Nieuws

Eiwitbenutting van zetmeel en vezels bepalen

Gepubliceerd op
4 juni 2019

In de standenstal op Dairy Campus is deze maand een nieuwe proef gestart om in kaart te brengen hoeveel microbieel eiwit wordt gevormd uit pensfermentatie van kuilgras, snijmais, zetmeel en vezels in de koe zelf. Het is de bedoeling om deze informatie te vertalen naar een hoeveelheid darmverteerbaar microbieel eiwit per voedermiddel. Deze informatie kan een bijdrage leveren aan een nauwkeuriger eiwitwaardering van voedermiddelen voor rundvee.

Wageningen Livestock Research voert dit onderzoek ‘Effect van zetmeel en vezel op microbiële eiwitvorming in de pens van melkkoeien’ uit in de opdracht van de Federatie Nederlandse Diervoederketen. Om ammoniakemissie te verminderen is onderzoek naar de eiwitbehoefte van melkkoeien en de eiwitwaarde van voedermiddelen noodzakelijk. Het verminderen van ammoniakemissie en nitraatuitspoeling in grond- en oppervlaktewater door de melkveehouderijsector is van belang voor het verbeteren van waterkwaliteit en de biodiversiteit. Om dit te realiseren proberen melkveehouders de eiwitgehalten in de melkveerantsoenen te laten dalen. Maar wat betekenen deze dalingen voor de gezondheid van de melkkoeien. Het is dus belangrijk om de eiwitbehoeften en eiwitwaarde van voedermiddelen nauwkeurig in te schatten, zodat rantsoenen voldoende zijn afgestemd op de eiwitbehoefte van de melkkoe. Een belangrijke bron van eiwit voor de koe is microbieel eiwit dat in de pens gevormd wordt bij fermentatie van voer.

Proef van start in standenstal

Het doel van de proef is om te kwantificeren hoeveel microbieel eiwit gevormd wordt uit pensfermentatie van zetmeel en vezels. Uit in vitro onderzoek komt naar voren dat er waarschijnlijk meer microbieel eiwit vrijkomt uit fermentatie van zetmeel dan uit fermentatie van vezels. Echter, dit is nog nooit gekwantificeerd in een onderzoek in de koe zelf. De huidige proef, die deze maand gestart is op Dairy Campus, heeft als doel het kwantificeren van de hoeveelheid microbieel eiwit dat gevormd wordt uit fermentatie van snijmaiskuil, kuilgras, zetmeel en vezels in de koe zelf. De komende 3 maanden wordt de benodigde data van de verschillende koeien verzameld. Aan hand van deze gegevens kan nauwkeuriger de hoeveelheid darmverteerbaar microbieel eiwit ingeschat worden dat per voedermiddel gevormd wordt en daarmee ook de eiwitwaarde voor de koe. De verzamelde data uit deze uit deze proef zullen na de zomer geanalyseerd worden.