
Nieuws
Beweiden doe je in ieder geval 200 dagen per jaar!
Afgelopen 3 jaar zijn er veel lessen geleerd in het Praktijknetwerk 'Dynamisch Weiden: weer of geen weer'. Het kiezen van het juiste beweidingssysteem, dat past bij je bedrijf en jezelf, geeft al veel voordelen. Het goed uitvoeren is de volgende stap, maar dan levert het ook veel op, zo heeft Richard Korrel ervaren. Hij was één van de deelnemers die bewust en consequent gekozen heeft voor verandering.
Aan het begin van het project bleek dat het gehanteerde beweidingssysteem (gemiddeld 5 dagen per perceel met daarnaast een aparte nachtweide) niet het meest efficiënte was voor de hoogste grasopbrengst en de hoogste benutting. Daarnaast was ook het ureum, vooral in de zomer, gemiddeld te hoog in de afgeleverde melk. De doelstelling van Richard Korrel was in ieder geval duidelijk: meer vers gras in de koe door een hogere grasopbrengst per hectare te realiseren en een lager ureum in de melk. Beide lijken tegenstrijdig met elkaar, maar dankzij een aantal aanpassingen is het gelukt!
Aanpassing beweidingssysteem
Om te beginnen hebben we het beweidingssysteem aangepast naar een één-daags systeem: elke dag een nieuw perceel en geen aparte nachtweide meer. Een nachtweide lijkt makkelijk omdat de koeien 's ochtends vlakbij de stal zijn, maar geeft veel (beweidings)verliezen op dat perceel. Het directe gevolg van elke dag omweiden was dat de percelen verkleind moesten worden: afstemmen van de behoefte op het aanbod. Belangrijk is dan dat je weet hoeveel droge stof er per hectare staat bij inscharen. De graslandhoogtemeter was hierbij het juiste hulpmiddel en bleek onmisbaar: je vergist je anders gauw een paar centimeter. En juist het langer inscharen (van 10-> 12->17 cm in het derde jaar) gaf de gewenste hogere grasproductie: Gras groeit immers uit gras en de laatste centimeters groeien het snelst. In de Kringloopwijzer was een verhoging van 20 procent ten opzichte van 2011 en 2012 zichtbaar.

Constanter grasaanbod
Elke dag omweiden had ook een constanter grasaanbod tot gevolg en dit resulteerde ook in een hogere melkproductie. Dat het lastig is om alles goed te doen bleek in het laatste jaar: de droge stof opbrengt per hectare was flink gestegen, de melkproductie per koe ook, maar de gehaltes in de melk waren lager dan in 2013. Omdat langer gras een andere samenstelling heeft dan kort gras, was een aanpassing in het rantsoen waarschijnlijk beter geweest (meer aanvulling in de vorm van energie). De tweede doelstelling, een lager ureum in de melk, werd ook gehaald. Dit kwam enerzijds door het langer inscharen van gras (dezelfde stikstofgift, verdeeld over meer gras, geeft een lager ruw eiwitgehalte in het gras en daarnaast bestendiger). Anderzijds heeft ook de verandering van tijdstip van bemesting zijn uitwerking hierop gehad: door drijfmest vóór een maaisnede (dus na een weidesnede) te geven, geeft dit een hogere benutting (langere periode). Daarnaast leidt enkel een kunstmestgift voor weiden tot een verhoging van de smakelijkheid van het gras ten opzichte van een drijfmestgift.
Veel tijd investeren in graslandmanagement
Belangrijkste leerpunt voor Richard Korrel was in ieder geval dat je er veel tijd aan moet besteden om het grasland- en beweidingsmanagement te veranderen, maar dat het werkt en loont. In het derde jaar gaat het al een stuk makkelijker en is het geen extra werk meer. Daarnaast levert het geld op!
Richard gaat in ieder geval fanatiek verder en probeert ook in 2015 weer een goed resultaat neer te zetten. De koeien zijn in ieder geval 17 april naar buiten gegaan: een stuk later dan in 2014, maar de 200 dagen hoeven niet in gevaar te komen.
Meer informatie
Powerpoint lessen uit 3 jaar praktijknetwerk dynamisch weiden