
Impact story
Een verbeterde toolbox voor het meten van biodiversiteit
Normaal gesproken is het meten van biodiversiteit gespecialiseerd en tijdrovend werk. Daarom hebben WUR-onderzoekers nieuwe manieren om biodiversiteit te meten vergeleken en onderzocht. Ze ontdekten dat methoden zoals, het vangen van DNA dat in de lucht zweeft, en het gebruik van geluidsmeetkasten efficiënter kunnen werken dan eerder gebruikte methoden. Betere data over biodiversiteit kan wetenschappers, boeren en beleidsmakers helpen de juiste maatregelen te nemen waardoor de biodiversiteit toeneemt.
Het verlies aan biodiversiteit wordt tegenwoordig tegengegaan door verschillende initiatieven. Oplossingen zoals groene daken in steden of bloemenstroken om meer insecten aan te trekken zijn op veel plaatsen te vinden. Bovendien investeert het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur bijvoorbeeld fors in natuur inclusieve voedselsystemen zoals voedselbossen. Om de effectiviteit van deze initiatieven te waarborgen, onderzoeken de WUR-onderzoekers in hoeverre deze nieuwe vormen van landbouw en natuurbescherming daadwerkelijk bijdragen aan het vergroten van de biodiversiteit. Hiervoor zijn betrouwbare manieren nodig om biodiversiteit te meten.
Geluidsmeetkasten, Dronefotografie
Voorheen werd dit gedaan door vogelaars met een verrekijker, veel aparte sensoren en handmatige veldmetingen, of wetenschappers die insecten vangen en identificeren in het laboratorium. Dat is tijdrovend werk. Daarom experimenteren de WUR-onderzoekers met nieuwe monitoringmethoden. De onderzoekers gebruikten bijvoorbeeld wildcamera's en volgden de geluiden van vogels en vleermuizen met kastjes die in bomen hingen. Via automatische beeld- en geluidsherkenning wordt een lijst gegenereerd die de waargenomen soorten weergeeft. Deze technologieën maken het mogelijk om snel en efficiënt informatie te verzamelen over de aanwezigheid en identiteit van verschillende dieren of planten in een bepaald gebied.
De onderzoekers onderzochten ook het gebruik van dronefotografie in plaats van veel afzonderlijke sensoren. In het Ketelbroekbos, het oudste voedselbos van Nederland, wordt deze methode getest om te zien of dezelfde lichtsignalen die gewoonlijk worden gebruikt om te zien hoe gezond de planten zijn, ook kunnen worden gebruikt om soorten te herkennen. Bovendien kunnen met dronefotografie gegevens worden verzameld over abiotische factoren, vegetatiestructuur en microklimaat. Dit geeft inzicht in de geschiktheid van de omstandigheden voor bepaalde soorten. Tot slot kunnen dronegegevens ook worden gebruikt om 3D-modellen te maken waar informatie uit kan komen over bijvoorbeeld koolstofopslag.
DNA vangen in de lucht
Een andere, heel nieuwe methode is de analyse van DNA dat in de lucht zweeft. Deze techniek werd een paar jaar geleden voor het eerst getest in de dierentuin van Kopenhagen met opvallend secure resultaten. De WUR-onderzoekers vonden de methode ook zeer nauwkeurig in hun onderzoek in Ketelbroek. De methode observeerde bijna alle soorten die door een vogelaar en geluidsmonitoring gezamenlijk werden gevonden, plus nog een groot aantal extra. De onderzoekers verwachten dat deze techniek de komende jaren een grote vlucht zal nemen.
Ze werken momenteel aan het maken van een beslissingssleutel om alle afwegingen van verschillende meetinstrumenten voor biodiversiteit naast elkaar te leggen. Het zal onder andere gaan over detectiekans, kosten, resolutie (detectie op soort- of familieniveau), bruikbaarheid en andere factoren. Dit kan boeren, wetenschappers en anderen helpen om het juiste instrument te kiezen. Uiteindelijk zal dit helpen bepalen welke maatregelen het beste werken om de biodiversiteit te vergroten.