Nieuws

Nieuwe dilemma’s binnen mestproblematiek anno 2014

Gepubliceerd op
28 april 2014

Heb je een fosfaatoverschot in 2014, dan moet een deel van de mest verwerkt worden. Dit kan via een Vervangend Verwerking Overeenkomst (VVO) geregeld worden, maar dat moet wel vooraf gecontracteerd worden. K & K veehouder Baltus vindt de hoeveelheid lastig in te schatten. Vervolgens sijpelen berichten over een verbod op fosfaatkunstmest door. ‘Een nieuw dilemma voor de mensen die bewust in de kringloop werken’, geeft Baltus aan.

Vanaf dit jaar is elke melkveehouder verplicht te kijken naar de hoeveelheid fosfaat die er geproduceerd wordt en hoeveel hiervan geplaatst kan worden op het land dat in gebruik is. Voor het deel waar geen ruimte voor is dient de veehouder een contract te hebben, in de vorm van een Vervangende Verwerking Overeenkomst (VVO). Hiermee verlegt u de verwerkingsplicht naar het bedrijf waarmee u de overeenkomst afsluit. U kunt er ook voor kiezen de mest te laten verwerken.

Fosfaatoverschot lastig te voorspellen

Er zijn in een jaar nogal wat variabelen die meetellen voor het overschot van fosfaat. Hierbij speelt onder andere het aantal melkkoeien en het aantal getrokken vaarskalveren mee. Ofwel de gemiddelde veestapel die aanwezig is op het bedrijf. Ook de melkproductie fluctueert door weersomstandigheden of wordt beïnvloed door de melkprijs. Toen moeten ondernemers aan het begin van het jaar inschatten wat het mogelijk overschot aan fosfaat is. En vervolgens een plan met een contract maken en of het eventueel laten verwerken. Dit is voor velen een moeilijke opgave doordat het lastig in te schatten is. De bemestingsruimte is al zo krap, dus je wilt niet teveel mest wegsturen, die later toch wel geplaatst had kunnen worden, inclusief alle mineralen in deze mest.

Praktijk pakt soms anders uit

Wanneer de BEP geaccepteerd wordt (dus de mogelijkheid om meer fosfaat te plaatsen als de onttrekking van fosfaat via het gewas aan de bodem aantoonbaar hoger is dan de gebruiksnorm), zullen we uit moeten gaan van een driejarig gemiddelde. Om zo een eerlijk beeld te krijgen van het bedrijf. “Dat is ook begrijpelijk. Maar op welke manier krijg je voor de hoeveelheid te verwerken mest een eerlijk beeld?”, vraagt Baltus zich af.  “Niet wanneer je gebruik maakt van een BEX die nog niet afgesloten is. Deze kan door onder andere het voorjaarsgras, dat nog niet geoogst is, heel anders uitvallen dan de prognose die je eventueel in februari van dit jaar gemaakt hebt”, geeft Baltus aan. 

Gerealiseerde BEX geeft meer zekerheid

“Veel beter is om te rekenen met de BEX van afgelopen jaar. Deze is afgesloten, dus de cijfers zijn bekend en er hoeft niets meer recht gerekend te worden aan het eind van het jaar met mestvoorraden. Daarnaast, de mest geproduceerd onder deze BEX, wordt benut om de eerste snede van het jaar mee te bemesten, de grootste hoeveelheid gras dat ingekuild wordt op de meeste bedrijven. Dus er is al een overlap van het ene naar het andere jaar”, beredeneert adviseur Retra.

“Om deze nieuwe regelgeving beter geaccepteerd te laten worden is het gebruik van de BEX van afgelopen jaar in onze ogen een betere optie dan de BEX van dit jaar. Zo weet iedereen waar die aan toe is”, is de conclusie van Retra.

Misschien geen fosfaatkunstmest meer mogelijk

Ondertussen doet zich een nieuw dilemma voor. Het bericht sijpelt door dat fosfaatkunstmest op derogatiebedrijven verboden wordt. “Nog weer minder sturingsmogelijkheden als dit door zou gaan”, redeneert Baltus. “Ik wil graag op evenwicht bemesten met fosfaat. Dus net zoveel aanvullen als mijn gewas onttrekt aan de bodem. Het liefst doe ik dat natuurlijk met dierlijke mest'', zegt Baltus. Maar als dat niet lukt, vanwege de derogatiegrens voor stikstof, moet het maar met kunstmest. Als kunstmest nu ook uit den boze wordt, zijn de mogelijkheden wel erg beperkt om  de volledige onttrekking van fosfaat aan  te vullen. Fosfaatrijk krachtvoer komt zo in beeld, maar dat lijkt me ook niet wenselijk”, merkt  Baltus op.