category_news

Nieuwe mRNA-vaccins lijken veilig voor mens en milieu

Gepubliceerd op
25 juli 2024

mRNA-vaccins bevatten instructiecodes voor het maken van stukjes ziekmakende virussen. Kunnen zogenoemde zelf-vermeerderende typen van dergelijke vaccins ongewilde en gevaarlijke verbindingen aangaan met andere virussen? Ja, stellen de Wageningse virologen Tessy Hick en Gorben Pijlman na experimenteel onderzoek. Maar de praktische gevaren zijn verwaarloosbaar.

Klassieke griepvaccins bevatten een verzwakt stukje van het griepvirus. Die zetten het immuunsysteem aan zodat het virus wordt herkend en afgebroken als de virusinfectie zich aandient. mRNA-vaccins werken anders. Die bevatten geen stukjes virus, maar de instructiecode voor het maken van een stukje virus. Na de injectie van het mRNA gaan de lichaamscellen dit stukje produceren om het immuunsysteem te stimuleren, waarna het immuunsysteem de indringer herkent en in de aanval gaat tijdens een virusinfectie. Een bekend mRNA-vaccin is het coronavaccin van Pfizer.

Nu is er ook een nieuw type mRNA-vaccin ontwikkeld, het zelf-vermeerderende mRNA-vaccin of self-amplifying mRNA-vaccin (SAM). Dit type vaccin produceert niet alleen de instructiecode voor het eiwit dat het immuunsysteem activeert, maar ook de ‘drukpers’ die meer kopieën maakt van het stukje virus. Hierdoor wordt het immuunsysteem beter geactiveerd. Het onderzoek, dat onlangs werd gepubliceerd in Molecular Therapy, richtte zich op deze SAM-vaccins.

Elk vaccin moet, voordat het op de markt komt, worden getest op veiligheid. Bij deze SAM-vaccins is de grote vraag: kan de instructiecode van dit vaccin recombineren met circulerende virussen? En zo ja, vormt dit dan een risico voor de gezondheid? Hick en Pijlman onderzochten dit risico voor het eerst op experimentele wijze. Ze testten in het laboratorium of de SAM-vaccins erfelijk materiaal uitwisselden met virussen en daarna keken ze of ze dergelijke combinaties tegenkwamen in proefdieren.

De uitkomsten, aldus Pijlman: ‘Het vaccin kan wel degelijk recombineren met virussen onder laboratoriumomstandigheden, met als resultaat dat er chimere virussen (mengsels) ontstaan. Om dit voor elkaar te krijgen moet je erg vaak proberen en moeten de condities precies goed zijn. Echter, in proefdieren kunnen we geen chimere virussen aantonen, wat laat zien dat deze vaccins waarschijnlijk veiliger zijn dan dat je aanvankelijk zou inschatten.’ De resultaten zijn van groot belang voor de toelating van nieuwe op mRNA-gebaseerde vaccins en gentherapieën.