Nieuws

Kringlooplandbouw is streven naar optimale voerefficiëntie

Gepubliceerd op
18 november 2019

Voer efficiënt omzetten in melk is erg belangrijk. Dit leidt tot lagere stikstof- en fosfaatexcreties, minder ammoniakemissie en minder broeikasgassen. Daarnaast is voer vaak een flinke kostenpost op een melkveebedrijf. Sturen op een optimaal rantsoen heeft zowel een positief effect op het milieu als op de kostprijs. Een aantal aandachtpunten op een rij.

  • Beschikt u over voldoende ruwvoer van goede kwaliteit dan is het belangrijk te bepalen welk krachtvoerniveau u kiest. Zoek naar het optimale krachtvoergebruik per 100 kilogram melk. Bepaal of u gaat voor de hoogste melkproductie en dan misschien ruwvoer overhoudt of u kiest voor een ietwat lagere krachtvoerniveau waarbij alle ruwvoer goed benut wordt. Het productieniveau ligt dan wat lager.
  • Zorg voor een maximale ruwvoeropname van uw melkvee door:

    • Voldoende aandacht aan broeibestrijding, zodat de dieren over schoon en fris ruwvoer kunnen beschikken.
  • Zorg voor een goede penswerking van de koe door:

    • Voldoende voeraanbod en vreetplaatsen te realiseren, zodat de koeien de hele dag kunnen vreten
    • Smakelijk en structuurrijk voer aan te bieden. Dit stimuleert het herkauwen wat het verteringsproces in de pens bevordert.
  • Bereken voor elk groep: melkvee, droge koeien, pinken en kalveren, een passend rantsoen.
  • Stel de krachtvoercomputer juist af op basis van het berekende rantsoen. Houdt hierbij nadrukkelijk rekening met het lactatiestadium. Verlaag de krachtvoergift op tijd in het tweede deel van de lactatie.
  • Streef er naar om elke koe de juiste hoeveelheid energie, eiwit, mineralen, sporenelementen en vitamines te geven.
  • Bereken regelmatig de voerefficiĆ«nte en bepaal voor je bedrijf een reĆ«el doel van bijvoorbeeld 1,2 tot 1,6. Indien er veel ruwvoer wordt aangeboden, mag dit lager liggen.
  • Observeer regelmatig de koeien op basis conditiescore, pensvulling, herkauwactiviteit en mest etc. en bepaal op basis hiervan het welzijn en gezondheid van de dieren en kijk of u moet bijsturen in de voeding. Dit is vaak bepalender de uiteindelijke melkproductie dan bijvoorbeeld de hoogte van het ruw eiwit in het rantsoen (zie ook afbeelding). Uit dit praktijkonderzoek uit 2018 in Proeftuin Veenweiden blijkt dat het ruw eiwit gehalte niet van invloed is op het melkproductieniveau.
  • Vraag uw voeradviseur waar hij naar kijkt als hij uw veestapel observeert, doe hetzelfde bij uw dierenarts en veepedicure. U kunt hier veel van leren.
tipBM.png