Nieuws

Dairy Campus vergelijkt vrijloopstal met ligboxenstal

Gepubliceerd op
5 maart 2019

In de milieustal op Dairy Campus is in februari een vervolgproef van start gegaan waarin een kunststof weidevloer, een strostal en ligboxenstal met elkaar worden vergeleken. In dit onderzoek staan koegedrag, hygiëne en uiergezondheid centraal. Ook worden er binnen deze proef ammoniakmetingen gedaan en de emissies van broeikasgassen bij de verschillende systemen gemeten.

Deze proef maakt onderdeel uit van drie onderzoeksprojecten: het EU project Freewalk, het Innovatiefonds project ‘Vrijloopstal met kunststofvloer’ mede gefinancierd door ZuivelNL en consortium ID Agro en Klimaatenvelop van het ministerie van LNV. In het internationale project Freewalk wordt huisvesting onderzocht op 42 bedrijven in 7 landen, waarin aandacht is voor ligbed/ligruimte, loopvloer, dierenwelzijn, diergezondheid, mestkwaliteit, N-verlies, productkwaliteit en hoe kijken burgers aan tegen verschillende huisvestingssystemen. In de provincie Noord-Holland worden voor Freewalk gedragswaarnemingen gedaan in een vrijloopstal met houtsnippers, een kunststof weidevloer en ligboxenstal.

Voor Freewalk is de proef op Dairy Campus gericht op het vergelijken van kunststof weidevloer met strostal en ligboxenstal qua gedrag. Deze vergelijking sluit prima aan bij de doelstelling van het Innovatiefonds project ‘Vrijloopstal met kunststofvloer’, waarin de kunststof weidevloer wordt vergeleken met ligboxenstal qua gedrag, hygiëne en ammoniakemissie. Voor de klimaatenvelop van LNV is het belangrijk inzicht te krijgen in de methaanemissie van verschillende huisvestingsystemen, waaronder vloeren in een ligboxenstal maar ook van de strostal en kunststof weidevloer.

Proefopzet

De proef vindt plaats in de milieustal, waarin de dieren op drie verschillende type vloeren worden gehouden. Elke 8 weken vindt er een wisseling plaats van de koeien naar de verschillende staltypen, vrijloopstal met kunststofvloer, een vrijloopstal met stro of een referentiestal met ligboxen. De mestrobot is gedurende het onderzoek afgesteld op een vaste reinigingsfrequentie. De koeien zijn uitgerust met verschillende sensoren om activiteiten te meten. Daarnaast zullen regelmatig video-opnames gemaakt worden om het (lig)gedrag van de koe in beeld te brengen. Gedurende een heel jaar worden 6 keer de emissies van ammoniak en broeikasgassen gemeten. Elke meting is een gemiddelde van de emissies van dinsdag tot en met vrijdag. De proef loopt tot het einde van het jaar.