Nieuws

Elk jaar 1 punt lager in ureum; de score van 4 jaar Home Made Eiwit

Gepubliceerd op
11 april 2023

Droogte is van grote invloed op het aandeel Eiwit van Eigen Land (EEL). Dat is ook terug te zien in de KringloopWijzers van de deelnemers aan Home Made Eiwit: 5 procent minder (EEL in 2022 t.o.v. 2021). Maar de cijfers laten ook zien dat de afgelopen 4 jaar grote stappen zijn gezet om het geoogste eiwit beter te benutten. Zo daalde het ureum gehalte in de jaren 2019 t/m 2022 met 4 punten.

Cijfers over vier jaar

Sinds 2020 draaien 7 deelnemers in West Nederland (vooral op veengrond) en 7 deelnemers in Oost Nederland (op zandgrond) mee met Home Made Eiwit. Aan de hand van de KringloopWijzers van de deelnemers kunnen we de ontwikkelingen van deze bedrijven over de periode van 2019 t/m 2022 in beeld brengen.

Figuur 1 laat het gemiddelde aandeel eiwit van eigen land over de jaren 2019 t/m 2022 zien voor de groepen oost en west. Hierin is te zien dat het niet gelukt is om dit aandeel eiwit eigen land structureel
te verhogen. En 2022 laat zelfs het laagste aandeel EEL zien voor zowel de groep west als die in oost. En 2021 was het jaar met het hoogste aandeel eiwit van eigen land.

Figuur 1: Aandeel eiwit van eigen land HME
Figuur 1: Aandeel eiwit van eigen land HME

Grote impact droogte op opbrengsten en eiwit van eigen land

Figuren 2 en 3 laten een vergelijkbaar beeld zien. De grasland opbrengsten in kg droge stof, maar ook die van eiwit, waren in 2022 op het laagste niveau. In 2020 had vooral het oosten van het land meer last van de droogte dan het westen; daar werd minder gras gewonnen, maar wel met een hoog eiwitgehalte. De figuren laten duidelijk zien dat voor een hoger aandeel van eigen land een goede grasoogst, met ook voldoende eiwit, essentieel is. Vanwege deze jaarinvloeden blijft het belangrijk het kengetal EEL als een driejarig gemiddelde te blijven bekijken, en niet per afzonderlijk jaar.

Figuur 2: Graslandopbrengst HME West en Oost
Figuur 2: Graslandopbrengst HME West en Oost
Figuur 3: Eiwitopbrengst HME West en Oost
Figuur 3: Eiwitopbrengst HME West en Oost

Sturen op ureum en lager durven gaan

Naast het sturen op meer eiwit productie van eigen land, is duidelijk gewerkt aan het scherper sturen op eiwit in het rantsoen. Daarbij was het ureum in de melk de graadmeter om ook lager durven gaan. Figuur 4 laat het dalende ureum verloop van 2019 t/m 2022 goed zien. Het verschilt per veehouder hoe strak er wordt gestuurd en welke grens wordt opgezocht. Toch zeggen ook de deelnemers die niet veel aanpassingen hebben doorgevoerd na 4 jaar anders tegen het ureum aan te kijken en minder snel de eiwitkraan open te trekken bij een lager ureum dan voorheen. . Dit werd ook gestimuleerd door de hoge krachtvoerprijzen en een voorjaarskuil van 2021 met weinig eiwit. Maar de deelnemers aan HME laten zien dat sturen op ureum mogelijk is. Vooral in het groeiseizoen zijn belangrijke stappen gezet door te kiezen voor energierijke bijvoeding op stal met laag eiwit, naast het voeren van vers gras d.m.v. weidegang of zomerstalvoeren. Door naast eiwitrijk vers gras, eiwitarmer kuilgras en/of snijmais in de zomer en najaar te voeren, en eiwitrijkere kuilen te bewaren voor het winterseizoen, is de eiwitbenutting met name in deze periodes omhooggegaan en het ureum naar beneden. Daarnaast werd vroegtijdig gestuurd op het verlagen van eiwit in het krachtvoer wanneer de koeien weer naar buiten gingen.

Figuur 4: Ureum verloop HME West en Oost
Figuur 4: Ureum verloop HME West en Oost

De relatie met ureum en Ruw Eiwit (RE)/kVem is ook duidelijk te zien in de cijfers van de groep oost in figuur 5, waar deze van 167 naar 158 RE in kg ds is gegaan. Dat betekent een effect van 2% EEL extra door een betere eiwitbenutting (zonder dit effect was het gemiddelde van de groep door de droogte nog verder achteruitgegaan). Qua graslandopbrengst komt 2022 ca 2,5 ton ds lager uit, wat ongeveer gelijk staat aan 10% EEL. Door goed management en scherp voeren is de ‘schade’ beperkt tot 5%. Dit benadrukt nog eens het belang om zowel op de oogst, als op de benutting van eiwit te focussen.

Figuur 5: RE/kVEM verhouding rantsoen HME Oost
Figuur 5: RE/kVEM verhouding rantsoen HME Oost

Perspectief van sturen op eiwit van eigen land

Kijkend naar de cijfers van vier jaar Home Made Eiwit, dan laten de bedrijven zien wel degelijk invloed te kunnen uitoefenen op het aandeel EEL door management(aanpassingen). Het verbeterpotentieel ligt voor een individueel bedrijf op  ca.  (5-10 procent punten). De invloed van de groei- en weersomstandigheden zijn en blijven daarbij hoog. Maar met goed management kan de negatieve impact hiervan beperkt worden en kan het voordeel van groeizame jaren nog beter worden benut. Voor meer structurele verhoging van het aandeel EEL is verandering nodig in bedrijfsopzet, extensivering en voerstrategie door bijvoorbeeld krachtvoer met minder eiwit te voeren.