Nieuws
Koeien & Kansen: Al 25 jaar scherp op mineralenmanagement
Het project Koeien & Kansen bestaat dit jaar 25 jaar en is daarmee waarschijnlijk een van de langstlopende landbouwkundige onderzoeksprojecten in Nederland. Afgelopen maand werd dit jubileum uitgebreid gevierd met (oud-)deelnemers, (oud-)onderzoekers, adviseurs en betrokkenen vanuit overheid en zuivelsector. Grondlegger van het projecten oud-onderzoeker Frans Aarts blikte terug op de afgelopen jaren, terwijl bestuurder Jos Verstraten een vooruitblik op de toekomst gaf.
Naast het officiële gedeelte en een ludieke Koeien & Kansen pubquiz onder leiding van Koos Verloop, was er vooral ruimte om elkaar informeel te ontmoeten. De deelnemers hebben door de jaren heen een sterke band opgebouwd. Het was dan ook een gezellige middag, waar vele herinneringen met elkaar zijn gedeeld.
Eddy Teenstra interviewde afgelopen zomer twee van de deelnemers van het eerste uur: Marinus de Vries uit Stolwijk en Johan Dekker uit Zeewolde. Gestart in het MINAS-tijdperk, hebben zij inmiddels vele uitdagingen doorstaan. Johan Dekker (JD) en Marinus de Vries (MdV) blikken kort terug op deze periode. Ook Jan van Middelaar, al 25 jaar begeleider van de zuidelijke Koeien & Kansen-deelnemers, geeft zijn visie op dit project.
Waarom wilde je destijds deelnemen?
JD: Eigenlijk wilde ik dat niet. Maar projectleider Carel de Vries miste een bedrijf uit Flevoland. Op verzoek van de lokale LTO-afdeling heb ik me toen alsnog aangemeld. Met de komst van MINAS vond ik het verstandig om voorop te lopen, zodat ik fouten kon maken en ervan kon leren. Al snel bleek dat scherp management en goede begeleiding door adviseurs veel mogelijk maken.
MdV: Ik had net een Zuid-Hollands project afgerond dat ik erg inspirerend vond, dus ik heb me meteen aangemeld voor Koeien & Kansen als een soort vervolg. De milieu-uitdagingen spraken me erg aan.
Wat vond je het leukste?
MdV: Tot nu toe vind ik vooral de gedrevenheid van mijn mededeelnemers het leukst aan Koeien & Kansen. Ze zijn kritisch op wat er op hen afkomt, maar hebben een laag zeikgehalte, en dat past wel bij mij.
JD: Meerdere dingen. Het was inspirerend om te zien hoe de andere bedrijven zich hebben ontwikkeld. Ook de buitenlandse excursies in het kader van DairyMan vond ik erg leerzaam. Daar zag ik hoe we in Nederland echt vooroplopen qua management en milieu. Ook de samenwerking met studenten van Aeres Hogeschool aan de KringloopWijzer was voor beide partijen erg waardevol.
Wat vond je het minst leuk?
JD: Dat we keihard ons best deden, maar ondanks de brede waardering voor het project achteraf naar mijn mening weinig erkenning hebben gekregen. Vaak bleef een tastbaar effect uit. Het gaat hier immers om 25 jaar onderzoek!
MdV: Het einde van MINAS en vervolgens de constant veranderende doelstellingen van het project. Voor de projectfinanciers was dit wellicht logisch, maar voor ons als deelnemende ondernemers soms verwarrend.
Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd?
MdV: Dat je ergens volledig voor moet gaan. Anders is er immers geen toekomst.
JD: Dat scherp zijn op het management van alle onderdelen zich loont.