Nieuws

Meer opbrengst of hoger zetmeel na rijenbemesting in maïs

Gepubliceerd op
3 oktober 2013

Het praktijknetwerk 'Rijenbemesting met drijfmest in maïs' presenteert samen mett loonwerkers en andere betrokken partijen de resultaten bij de teelt van maïs op vier bijeenkomsten in het land. Met een gelijke hoeveelheid mest geeft rijenbemesting een hogere opbrengst of een hoger zetmeelgehalte, zo luidt de ervaring. Echter nog weinig loonwerkers beschikken over de juiste apparatuur.

Op de eerste bijeenkomst op 4 september vertelde Louis Claessen van loonbedrijf Volkerink uit Heino over de door hem toegepaste werkwijze bij de toepassing van rijenbemesting met maïs. Hij heeft inmiddels meerdere jaren ervaring met de toepassing. Voor de uitvoering wordt eenmalig het veld ingemeten met een quad, zodat vervolgens de bemesting met GPS met zo min mogelijk bewegingen op het veld uitgevoerd wordt. Voor de controle op het werk plaatst hij na het bemesten een aantal kleine piket paaltjes op de plaats van de stroken waar bemest is, om te zien of de GPS goed werkt.

Bij de bespreking en discussie is ingegaan op de mogelijkheid om de bemesting zoveel mogelijk uit te voeren met (bewerkte) dierlijke mest of andere meststoffen uit de sector (bv. spuiloog).

Haaksbergen

De tweede bijeenkomst  vond plaats op vrijdag 13 september. Samen met loonbedrijf Te Riet uit Haaksbergen is op een demoveld  uitleg gegeven bij de werking van de machines en hun ervaringen. Op het perceel, waar nu voor het 4e jaar rijenbemesting wordt toegepast zonder grondbewerking is het resultaat met de gebruikte machines toegelicht. Speciaal is ingegaan op de uitvoering van de gewasbescherming en de te verwachten opbrengsten. In de discussie wordt aangegeven om met dezelfde hoeveelheid drijfmest een hogere opbrengst te halen, door een betere benutting. Wat verder opviel is de discussie over de geschiktheid van de grond voor niet kerende grondbewerking en rijenbemesting.

De Wijk

Op de derde dag in De Wijk is een demoveld aangelegd met verschillende bemestingsniveau’s en rijenbemesting  Dit perceel is bemest en gezaaid door loonwerker Koonstra uit Balkbrug. Het verschil in opbrengst tussen de bemestingsniveau’s is duidelijk te zien. De deelnemers zien de voordelen van rijenbemesting en de capaciteit die op deze wijze te realiseren is. Zij geven ook aan dat loonwerkers in hun omgeving niet over deze apparatuur beschikken.

Kamperveen

Op 25 september is de laatste middag gehouden in Kamperveen bij Loonwerker Ten Hove. Ook hier is een demoveld aangelegd en heeft Ten Hove een toelichting gegeven bij zijn ervaringen. Dit loonbedrijf werkt met 2 bemesters voor rijenbemesting in maïs, waarvan 1 ook de mogelijkheid heeft voor aanvoer met sleepslang. Ook is op deze middag ingegaan op het gebruik van spuiloog, een product dat ontstaat bij luchtwassers en stikstof en zwavel bevat. Dit kan goed gebruikt worden bij rijenbemesting in maïs.

In de discussie ging het over de te verwachten (meer)opbrengsten bij rijenbemesting. Uit onderzoek op proefvelden van PPO  blijkt een 10% hoger opbrengst bij rijenbemesting t.o.v. volvelds. Tien procent  meer opbrengst bij eenzelfde bemestingsniveau betekent in de praktijk 50% minder verliezen door een betere benutting. Een ander voordeel is dat bij rijenbemesting op praktijkpercelen een hogere zetmeelwaarde is gemeten, bij een minder groot opbrengstvoordeel.

In de groepen van veehouders is gediscussieerd over niet kerende grondbewerking en de onkruidbestrijding. Niet kerende grondbewerking komt meer in beeld bij melkveehouders en loonwerkers.

Teelt begint direct na de oogst

Conclusie van veel discussies is dat de teelt van rijenbemesting al in het najaar begint direct na de oogst. Zorg voor een vlak zaaibed voor het voorjaar, en kies voor een groenbemester die  in het voorjaar goed kapot te krijgen is. Veel bezoekers zien de mogelijkheden van rijenbemesting voor een beter gebruik van dierlijke mest en het belang ervan voor de mineralenkringloop.

Het aantal loonwerkers dat beschikt over GPS techniek voor bemesten en zaaien is nog beperkt. Hier ligt nog een uitdaging voor loonwerkers en maïstelers om afspraken te maken voor toepassing in de praktijk.