Project

Stikstofvangen na snijmaïs

Op zand- en lössgrond is het verplicht om na de teelt van snijmaïs een vanggewas te telen.

Deze maatregel is ingesteld om de uitspoeling van stikstof gedurende de wintermaanden te beperken. Vanggewassen kunnen waardplanten zijn voor verschillende soorten aaltjes. Dit betekent dat aaltjessoorten zich sterk kunnen vermeerderen tijdens de teelt van het vanggewas. Hierdoor kan schade ontstaan in de volgteelt van snijmaïs of akkerbouwgewassen.

In dit project wordt op een noordoostelijke en een zuidoostelijke zandgrond van meerdere vanggewassen het effect op de vastgelegde hoeveelheid stikstof en de aaltjespopulatie gemeten. Als vanggewassen worden in dit project Japanse haver (2 rassen), bladkool (2 rassen), winterrogge en Engels raaigras onderzocht. Bij de Japanse haver wordt inzaai in het najaar na de oogst vergeleken met onderzaai in de snijmaïs eind mei.

Het project geeft inzicht in het stikstofvangend vermogen van vanggewassen na de teelt van snijmaïs, gekoppeld aan verschillende zaaitijdstippen en inzicht in het effect van vanggewassen op een aantal aaltjessoorten. De resultaten worden gepubliceerd in een rapport en een vakbladartikel.

Uitvoerende instellingen

DLV Plant B.V. marktgroep onderzoek en BLGG AgroXpertus

Financier

Productschap Zuivel

Nieuws

Producten

  • (Nog) geen producten

Projectleider   

Gert Veldhorst (DLV Plant BV)

tel: 06-51369955