levensduur. Deze routekaart is een voorstel voor een sectoraal plan van aanpak voor het verlengen van de levensduur van Nederlands melkvee. Dit plan heeft de vorm van een advies aan de Duurzame Zuivelketen over de wijze waarop de levensduur van de Nederlandse melkkoeien verlengd kan worden in de periode vanaf 2013 tot en met 2020.

Fase 1 is afgerond met twee rapporten die in september 2013 zijn uitgebracht.

Fase 2: werken aan bedrijfsgerichte aanpak en kengetallen

In het voorjaar van 2013 heeft DZK besloten om twee voorstellen uit de routekaart in 2013 uit te gaan werken:

  1. Het verbeteren van bestaande kengetallenoverzichten zodat ze bruikbaarder zijn voor het gericht sturen op en monitoren van gezondheid, welzijn en levensduur.
  2. Het ontwikkelen van een methodiek op basis van het Plan-Do-Check-Act-principe (PDCA) waarmee melkveehouders efficiënt en meer gestructureerd kunnen werken aan het verbeteren van gezondheid, welzijn en levensduur.

Beide voorstellen worden uitgewerkt door een werkgroep. De eerste werkgroep wordt begeleid door Wageningen UR Livestock Research en de tweede door LTO.

Twee werkgroepen

In de werkgroep Kengetallengebruik en –ontwikkeling zijn organisaties betrokken die kengetallen en kengetallenoverzichten voor melkveehouders en hun adviseurs maken: CRV, PIR-DAP/dierenartsen, ontwerpers van managementsystemen voor melkveehouders en volgsystemen van voerleveranciers en melkveehouders. De coördinatie en begeleiding van de groep gebeurt door een onderzoeker/procesbegeleider vanuit Wageningen UR Livestock Research. Deze groep gaat eerst inventariseren welke kengetallenoverzichten er zijn en ontwikkelt dan voorstellen voor aanpassingen. Die voorstellen zijn het eindresultaat. De daadwerkelijke aanpassing is de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke dienstverleners. Uitgangspunt bij de start is wel dat uitsluitend dienstverleners meedoen die in principe bereid zijn om de einduitkomsten van de werkgroep te implementeren binnen de eigen software.

De werkgroep die zich richt op het ontwikkelen van de bedrijfsgerichte PDCA-aanpak bestaat uit twee dierenartsen, een bedrijfsadviseur vanuit de mengvoerleveranciers en een melkveehouder. Binnen deze werkgroep wordt eerst een overzicht gemaakt van de bestaande bedrijfsaanpakken voor de thema’s levensduur, gezondheid en welzijn. Vervolgens ontwikkelt ze een standaardaanpak die bruikbaar is voor individueel bedrijfsadvies en één voor toepassing binnen studiegroepen.

Het eindresultaat van fase twee zijn voorstellen voor aangepaste kengetallenoverzichten en de werkwijzen voor een PDCA-aanpak.

Nieuws

Producten