Nieuws

Goed vakmanschap noodzakelijk bij zowel vruchtwisseling als continuteelt

Gepubliceerd op
10 februari 2020

Of je nu kiest voor vruchtwisseling van gras en mais of voor continuteelt: Goed vakmanschap is de basis voor het optimale telen van mais en gras. Hierover waren alle sprekers het tijdens de themamiddag van de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV) in Nijkerk het eens. Het draait niet om goed of fout, maar het is belangrijke een keuze te maken en deze optimaal uit te voeren.

Er zijn verschillende redenen om voor vruchtwisseling te kiezen. Bijvoorbeeld als je grond erg droogtegevoelig is, je veel last van ziekten en plagen hebt, te maken hebt met en krappe voerpositie of als je een samenwerking met een akkerbouwer in de buurt hebt. Ook zijn er tal van redenen om juist te kiezen voor continuteelt. Bijvoorbeeld als je percelen op afstand liggen, je veel natte percelen hebt en bewust kiest voor het behoud van zoveel mogelijk organische stof. Verder kan ook de voorkeur voor een eenvoudig management de keuze bepalen om niet voor vruchtwisseling te kiezen. Meer over de afwegingen voor continuteelt of vruchtwisseling zijn hier te lezen.

Continuteelt mais

Ook bij continuteelt mais is eigenlijk geen sprake meer van continuteelt. Slecht vijf maanden van het jaar staat mais op het land. De andere zeven maanden wordt een vanggewas geteeld. Dat vanggewas moet voor de winter al zijn werk doen. Beter zou zijn om niet alleen een vanggewas te telen, maar dit gewas ook echt als een groenbemester te verbouwen. Dat is een investering voor de lange termijn. Voor voldoende aanvoer van organisch stof moet de groenbemester flink ontwikkeld zijn. Om de mais optimaal de stikstof te laten benutten, moet het vanggewas tijdig en goed gemengd ingewerkt zijn. Voor een duurzame continuteelt mais is ook nodig dat er scherp wordt bemest, 80% van het advies, en dat mest netjes wordt geïnjecteerd, liefst dicht bij de plant.

Uitspoeling beperken bij vruchtwisseling

Je verlaagt de risico’s op uitspoeling bij vruchtwisseling het beste door de leeftijd van het grasland dat gescheurd wordt te beperken. Houdt maximaal een leeftijd van 3 of 4 jaar aan. Langjariger grasland bouwt zoveel stikstofvoorraad op dat bijvoorbeeld mais daar niet goed mee uit de voeten kan en de extra stikstof uitspoelt. Pas een minimaal bemesting toe na het scheuren van gras. Gebruik geen dierlijke mest, geef een beperkte startgift in de rij van ongeveer 20 kg N en gebruik de bespaarde N-bemesting op het bouwland voor het land met net ingezaaid gras. Als laatste is de gewaskeuzen nog van invloed. Kies met voorkeur een gewas dat veel stikstof kan opnemen, zoals mais en een vanggewas, of een gewas als voederbieten.

Mix is optimaal

Voor een optimaal behoud en gebruik van de bodem is de aanbeveling voor een bouwplan op een melkveebedrijf met derogatie (met 80% grasland en 20% bouwland) een mix van continuteelt (blijvend grasland) en vruchtwisseling gras en mais:

  • 60% blijvend/oud grasland
  • 20% grasklaver in vruchtwisseling
  • 20% snijmais in vruchtwisseling

Ervaringen uit de praktijk

Patrick Hoefmans uit Alphen is een fan van vruchtwisseling. Op zijn percelen, die liggen op droge zandgronden, moet hij regelmatig zijn grasland vernieuwen. Op dit moment zoekt hij nog in duurzaamheidsconcepten wat het optimale aandeel blijvend grasland moet zijn. Jan Reinder Smeenge uit het Drentse Zeegse kiest bewust voor continuteelt. Hij heeft als uitdaging om voldoende organische stof aan te voeren op zijn percelen, die vooral liggen op hoge esgronden. Hij eindigde met de vraag: Hoe combineer je Niet Kerende Grondbewerking met een groenbemester die je zonder gebruik van glyfosaat goed kunt onderwerken? Op deze vraag had de zaal nog geen goed antwoord.

Presentaties

  1. Vruchtwisseling Maïs en Gras - Wat zijn de beleidsontwikkelingen? Claude van Dongen (LTO)
  2. Vruchtwisseling Maïs en Gras - landbouwkundig bekeken. Wim Bussink (NMI)
  3. Duurzame continuteelt mais - Nog steeds een optie, maar welk vakmanschap is nodig. Herman van Schooten (WUR)
  4. Stikstofdynamiek bij Mais en Gras in vruchtwisseling - Hoe bemesting afstemmen op opbouw en afbraak stikstof in de bodem? Wim van Dijk (WUR)
  5. Vruchtwisseling mais en gras op bedrijfsniveau - Optimale verhouding van blijvend grasland, tijdelijk grasland en bouwland. Nick van Eekeren (LBI)
  6. Praktijkvoorbeeld vruchtwisseling mais en gras. Patrick Hoefmans te Alphen
  7. Praktijkvoorbeeld continuteelt mais en gras. Jan Reinder Smeenge te Zeegse