Nieuws

Grote verschillen in celgetal

Gepubliceerd op
13 maart 2019

Nederlandse melkveehouders kennen een gemiddeld celgetal van 178.000 cellen per ml. Dat is vergelijkbaar met de Duitse melkveehouder. Maandelijks wordt een vergelijking gemaakt tussen de Nederlandse melkveehouderij en een aantal andere exporterende zuivellanden landen via een specifiek kengetal. Deze keer ligt de focus op het celgetal, dat een indicator is van de uiergezondheid.

Het celgetal van een herkenbaar Nederlands melkveebedrijf komt in 2017 uit op 178.000 cellen per ml. Deze waarde ligt op ongeveer hetzelfde niveau als in Duitsland, Denemarken en de Verenigde Staten. Dit blijkt uit figuur 1. Binnen Europa heeft het typische Franse melkveebedrijf dat gelegen is in centraal Frankrijk het hoogste celgetal van 250.000 cellen per ml. Het Ierse melkveebedrijf met veel beweiding heeft veruit het laagste celgetal met 75.000 cellen per ml melk. Dit is minder dan de helft van het celgetal op een gemiddeld Nederlands melkveebedrijf.

Buiten Europa is het celgetal van de Verenigde Staten vergelijkbaar met dat van melkveebedrijven in belangrijke Europese zuivellanden. Opvallend in figuur 1 is dat het celgetal van andere melkveebedrijven buiten Europa beduidend hoger is dan in Europa. Herkenbare melkveebedrijven in Nieuw-Zeeland en Australiƫ realiseren een celgetal van ongeveer 365.000 cellen per ml melk. Het Argentijnse melkveebedrijf heeft het hoogste celgetal. Met 465.000 cellen per ml melk is dit ruim 2,5 keer zo hoog als in Nederland.

Figuur 1: Celgetal op herkenbare melkveebedrijven in belangrijke zuivellanden | Bron: IFCN 2018, (gegevens 2017)
Figuur 1: Celgetal op herkenbare melkveebedrijven in belangrijke zuivellanden | Bron: IFCN 2018, (gegevens 2017)