Nieuws

Ammoniakemissie verlagen via voerspoor

Gepubliceerd op
2 december 2019

Met een reeks van technische maatregelen zoekt de landbouw naar kansen binnen de huidige stikstofcrisis. De sector wil onder andere via het voerspoor de ammoniakemissie verlagen. Wat betekenen deze maatregelen in de praktijk? Alvast een aantal praktische maatregelen binnen het voerspoor op een rij.

  • Sturen op een lagere ammoniakemissie is sturen op een laag ruw eiwitgehalte in het rantsoen. Dat betekent ook sturen op meer eiwit van eigen land.
  • Verstrek een rantsoen met een laag RE-gehalte; stikstof (eiwit) die je niet voert kan ook nooit als mest uit de koe komen en voor ammoniak zorgen.
  • Zorg voor een optimaal rantsoen per voergroep.
  • Stuur op een laag melkureum dat past bij het rantsoen. In een rantsoen met veel energie kan het melkureum lager zijn dan in een rantsoen met weinig energie.
  • Probeer zoveel mogelijk DVE in het gras oogsten; dit is eiwit dat goed te benutten is. Bepaal hiervoor de juiste bemesting, het juiste oogstmoment en droge stofgehalte van het gras.
  • Streef er naar om een goede kwaliteit gras te oogsten en zorg voor een goed inkuilproces en conservering. Het voer van een goede en smakelijke kuil wordt beter benut, waardoor minder compensatie nodig is in de vorm van de aanvoer van (kracht)voer.
  • Kies bij voldoende ruwvoer om iets minder mais als snijmais te oogsten, maar oogst een gedeelte van de mais als MKS of CCM voor een goede eiwitbenutting van het gras. Het achterlaten van het stro leidt bovendien tot meer organische stof op het perceel.
  • Verlaag het RE gehalte in het rantsoen door minder eiwitrijk krachtvoer te kopen. Dit levert een besparing in voerkosten op.
  • Overleg met uw adviseur en stel daarin zelf duidelijke doelen!