Nieuws

Goed droogstand rantsoen is belangrijk

Gepubliceerd op
9 januari 2015

De afgelopen vier jaar was er vooral aandacht voor de thema’s, bodemvruchtbaarheid, broeikasgassen en ammoniakemissie op het bedrijf van Rijk en Linda Baltus. Het bedrijf heeft flinke stappen gezet naar een bedrijfsspecifieke uitwerking van het mestbeleid. Echter de melkproductie is ietwat gezakt. Een van de belangrijkste conclusies voor dit Koeien & Kansen-bedrijf van het afgelopen jaar is om aandacht te houden voor het rantsoen van de droogstaande koeien.

De afgelopen jaren legde het project Koeien & Kansen samen met bedrijfsadviseur Thijs Retra de nadruk op de broeikasgassen en de ammoniakemissie. Ook de bodemvruchtbaarheid heeft veel aandacht gekregen op dit bedrijf. Dit gebeurde onder andere door het inzetten van een strokenfrees. Verder heeft het bedrijf een belangrijke bijdrage geleverd bij het ontwikkelen van de KringloopWijzer. Door deze toe te passen op het bedrijf zijn goede stappen gezet naar bedrijfsspecifieke uitwerking van het mestbeleid. Hierdoor is een flexibele gift van stikstof en fosfaat, afhankelijk van onttrekking, vastlegging en milieukwaliteit toegepast. 

Verse koeien starten matig op

Het viel op dat  melkproductie per koe lager is dan een paar jaar geleden. Begin 2010 gaven de koeien gemiddeld 10.900 per jaar, inmiddels ligt de gemiddelde productie een stuk lager op 9.500 kilogram per koe per jaar.  Er zijn verschillende oorzaken de revue gepasseerd. Zo zijn er geen wijzigingen in het rantsoen en is de huisvesting niet veranderd. Rijk is wel wat vaker van huis. Het zou kunnen, maar wat eigenlijk het meest opvalt, is dat de verse koeien al geruime tijd matig opstarten. Dat wil zeggen deze koeien willen niet pieken. De gezondheid is goed en er vinden  geen afkalfproblemen plaats. Van de zomer werd de vierde snede van 2013 gevoerd aan de droge koeien met hoog RE (160) en veel te weinig structuur (nieuw ingezaaid grasland) plus 2 kilogram stro. Hierbij bleven de koeien te dun op de mest. Nog steeds geen problemen rond afkalven, maar de koeien kwamen niet hoger dan 30 liter. In september werd de derde snede van 2014 gevoerd aan de droogstaande koeien. Hiermee was direct een oplossing voor het probleem gevonden. De koeien die hier zes weken op hadden, ge-herkauwd, startten zonder problemen op. Zij haalden met gemak een productie van 50 kilogram melk.

Grasbestand is veranderd door focus op broeikasgassen

Sinds de focus op broeikasgassen ligt, is er volgens Rijk Baltus één ding wezenlijk veranderd, namelijk het grasbestand. Er is toen gekozen voor zogenaamd 'broeikasgras'. Dit is een grassoort met alleen laat-doorschietende types. Dit leidt tot minder methaanemissie van het vee. Dit gras gaf bijna geen stengel meer in het kuilgras en is té goed verteerbaar voor droge koeien. Daarom is het jaar erna gekozen voor midden-doorschietende types, die allemaal op hetzelfde moment doorschieten, voordeel: eerste en tweede snede een stengel, latere snedes niet meer. Dit bektent dus eennsnelle verteerbaarheid. Aangezien de droge koeien latere sneden graskuil kregen, kan geconcludeerd worden dat deze graskuil geen goede basis was voor deze groep. Het kwartje viel toen de derde snede kuil gevoerd werd. Deze kuil is in Rijk’s ogen te laat gemaaid, op zeven  weken in plaats van op vijf  weken. Dit werd veroorzaakt door een geplande vakantie en matig weer, hierdoor kwam de VCOS nu, “bij takkenbossen”, op 72 procent. Terugzoekend in de kuiluitslagen zagen we dat de VCOS van het kuilgras voor de droge koeien (3e snede) een aantal jaren terug rond de 70 procent was en deze nu was opgelopen tot 76 procent. Aan het voerhek en in de financiële cijfers vind je hier niets van terug, maar in de praktijk lijkt een te snelle verteerbaarheid van het rantsoen voor de droge koeien tot een lager melkgift te leiden.

Conclusie, te snel is ook niet goed. Droogstand is de start van een melkkoe! De verteerbaarheid van het rantsoen voor de droge koeien blijft aandacht houden voor deze Koeien & Kansen – boer en zijn adviseur.