Nieuws

Koeien & Kansen-ondernemers realiseren lager N- en P excretie

Gepubliceerd op
28 april 2020

De Koeien & Kansen-bedrijven kenden in 2019 ten opzichte van 2018 gemiddeld een lagere bedrijfsspecifieke excretie van stikstof en fosfaat. De fosfaatexcretie lag gemiddeld 23% lager dan de forfaitaire normen. Voor de bedrijfsspecifieke stikstofexcretie lag dat gemiddeld 1% lager dan de forfaitaire norm. De bedrijfsspecifieke berekening in de KringloopWijzer berekende dat de ondernemers gemiddeld 110 ton minder mest hoefden af te voeren. In 2018 leverde het een besparing op van ruim 75 ton.

Betere prestaties in 2019

Met de KringloopWijzer kunnen melkveebedrijven aantonen of ze in werkelijkheid minder stikstof en fosfaat produceren dan de wettelijke forfaitaire excretienormen. Figuur 1 laat zien of de productie van stikstof in werkelijkheid, berekend door KringloopWijzer, lager was in 2019 dan bij de forfaitaire benadering voor de Koeien & Kansen-bedrijven. Uit figuur 1 blijkt dat de stikstofexcretie op de bedrijven in 2017 ongeveer 5% lager was dan de forfaitaire norm. In 2018 was de excretie gemiddeld gelijk aan het forfait. In 2019 was de stikstofexcretie gemiddeld 1% lager dan het forfait, net iets lager dan in 2018. In 2019 hebben 11 Koeien & Kansen-bedrijven in werkelijkheid een lagere stikstofexcretie dan de forfaitaire normen. Bedrijf 6 heeft met 12% een veel lagere excretie dan het forfait. Voor 5 bedrijven was de forfaitaire excretieberekening lager dan de werkelijke excretie, berekend door de KringloopWijzer. Bedrijf 11 had van deze bedrijven met 8% hogere bedrijfspecifieke stikstofexcretie ten opzichte van het forfait het grootste verschil.

Figuur 1: Procentueel verschil bedrijfsspecifieke stikstofexcretie ten opzichte van forfaitaire stikstofexcretie voor Koeien & Kansen-bedrijven (lagere bedrijfsspecifieke excretie uitgedrukt als positieve waarde)
Figuur 1: Procentueel verschil bedrijfsspecifieke stikstofexcretie ten opzichte van forfaitaire stikstofexcretie voor Koeien & Kansen-bedrijven (lagere bedrijfsspecifieke excretie uitgedrukt als positieve waarde)

Lagere bedrijfsspecifieke stikstofexcretie

Dat meer bedrijven in 2019 een lagere stikstofexcretie hebben dan het forfait komt door de lagere bedrijfsspecifieke excretie. Deze was in 2019 gemiddeld 141 kg N/koe inclusief jongvee. In 2018 was deze nog 144 kg N/koe inclusief jongvee. In 2019 ging de veestapel efficiënter met stikstof om dan het jaar ervoor. Het RE-gehalte in het rantsoen is in 2019 met 3 g RE/kg ds afgenomen. Dit komt vooral doordat het RE-gehalte van vers gras in 2019 lager fors lager was dan in 2018 (15 g RE/kg ds vers gras minder). Het RE-gehalte van graskuil en krachtvoer daalde ook met ongeveer 5 g RE/kg ds. Ook is iets meer maïs en iets minder graskuil gevoerd.

Omdat de melkproductie in 2019 met 75 kg/koe is gedaald, nam de bedrijfsspecifieke excretie per 1000 kg melk iets minder af dan de excretie per koe. De excretie wordt namelijk over minder kilogrammen melk verdeeld. De excretie van stikstof per 1000 kg melk daalde van 15,7 kg N in 2018 naar 15,4 kg N in 2019. Een daling van 3%.

