Nieuws

Verdroogde maïs

Gepubliceerd op
27 augustus 2018

Door de extreme weersomstandigheden van afgelopen zomer, lijkt het er op dat de maisopbrengst op veel bedrijven lager is dan verwacht. Niet alleen het aantal tonnen is lager, maar ook de kwaliteit. De variatie in opbrengst en kwaliteit is groot binnen Nederland. De vochtvoorziening is hierbij cruciaal geweest. Veel mais is verdroogd. Wanneer oogst je de mais en sla je het product op om uiteindelijk tot een zo optimale mineralenbenutting te komen?

De variatie tussen de maispercelen is groot dit jaar. Wel of niet beregenen maakte dit jaar duidelijk verschil. Mais dat beregend is heeft in ieder geval gevulde kolven en beschikt over nodige kwaliteit. De opbrengst en de kwalliteit van de verdroogde mais is een stuk minder. Ook tekenen de plekken met een slechte structuur in het maisperceel zich perfect af dit jaar. Maar wat gaan we doen met de kwalitatief mindere en verdroogde mais?

Bij zeer slechte mais is niet oogsten misschien wel de beste optie. Mais die nog niet kniehoog is, zonder kolf is gewoon 100% mislukt. Er staat her en der ook mais van 50 centimeter tot 2 meter waar geen kolf in zit. Dit gewas is wel te oogsten en te gebruiken als ruwvoer, maar je moet wel rekening houden met een mindere kwaliteit. Om dit gewas optimaal te benutten kun je kiezen om deze mais als volgt te oogsten:

  1. Gewoon verdelen over de hele kuil, waardoor deze kuil over de hele linie van mindere kwaliteit is. ·
  2. Slechte maïs bij elkaar in de ‘gewone’ maiskuil, zodat een deel van de kuil van minder kwaliteit is. ·
  3. Helemaal apart en bestemmen voor een andere diergroep.

De 1e optie is meest reëel, maar bedenk: de gemiddelde kwaliteit van de kuil zal flink lager worden, afhankelijk van de verhouding tussen goede en slechte mais. Let hier goed op bij de verdeling in de kuil, zodat er overal evenveel zit. Dit is een basis voor stabiele voeding aan de koeien. Het vraagt mogelijk wel meer krachtvoer vanwege de lagere voederwaarde. Of accepteren we een lagere productie bij de koeien?

De 2e optie is een vorm van ‘kort pijn lijden’. Oogst alle slechte percelen tegelijk en kuil deze bij elkaar in, waarbij dit stuk van de kuil apart word bemonsterd om het rantsoen goed aan te kunnen passen als het gevoerd moet worden. Niet ideaal, aar dat is het voer ook niet.

De 3e optie is een compleet aparte kuil maken, en het voer bestemmen voor dieren die er mee om kunnen gaan. Denk hierbij aan ouder jongvee en droge koeien. Het rantsoen moet dan verder nog wel geoptimaliseerd worden, maar de lagere voederwaarde (energie) is voor deze dieren mogelijk wel hoog genoeg. En er hoeft in ieder geval geen stro gekocht te worden om een goed rantsoen te verschralen. Bovendien is de goede mais dan volledig voor de productieve melkkoeien, waarbij minder correctie nodig is. Op deze manier werk je bovendien een goede mineralenbenutting in de hand.