Nieuws

Baltus anticipeert binnen zijn bedrijf op gevolgen van mestbeleid 2025/2026

Gepubliceerd op
21 februari 2025

De afbouw van de plaatsingsruimte van dierlijke- en kunstmest in Nederland heeft grote gevolgen voor zowel de landbouwsector als het milieu. Door de aanscherping van deze regeling moeten melkveehouders hun bemestingsplan fors aanpassen. Deze veranderingen hebben niet alleen invloed op de mestplaatsing en het gebruik van kunstmest, maar hebben ook impact op de veestapel en de financiën van veel agrarische bedrijven.

Voor Koeien & Kansen-deelnemer Rijk Baltus betekent dit dat de balans in de kringloop wordt verstoord. Het generieke beleid heeft specifiek in de Wieringermeerpolder een negatieve impact. Dit gebied, waar Baltus bovengemiddeld veel ruwvoer kan telen, wordt geconfronteerd met een generieke bemestingsnorm van Nederland. De veehouder verwacht hierdoor lagere opbrengsten en extra kosten voor aankoop van (kracht)voer en kunstmest. Om deze kosten, naar schatting €60.000,- per jaar, te dragen, is het voor Rijk geen optie om de veestapel te verkleinen of de melkproductie te verlagen.

Noodzakelijke koerswijziging

Door de aanpassing van het mestbeleid zijn meer externe bronnen nodig om dezelfde output te kunnen genereren. Dat druist in tegen de koers van het bedrijf. De kwaliteit en kwantiteit van zowel bodem als gewas nemen af. Hoewel de ammoniakuitstoot door het minder uitrijden van mest lager wordt, rijst de vraag of dit niet ten koste gaat van het grotere plaatje. De broeikasgasemissie neemt toe en de lokale kringloop wordt minder gesloten. Onderstaande figuur laat met de pijlen zien wat er verandert. De ‘stijging’ is steeds met een groene pijl geïllustreerd, terwijl een daling via een rode pijl wordt getoond. Enige positieve punten hierbij zijn de daling van het stikstofbodemoverschot en de daling van de ammoniakemissie.


Baltus.JPG


Baltus ziet de gewasopbrengsten van het afgelopen jaar (2024) al lager uitkomen. Met een droge stofopbrengst van 16.579 kg droge stof per hectare ligt deze opbrengst onder het niveau van voorgaande jaren. Het driejarige gemiddelde (2021-2022-2023) was 19.275 kg droge stofopbrengst per hectare grasland met een stikstofopbrengst van 437 kg per hectare. In 2024 komt deze uit op 362 kg, een daling van 75 kg stikstof per hectare. Het aanvullen van de nutriënten en mineralen wordt komende jaren een aandachtspunt om in balans te blijven.

Onderstaande tabel laat zien hoeveel meststoffen in 2023 nog gebruikt kon worden en wat in 2025 gebruikt mag worden. Zie ook de rode getallen die lagere hoeveelheden nutriënten voor gewasproductie tonen. Dit zal leiden tot minder gewasproductie, meer aankoop van voer en kunstmest, minder circulariteit en meer broeikasgasemissie. En, toegegeven, het risico op ammoniakemissie wordt hierdoor wel kleiner.

Capture.JPG

Balans zoeken

De komende jaren wordt het een uitdaging om de balans te vinden, zowel technisch, economisch als op het gebied van duurzaamheid. Dit weerhoudt de familie Baltus echter niet deze uitdaging aan gaan. Dit betekent vooruitkijken, plannen, anticiperen zoals zij dat al jaren doen.