Excretie van fosfaat nog verder omlaag

Figuur 2: Procentueel verschil bedrijfsspecifieke fosfaatexcretie ten opzichte van forfaitaire fosfaatexcretie voor Koeien & Kansen-bedrijven (lagere bedrijfsspecifieke excretie uitgedrukt als positieve waarde)
Figuur 2: Procentueel verschil bedrijfsspecifieke fosfaatexcretie ten opzichte van forfaitaire fosfaatexcretie voor Koeien & Kansen-bedrijven (lagere bedrijfsspecifieke excretie uitgedrukt als positieve waarde)

Figuur 2 laat zien dat het verschil van de werkelijke fosfaatexcretie met de forfaitaire fosfaatexcretie in 2019 nog groter is geworden. Was de productie van fosfaat, berekend met de KringloopWijzer, in 2017 en 2018 nog respectievelijk 16% en 18% lager dan de forfaitaire excretie. In 2019 is het gemiddelde verschil op de Koeien & Kansen-bedrijven verder opgelopen naar 23%. Alle Koeien & Kansen-bedrijven hebben in 2019 voor het eerst een lagere fosfaatexcretie dan de forfaitaire normen. De bedrijven 3, 5, 16 en De Marke realiseren zelfs een verschil van meer dan 30% ten opzichte van de forfaitaire norm.

Minder mest afvoeren

Doordat op de meeste bedrijven de bedrijfsspecifieke excretie van stikstof en fosfaat lager is dan de forfaitaire normen, kunnen ze besparen op de afvoer van mest. Figuur 3 laat zien dat de mestafvoer van een gemiddeld Koeien & Kansen-bedrijf in 2019 ongeveer 1260 ton was bij toepassen van de forfaitaire normen. Bij de werkelijke excretie, berekend door de KringloopWijzer, was dit ongeveer 1150 ton. Rekenen met de werkelijke excretie bespaart gemiddeld dus ongeveer 110 ton mestafvoer bij een mestsamenstelling van 4 kg N en 1,5 kg P2O5 per ton mest. Omdat het het verschil met de forfaitaire norm voor stikstof in 2019 in veel gevallen groter was dan in 2018, is de gemiddelde besparing op mestafvoer bij toepassen van de KringloopWijzer ook hoger dan in 2018. Toen was het nog 75 ton.

Twaalf Koeien & Kansen-bedrijven hoeven in 2019 minder mest af te voeren dan bij de forfaitaire benadering omdat de werkelijke excretie van stikstof en fosfaat lager is dan het forfait. Bedrijf 1 en bedrijf 6 besparen elk meer dan 500 ton mestafvoer wanneer de KringloopWijzer wordt gebruikt om de excretie te berekenen.

Drie Koeien & Kansen-bedrijven moeten bij toepassen van de Kringloopwijzer meer mest afvoeren dan bij gebruik van forfaitaire normen omdat de werkelijke stikstofexcretie hoger is dan de forfaitaire stikstofexcretie. Op de meeste bedrijven is het verschil niet zo groot. Alleen het biologische bedrijf 11 moet ruim 500 ton meer mest afvoeren wanneer het de KringloopWijzer gebruikt bij het berekenen van de excretie.

Figuur 3: Verplichte mestafvoer op Koeien & Kansen-bedrijven in 2019 bij toepassen forfaitaire productienormen en bij bedrijfsspecifieke berekening excretie met KringloopWijzer (weergave in tonnen mest bij een standaardgehalte van 4 kg N per ton en 1.5 kg P2O5 per ton).
Figuur 3: Verplichte mestafvoer op Koeien & Kansen-bedrijven in 2019 bij toepassen forfaitaire productienormen en bij bedrijfsspecifieke berekening excretie met KringloopWijzer (weergave in tonnen mest bij een standaardgehalte van 4 kg N per ton en 1.5 kg P2O5 per ton).

Stikstof bij alle bedrijven beperkend

Omdat de Koeien & Kansen-bedrijven een steeds groter verschil van fosfaatexcretie met het forfait halen en er gemiddeld maar een klein beetje minder stikstofexcretie dan het forfait is, bepaalt fosfaat in 2019 op geen enkel bedrijf de hoeveelheid mestafvoer. Stikstof is op alle bedrijven bepalend voor de hoeveelheid mestafvoer. Daarom zal nog minder fosfaatexcretie, bij ongewijzigde stikstof- en fosfaatgebruiksnormen, op deze bedrijven niet leiden tot minder mestafvoer. Vooral een betere stikstofbenutting bij het vee en daardoor een verdere verlaging van de bedrijfsspecifieke stikstofexcretie zal tot minder mestafvoer leiden. Dit geldt alleen bij ongewijzigde gebruiksnormen. Overigens, bij flexibele gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat, zoals bij de BEP en BES pilot, blijft focus op zowel stikstof als fosfaatexcretie lonend.