Nieuws

Laag ureumgehalte gaat samen met hoger BEX voordeel

Gepubliceerd op
22 juni 2016

Bedrijven die een rantsoen met een lager RE-gehalte voeren, halen lagere ureumgehaltes in het tankmelk, minder ammoniakemissie, meer BEX voordeel voor stikstof en fosfaat. Zo krijgen ze zo meer ruimte in de NB-vergunning. Die boodschap kreeg het praktijknetwerk 'Voer voor minder ammoniak melkvee' mee na een analyse van DLV Advies met 295 KringloopWijzers over 2015.

Bij de analyse van 295 kringloopwijzers over 2015 bleek dat 15% van de bedrijven een ureumgehalte van 19 of lager scoren. Het betekent dat deze bedrijven scherp voeren op ruw eiwit. Het lage ureumgehalte betekent minder ammoniakemissie en meer BEX voordeel voor stikstof en fosfaat.

Ruweiwitgehalte in het rantsoen

Met het melkureumgehalte in de tankmelk kan een schatting worden gedaan van de stikstofexcretie van een melkkoe in de urine. De uitgescheiden stikstof in de urine is verantwoordelijk voor de vorming van ammoniak. Een hoog ureumgehalte geeft aan dat de koe veel stikstof uitscheidt. Een koe krijgt een hoog ureumgehalte als ze teveel eiwit opneemt. Eiwit dat de koe niet gebruikt zet ze namelijk om naar ureum. In figuur 1 staat de relatie tussen het ruwe eiwitgehalte in het rantsoen en het ureumgehalte in de tankmelk.

Figuur 1:  Ruw eiwit gehalte per KVEM  en het ureumgehalte in de tankmelk.(bron: DLV Advies)
Figuur 1: Ruw eiwit gehalte per KVEM en het ureumgehalte in de tankmelk.(bron: DLV Advies)

Het ureumgehalte stijgt wanneer het gemiddelde RE gehalte per KVem stijgt. Dit betekent dat het RE gehalte van het rantsoen invloed heeft op het ureum maar dat er ook nog een aantal andere factoren zijn die invloed uitoefenen op het ureum gezien de spreiding in de resultaten.

Analyse rantsoensamenstelling

Analyse van de cijfers laat zien dat de spreiding in RE in het gemiddelde RE gehalten/KVEM per bedrijf in (kuil)gras en maïs gering is. Bedrijven die een lager ureumgehalte in de tankmelk hebben, halen dit met gemiddeld lagere gehaltes RE in het aangekochte krachtvoer en bijproducten. Daarmee zijn nog niet alle verklaringen gevonden voor de lage ureumgehaltes op de bedrijven vanuit de kringloopwijzers. Als vervolg op de analyse van de kringloopwijzers wil het Praktijknetwerk nu meer informatie verzamelen over de bedrijfsvoering en het bedrijfsmanagement van de bedrijven die al 2 jaar laag scoren op het ureumgehalte van 19 of lager. Bedrijven die over een periode van 3 jaar gemiddeld 19 of lager scoren kunnen hun ammoniakemissie met 10% verlagen. Daarbij willen ze ook onderzoeken hoe het voersysteem is en de spreiding in de kwaliteit van het ruwvoer.

Lagere ureumgehalten, BEX voordeel

Bedrijven die goed scoren op het tankmelk ureumgehalte, scoren ook een goed resultaat in de benutting van stikstof en fosfaat, en boeken daarmee resultaat op de bedrijfsspecifieke excretie (BEX) voor stikstof en fosfaat. Dit blijkt uit de analyse die DLV Advies samen met de WUR maakte voor het praktijknetwerk van 2200 kringloopwijzers van 2015, verzameld in het project Kringloopwijzers maakte.

Figuur 2: Relatie BEX voordelen en tank ureumgehalte (mg/dl) (bron: Agrifirm Exlan, Alfa Accountants, Arvalis, DLV Advies, K&K, PPP Agro Advies, VKA en VKO).
Figuur 2: Relatie BEX voordelen en tank ureumgehalte (mg/dl) (bron: Agrifirm Exlan, Alfa Accountants, Arvalis, DLV Advies, K&K, PPP Agro Advies, VKA en VKO).

Daarbij valt op dat bedrijven met een lager ureumgehalte in de tankmelk ook een groter BEX voordeel voor stikstof (N) realiseren. Ook blijkt uit de analyse dat dit samengaat met het BEX voordeel voor fosfaat(P).
Daarmee laten bedrijven die goed op de BEX scoren voor stikstof en fosfaat ook een goed resultaat zien in het ureumgehalte; daarmee realiseren deze bedrijven ook een lagere ammoniakemissie.
Vijftien procent uit de groep van 295 laatin 2015 zien 2015 zien dat een ureumgehalte van 19 of lager mogelijk is. Analyse van deze bedrijven laat ook zien dat ze met een ureum van 19 of lager gemiddeld een hogere productie halen dan bedrijven met een ureum gehalte van 20 of hoger. Dit geldt ook voor de kg eiwit.
Naast een betere benutting van de mineralen levert dit bij een gemiddelde van 19 of lager over een periode van drie jaar een voordeel op van 10 procent bij de berekening van de ammoniakemissie voor de NB vergunning.