Nieuws

Blauwtongmonitoring vervangt standaard bloedtest per 1 juli 2025

Gepubliceerd op
27 juni 2025

Met ingang van 1 juli 2025 wordt voor het volgen van de blauwtongbesmettingen in Nederland een monitoringsysteem ingezet. Dit komt in plaats van het standaard kosteloos testen van bloedmonsters van individuele dieren. Dierhouders kunnen er nog altijd zelf blijven kiezen voor het laten testen van individuele dieren. Voor exportverklaringen blijft de PCR-test wel vereist. Ook blijft het melden van verdenkingen bij de NVWA verplicht.

Het expertpanel van ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Royal GD en Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) en sectororganisaties zoals LTO hebben overeenstemming bereikt over een nieuwe aanpak voor het monitoren van blauwtong in Nederland. De nieuwe werkwijze gaat op 1 juli 2025 in. Belangrijkste verandering is dat niet elk individueel dier dat verschijnselen van een blauwtongbesmetting vertoont, kosteloos kan worden getest op aanwezigheid van het virus. “We stappen over op een monitoringsprogramma waarin bepaalde regionale dierenartsenpraktijken een centrale rol spelen. Het monitoringsprogramma wordt gecoördineerd door Royal GD”, vertelt Melle Holwerda, hoofd National Referentie Laboratorium blauwtong.

Monitoringssysteem blauwtong

Voor het monitoringssysteem is Nederland in twintig regio’s verdeeld, die ieder een aangewezen dierenartsenpraktijk bevatten. Deze regionale dierenartspraktijk mag van 14 UBNs drie bloedmonsters insturen van herkauwers met klinische verschijnselen van blauwtong. Deze bloedmonsters worden via Royal GD naar WBVR gestuurd, waar wordt getest op aanwezigheid van het blauwtongvirus. “We testen zowel algemeen op aanwezigheid van het blauwtongvirus, als op specifiek serotype 3 en 12.” LVVN, NVWA, Royal GD en WBVR overleggen maandelijks met de sectorpartijen over de bevindingen uit deze analyses en geven advies naar de schapen- en rundveesector.

Meldplicht klinische verdenkingen

Blauwtong is een meldingsplichtige ziekte. Dierhouders en dierenartsen zijn verplicht verdenkingen van blauwtong bij de NVWA te melden, ook nadat het monitoringssysteem in gebruik is genomen. Hiervoor is een online formulier beschikbaar. Op basis van deze meldingen kan de NVWA besluiten zelfs monsters te nemen en deze laten onderzoeken bij WBVR, onafhankelijk van het monitoringsprogramma.

“De meldingen van klinische verdenkingen zijn erg belangrijk om de ontwikkeling van het blauwtongvirus in de gaten te kunnen houden”, aldus Holwerda. “Mocht bijvoorbeeld blijken dat in een specifiek gebied veel meldingen komen dan kan dat aanleiding zijn om die regio aan te merken als verdenking omdat een cluster van meldingen een aanwijzing kan zijn voor de aanwezigheid van een nieuw serotype”, legt Holwerda uit. “In zo’n geval zal de NVWA in dat gebied monsters nemen en opsturen naar WBVR voor analyse van het aanwezige virus.”

Andere dierziekten

Ook blijft waakzaamheid geboden voor eventuele aanwezigheid van andere dierziekten, waarschuwt Holwerda. “Mocht een bloedmonster negatief zijn voor blauwtong, dan kan besloten worden vervolgonderzoek te doen om de aanwezigheid van andere ziekteverwekkers vast te stellen of uit te sluiten.” De onderzoeker denkt daarbij onder andere aan Epizootic hemorrhagic disease (EHD) of mond-en-klauwzeer. “Deze ziekten hebben een klinisch beeld dat vergelijkbaar is met dat van blauwtong. Nu beide ziekten recent in andere delen van Europa zijn aangetroffen, is het extra belangrijk ook hierop alert te zijn.”

Testen export

Voor export blijft het een vereiste om de dieren te laten testen op afwezigheid van het blauwtongvirus, voordat ze op transport gaan. Deze testen worden uitgevoerd door het Nationaal Referentie Laboratorium Blauwtong van WBVR.

Dierhouders die willen weten of hun dier besmet is met blauwtong, kunnen dit laten testen (zie: Testen op dierziekten). De kosten van deze test zijn na 1 juli 2025 voor eigen rekening.

Evaluatie monitoringsprogramma

Aan het eind van dit jaar zal het monitoringsprogramma worden geëvalueerd. Op basis van de ervaringen met het nieuwe systeem, wordt een plan ontwikkeld voor de aanpak in 2026. Doel van de monitoring is om de situatie rondom blauwtong in Nederland in de gaten te houden en nieuwe serotypes zo snel mogelijk na introductie te vinden. Deze monitoring kan ook worden gebruikt om de BTV-vrij status terug te krijgen. Nederland moet daarvoor aantonen dat het virus gedurende drie jaar niet meer aanwezig is.

Blauwtongtesten: wat verandert er op 1 juli 2025?

  • Kosteloos testen van elk dier met klinische verschijnselen vervalt;
  • Invoering monitoringssysteem blauwtong onder regie Royal GD;
  • Nederland wordt opgedeeld in 20 regio’s met ieder 1 dierartsenpraktijk (DAP) die regie voert;
  • De regievoerende DAP stuurt voor de regio 3 bloedmonsters in per 14 UBN’s;
  • WBVR test bloedmonsters op aanwezigheid van blauwtong en serotype 3 of 12;
  • Maandelijks overleg met sector over uitkomsten van het onderzoek.