category_news
Aviaire Chlamydia abortus variant leidt tot luchtweginfecties bij mensen
Onderzoek wijst uit dat aviaire Chlamydia abortus bij mensen longontsteking kan veroorzaken. Dit was tot nu toe niet bekend. Wageningen Bioveterinary Research (WBVR, onderdeel van Wageningen University & Research) heeft deze Chlamydia gekweekt uit patiëntmateriaal en de DNA-sequentie bepaalt. “Wij zijn het enige laboratorium in Nederland dat expertise heeft in het kweken van dit soort Chlamydia’s”, aldus WBVR-onderzoekers Marloes Heijne en Jeroen Koomen.
Het onderzoek naar aviaire Chlamydia abortus bij mensen is het resultaat van samenwerking tussen Zuyderland MC, St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein, GGD Utrecht, NVWA, RIVM en WBVR. Aanleiding voor het onderzoek was de ziekenhuisopname van een familiecluster van vier personen, waarvan drie met longontsteking werden opgenomen in het ziekenhuis. Eén patiënt kwam zelfs op de intensive care terecht. In eerste instantie werd aan een infectie met C. psittaci gedacht, maar na verder onderzoek bleek het om een infectie te gaan met een variant van de bacterie C. abortus. Deze variant was niet eerder bij mensen aangetoond.
Achtergrond
C. abortus is vooral bekend als abortusverwekker bij schapen en geiten. In 2021 zijn echter een aantal varianten beschreven die genetisch afwijken van de stammen die bij schapen en geiten worden gevonden. Deze varianten zijn geclassificeerd als ‘aviaire C. abortus’ en hebben genetische overeenkomsten met C. psittaci, een bekende verwekker van longontsteking bij mensen. De naamgeving ‘aviaire’ C. abortus geeft aan dat deze varianten tot nu toe alleen bij vogels zijn beschreven.
Genetische analyse
Bij drie van de vier patiënten kon materiaal worden afgenomen voor kweek van Chlamydia. Alle drie de isolaten werden getypeerd met behulp van genetische analyse, zogenoemde ‘whole genome sequencing’ en vergeleken met bekende Chlamydia-stammen. De isolaten die bij de patiënten werden aangetroffen, bleken een plasmide te hebben. “Dit plasmide komt voor zover bekend niet voor bij C. abortus-isolaten afkomstig van schapen en geiten”, vertelt onderzoeker Jeroen Koomen. Daarnaast werd nog een cytotoxine-gen gevonden dat mogelijk bijdraagt aan het ziekteverwekkend vermogen. Dit gen komt niet voor bij tot nu toe bekende schapen- en geiten-isolaten, maar wel bij de zoönotische C. psittaci.
Retrospectief onderzoek
Met onderzoek op nog aanwezig materiaal uit het ‘landelijke surveillance programma psittacose’ kon bij nog 10 patiënten een aviaire C. abortus-infectie worden vastgesteld. Daaruit bleek dat dit type al sinds 2010 in Nederland wordt gezien. De tien patiënten waren opgenomen in het ziekenhuis, tenminste vijf van hen ontwikkelden een longontsteking, één patiënt overleed.
Brononderzoek
Een infectiebron kon niet worden vastgesteld. De onderzoekers vermoeden dat de ontlasting van wilde vogels de mogelijke bron is geweest voor de infectie van de eerste (index) patiënt. Voor twee familieleden was mens-op-mens transmissie aannemelijk, maar dat kon niet worden bewezen. Tot nu toe werd altijd aangenomen dat mens-op-mens transmissie van zoönotische Chlamydia-infecties niet mogelijk is. De laatste jaren verschijnen er steeds meer publicaties, waaruit blijkt dat dit in uitzonderlijke situaties misschien toch gebeurt.
Belang
Zonder gerichte diagnostiek komen dit soort infecties niet aan het licht. Chlamydia kan namelijk niet met de standaard kweekmethodes worden aangetoond; daarvoor is gerichte PCR-diagnostiek nodig. Als patiënten zelf niet aangeven dat ze in contact zijn geweest met vogels of dieren, wordt mogelijk niet aan een zoönotische Chlamydia-infectie gedacht. Ook mens-op-mens transmissie moet in het achterhoofd worden gehouden bij een dergelijk patiëntencluster. “Daarom is het belangrijk om de uitkomsten van ons onderzoek te delen”, aldus Marloes Heijne. “Als dierenarts en onderzoeker zou ik graag willen weten bij welke vogels in Nederland deze Chlamydia-variant voorkomt, want we weten nu niet wat de bron was.”