Project
Verminderen gebruik en emissie van antiparasitica en azoolgebaseerde fungiciden binnen een circulair agrifoodsysteem
De ambities van het EU Zero Pollution Action Plan zijn 50% reductie van contaminanten, gewasbeschermings- en diergeneesmiddelen, in 2030, en zodanige reductie van schadelijke stoffen in 2050, dat er geen meetbaar schadelijk effect meer is op het ecosysteem. Het doel van dit project is bij te dragen aan de reductie van schadelijke effecten op mens en ecosysteem als gevolg van emissie van azoolgebaseerde fungiciden en antiparasitica in akkerbouw en veehouderij.
De Europese Commissie heeft in oktober 2021 een herziening van het Europese voedselsysteem goedgekeurd zoals uitgewerkt in Zero Pollution Action Plan (ZPAP) en From Farm to Fork (F2F) strategie. Er zijn bindende afspraken voor reductie in verkoop/gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en diergeneesmiddelen om de emissie van chemische pesticiden, antimicrobiele stoffen en hormoonontregelende stoffen naar water, lucht en bodem zodanig te reduceer dat er geen schadelijk effect is op gezondheid van mens en ecosysteem. ZPAP heeft ook consequenties voor de limieten van deze stoffen in water, zoals zal worden voorgeschreven door updates van de Europese Kaderrichtlijn Water.
Voor de grootste groep diergeneesmiddelen, antibiotica, is al een forse reductie gerealiseerd, maar voor twee andere stofgroepen, azoolgebaseerde fungiciden (AZ) en antiparasitica (AP), is nog geen reductie-inspanning geleverd, maar zijn er wel zorgen over schadelijke effecten op de biodiversiteit.
In dit project richten we ons op AZ en AP die worden gebruikt voor plantaardige en dierlijke productie. Recent onderzoek laat negatieve effecten zien op bodem- en waterleven, mogelijk bij
zeer lage concentraties. We onderzoeken het gedrag en daaraan verbonden risico’s van deze stoffen in een circulair agrifoodsysteem en ontwikkelen tools om emissie naar het natuurlijke ecosysteem te verminderen. Dit doen we door: 1) Inzicht te creëren in het voorkomen van AZ en AP in het huidige, deels circulaire agrofoodsysteem en watersysteem; 2) Het gedrag (afbraak en ophoping) te bepalen van AZ en AP in een circulair agrifoodsysteem en lekkage naar oppervlakte en grondwater; 3) Inzicht te krijgen in het effect van deze stoffen in relevante reservoirs (water, bodem, plant) en mogelijke effecten op ecosysteemfuncties (bijv. biodiversiteit en drinkwater); 4) Scenario’s te ontwikkelen voor de circulaire en economisch gezonde melkveehouderij en 5) Tools te ontwikkelen die veehouders en telers helpen het gebruik van AZ en AP te verlagen, en/of te stimuleren minder schadelijke middelen te gebruiken.