Nieuws

Coronaproof MINI FarmWalks in Oost en West Nederland

Gepubliceerd op
21 juni 2021

Het voorjaar is een belangrijk moment bij het streven naar meer en een betere benutting van eiwit van eigen land. Bepaal wat de groeiomstandigheden zijn en kijk wat er in de bodem gebeurt en hoe het gras daarop reageert. Dit waren belangrijke onderwerpen tijdens de FarmWalk op de deelnemende bedrijven aan het project Home Made Eiwit.

Een actiepunt voor veel ondernemers is dit jaar meer gras direct benutten als weidegras. Daarnaast stond optimalisatie van de bemesting en het oogstmoment van de eerste snede centraal om het eiwit nog beter te benutten.

Voorjaarsplannen

Boeren beoordelen samen met Bert Philipsen het grasperceel in Oost Nederland
Boeren beoordelen samen met Bert Philipsen het grasperceel in Oost Nederland

Bijna alle deelnemende bedrijven hebben in een verbeterplan de beweiding geoptimaliseerd, om daarmee te sturen op een hoger aandeel eiwit van eigen land. De bedrijven die Nieuw Nederlands Weiden toepassen starten veelal met een groter weideplatform en starten vroeger met beweiden dan gebruikelijk en streven hierdoor een hogere opname na. Ondanks de tegenvallende groei in het koude voorjaar zijn dit belangrijke sturingsinstrumenten geweest voor veel ondernemers.

Tijdens de FarmWalks is veel gesproken over direct het eiwit in de bijvoeding te verlagen als de koeien naar buiten gaan. De opname en smakelijkheid van het weidegras waren erg goed.

Daarnaast stond op alle bedrijven een uitgebalanceerde bemesting centraal. In Oost-Nederland betekende dat vaak (met 4-6 kg ds mais in rantsoen) het streven naar van een RE-totaal van 180-190 in de voorjaarskuil. Een voldoende droge kuil bij 3,5 tot 4 ton droge stof als maaimoment.  

Voor de bedrijven in West-Nederland betekent dat vaak nastreven van een RE-totaal van 150-160 als er alleen gras aanwezig is. In combinatie met een lagere bemesting was vooral het streven iets later te oogsten.

Ronde door het land

Grasperceel in West Nederland, waarop de koeien al vroeg buiten liepen.
Grasperceel in West Nederland, waarop de koeien al vroeg buiten liepen.

Tijdens een Corona-proof MINI-FarmWalk werden eerste ervaringen gedeeld. De meeste ondernemers zijn gestart met beweiden tussen eind maart en begin april . Sommige deelnemers moesten de koeien weer naar binnen doen vanwege de sneeuw of (te) weinig gras groei. Over de gehele linie gesproken was de smakelijkheid van het weidegras erg goed, vanwege het hoge suikergehalte in het gras. Op veel bedrijven ging het stapje extra in de beweiding makkelijker dan men in eerste instantie dacht. De deelnemers hebben vooral veel ervaringen uitgewisseld over hoe ze makkelijker, maar vooral hoe ze beter hun koppel kunnen beweiden. Hierbij kwam kuddegedrag (met en zonder robot) veel aan de orde. Het is belangrijk te werken vanuit een systeem, met een vaste structuur, maar daarnaast moet je als ondernemer wel flexibel kunnen inspelen op de omstandigheden. Het koude voorjaar met tegenvallende groei testte ook gelijk het aanpassingsvermogen van de groep. Voor de een betekende dit meer bijvoeren op stal en voor de ander het toevoegen van maaipercelen aan het beweidingsplatform. De grootste uitdaging is om op tijd te schakelen, ook wanneer de omstandigheden weer anders zijn en de groei in het gras (exponentieel) toeneemt. Dit probleem speelde vooral in west Nederland.

Tijdens de walk was er aandacht voor het schatten van de opbrengst, scoren van de bodemkwaliteit en het beoordelen van de grasbestanden. Daarnaast werden ook de uitslagen van vers grasmonsters besproken.