Nieuws

Simpeler wordt het niet

Gepubliceerd op
30 mei 2023

Vanaf de buitenkant lijkt het bedrijf van de familie Buijs een voorbeeld van een kringlooplandbouwbedrijf. Het bedrijf is extensief, doet aan natuurbeheer en teelt het gros van zijn eigen krachtvoer. Op basis van de cijfers uit de KringloopWijzer wordt dat ook bevestigd. Buijs scoort goed op de verschillende milieudoelen. Hij vraagt zich wel af hoe toepasbaar zijn bedrijfsvoering is voor andere bedrijven. ‘’Zeker in het licht van de uitgelekte stukken over het landbouwakkoord.’’

Een weergave van de pagina Milieu en Klimaat uit de KringloopWijzer van Joris Buijs geeft aan dat hij op de verschillende doelen het goed doet. Daarbij zorgt het bedrijf van van de familie Buijs voor een aantal plussen aan de inkomstenkant.

UItgedrukt in: resultaat
Stikstofbodemoverschot kg N/ha 79
Ammoniakemissie kg NH3/ha 34
Eiwit van eigen land (1) % 59
Aandeel blijvend grasland % 47
Emissie voor melkproductie g CO2-eq/ kg FPCM 990
Opname krachtvoer (aankoop) kg/100 kg melk 6
RE in rantsoen g/kg ds 149

(1) op basis van de percelen in de eigen Gecombineerde Opgave. Incl. buurtcontracten is dit 75%.

De resultaten zoals in tabel 1 zijn weergegeven, zorgen voor een plus op de melkprijs bij FrieslandCampina. Vooral de beloning op broeikasgasreductie telt aardig mee. De range voor beloning ligt tussen de 1100-775 g CO2-eq/kg FPCM. Waarbij de maximale plus van € 1,50/100 kg melk wordt betaald bij <775 g CO2-eq/kg FPCM. Bij de familie Buijs zal de plus boven een euro per 100 kg melk liggen. Door de extensievere bedrijfsvoering (1,95 GVE/hectare) en de resultaten uit tabel 1, wordt er middels de Brabantse biodiversiteitsmonitor ook een plus gerealiseerd. Bijkomend voordeel is dat hierdoor wordt voldaan aan de vrijstelling van emissiearme huisvesting in de Provincie Noord-Brabant.

Als derde is er een voordeel bij het nieuwe GLB. Door het telen van eigen krachtvoeders zoals de circa 7 hectare veldbonen, kan de familie Buijs komend jaar goud behalen in het nieuwe GLB. Dit levert een extra vergoeding op van € 200 per hectare bovenop de basispremie.

Veel extra inspanningen nu pas beloond

Op basis van het bovenstaande lijken de extra inspanningen goed beloond te worden, maar dat is het werk en strategie van afgelopen decennia. Het bedrijf is ingesteld op het telen, verwerken en opslaan van eigen geteeld krachtvoer zoals veldbonen, granen en voederbieten. Ook het beheren van natuurland is een onderdeel van de bedrijfsvoering. Maar Joris wil duidelijk maken dat zijn bedrijfsopzet niet voor iedereen toepasbaar is. Je bedrijf vandaag de dag zo inrichten raadt hij ook niet aan. “De eisen die gesteld worden, door bijvoorbeeld de provincie met haar biodiversiteitsmonitor en vrijstelling van een emissiearme vloer, het nieuwe GLB en de eisen van zuivelondernemingen zijn niet standvastig. Deze vragen vaak om extra investeringen en arbeid,’’ merkt Joris op. Bij zowel de familie Buijs als collega veehouders is arbeid in veel gevallen de beperkende factor. Wisselende wet- en regelgeving spelen ook een rol in de terughoudendheid van Joris. Als voorbeeld noemt Joris de BES.

Impact wegvallen derogatie en BES

In 2023 is het laatste jaar dat hij praktisch gezegd meer dierlijke mest per hectare mag aanwenden. Ondanks de hogere norm in 2022 van >270 kg N uit dierlijke mest, is het stikstofbodemoverschot van 79 kg N/hectare niet hoog. Oftewel, de bemeste stikstof uit dierlijke- en kunstmest is goed omgezet naar eiwit op die hectares. Met het wegvallen van de BES en ook de derogatie is het nog maar de vraag of de hoeveelheid eiwit van eigen land realiseerbaar is. De vraag is dan ook: Moet hij dan meer krachtvoer aankopen? Dit zal leiden tot hoger krachtvoerverbruik dan de 6 kg/100 kg melk in 2022. Hierbij geeft Joris aan dat een intensief bedrijf (>25.000 kg melk/hectare) misschien wel een beter verdienmodel heeft. Deze kan producten aankopen die bij het bedrijf passen en waardoor energie en eiwit efficiëntere inzetten. Het grootste risico van deze strategie is de prijs van het product en wellicht de beschikbaarheid. Het jaar 2022 ziet hij als een goed voorbeeld.

Nog meer regels en werk

Met het (mogelijk) naderende landbouwakkoord moeten volgens de gelekte stukken de Nederlandse boeren ‘nog duurzamer’ gaan produceren en natuurbeheerders worden. Joris werkt al jaren volgens deze bedrijfsopzet, die hij als vrij arbeidsintensief ervaart. Belangrijkste vraag voor hem is dan ook: Waar haalt iedereen de tijd vandaan? ’’Dit staat nog los van het doolhof van regels, wetten en eisen die niet minder worden,’’ merkt hij op. "Er wordt ook gesproken over een nieuwe duurzaamheidsstandaard. Weer een regel c.q. productievoorwaarde die bovenop de huidige komt. Kortom, simpeler wordt het voor de Nederlandse veehouder niet.’’ Niet wat betreft regels en niet betreffende de verdeling van arbeid.