
Nieuws
Grashoogte heeft grote invloed op het resultaat van doorzaaien
Een iets kortere maaihoogte vóór het eggen en doorzaaien blijkt grote invloed te hebben op het succes van grasland doorzaaien . Onderzoek van Wageningen Livestock Research in de PPS 'Weerbare ruwvoerteelt op een vitale bodem' toont aan dat enkele centimeters korter maaien het aantal nieuwe planten kan verdubbelen. Na de tweede doorzaaibeurt werd bovendien een opbrengststijging van 8% in het volgende jaar vastgesteld.
Schade aan grasland en herstel
Droogte in de zomer leidt vaak tot uitval van grasplanten en de vestiging van ongewenste soorten. Hierdoor neemt de botanische kwaliteit, opbrengst en voederwaarde van het gras af. Ingrijpen door ploegen en herinzaaien herstelt dit, maar gaat gepaard met verlies van bodemvruchtbaarheid en verstoring van het bodemleven. Om deze negatieve effecten te vermijden, wordt gezocht naar alternatieve strategieën. Het bestrijden van ongewenste soorten gevolgd door het doorzaaien met gewenste grassen biedt hiervoor mogelijk perspectief.
Effect van voorbehandelingen
De manier waarop grasland wordt voorbereid, blijkt cruciaal voor het succes van doorzaaien. Eggen bestrijdt ongewenste soorten en creëert ruimte voor kiemplanten, waardoor al een duidelijk positief effect zichtbaar is.
De grootste verschillen werden echter bereikt door vooraf eerst korter te maaien (figuur)
- In het eerste jaar verdubbelde maaien op 3 cm (ten opzichte van 8 cm) het aantal kiemplanten, al bleef opbrengstverhoging uit, mogelijk door te zware aantasting van de zode.
- In het tweede jaar verdubbelde maaien op 4 cm (ten opzichte van 6 cm) opnieuw het aantal kiemplanten, en steeg de opbrengst in het daaropvolgende jaar met 8% (1,1 ton DS ha⁻¹).
Optimale maaihoogte in onderzoek
De resultaten maken duidelijk dat kleine verschillen in maaihoogte grote gevolgen hebben voor het doorzaairesultaat. In een vervolgonderzoek wordt daarom vastgesteld bij welke maaihoogte het maximale aantal kiemplanten wordt bereikt. Daarnaast worden aanvullende maatregelen onderzocht, zoals verzwaring van graszaad en plaatselijk afschrapen van de bestaande zode. Het uiteindelijke doel is om productiegrasland duurzaam in stand te houden zonder ploegen, door ongewenste soorten te onderdrukken en doorzaai routinematig toe te passen.