Project

Pendelende regenwormen voor waterbenutting in grasland

Sinds het verbod op graslandvernieuwing in het najaar is de periode hiervan opgeschoven naar het voorjaar.

Mede door enkele droge voorjaren gaf dit slechte resultaten. Veehouders op zandgrond kiezen daarom toenemend voor een tussenteelt van één of twee jaar maïs, met herinzaai van gras na de maïsteelt in het najaar.

pendelenderegenwormen.jpg

De milieumaatregel: verbod op scheuren in het najaar, is goed bedoeld, maar roept met de toenemende praktijk van tussentijdse maïsteelt een nieuw probleem op:
Uit recent onderzoek in langdurige vruchtwisseling gras – mais, blijkt dat bij de omzetting van grasland naar maïs de aantallen regenwormen sterk afnemen. Bovendien herstelt na de maïsteelt een belangrijke regenwormsoort ´de pendelaar´ zich niet goed (Lumbricus terresteris en Aporrectodea longa). Deze soort is uniek in zijn functie in de bodem. Deze pendelaars leven in verticale gangen tot wel drie meter diep en leveren met deze gangen een belangrijke ecosysteemdienst: waterinfiltratie (waardoor géén afspoeling) maar ook ontsluiting van diepere bodemlagen voor wortels waardoor het beschikbare water en nutriënten beter door het gewas benut kunnen worden.
Gezien de veranderende klimaatomstandigheden (hevigere periode van regenval maar ook langere periodes van droogte) zijn dit net diensten van de natuur –samen te vatten als waterregulatie- die we als landbouw in de nabije toekomst nodig hebben.

Doel van het project is om, binnen de beperking (verbod op grasland scheuren in het najaar), te werken aan het behoud van de pendelaar regenworm (functionele bodembiodiversiteit) en daarmee aan water- en mineralenbenutting. Hiervoor wordt een inventarisatie gemaakt van het huidige pendelaarsbestand in Midden-Brabant en wordt het effect van de verschillende herinzaai praktijken op het pendelaarsbestand verder onderzocht. Het project levert een maatregelenpakket op voor behoud en stimulering van pendelaars.

Nieuws

Producten