Nieuws

BedrijfsWaterWijzer helpt Stevens keuzes maken

Gepubliceerd op
8 november 2021

Koeien & Kansen deelnemer Geert Stevens in Holten geeft zijn visie op de BedrijfsWaterWijzer. Het is voor hem een goed hulpmiddel dat helpt om inzicht te krijgen in alle watervraagstukken op zijn bedrijf en in zijn omgeving. Zijn eerste prioriteiten liggen bij de drinkwaterkwaliteit en de waterhuishouding op zijn erf. Ook wil hij op langere termijn aan de slag met maatregelen die bijdragen aan de droogteproblematiek.

Melkveehouder Geert Stevens heeft op 26 oktober zijn  ervaringen gedeeld met de verschillende medewerkers van waterschappen (‘themagroep landbouwemissies’) en heeft dat op 3 november nog eens gedaan met het DAW support team. Hij ging onder andere in de meerwaarde van het opstellen van de BedrijfsWaterWijzer voor zijn bedrijfsvoering. Zijn melkveebedrijf is gelegen in een bijzonder gebied. Het ligt ten Westen van de Sallandse Heuvelrug in een gebied met diep doorlatende zandgronden die in het verleden zijn ontwaterd, waardoor de oorspronkelijke grondwaterstand flink is gedaald. Daarnaast draagt ook de nabijgelegen drinkwaterwinning  en de toegenomen landbouwkundige productie bij aan de daling van de grondwaterstand. Dit heeft directe gevolgen voor de bedrijfsvoering van Stevens. “We hebben veel last gehad van de droogte in de jaren 2018-2020. Dit zorgde voor een flinke daling van de gras- en maisopbrengsten. Daarom hebben we geïnvesteerd in een beregeningsinstallatie’’, merkt Stevens op.  

Droogte aanpakken

De beregeningsinstallatie is een oplossing voor de korte termijn. Op de langere termijn zijn andere maatregelen wenselijk. Om in kaart te brengen wat de mogelijkheden zijn, is er onderzoek gedaan naar de bodemkwaliteit. Hieruit kwam naar voren dat Stevens op sommige plekken kampt met bodemverdichting. Om dit op te lossen is geadviseerd om de bodemkwaliteit te stimuleren door te kiezen voor dieper wortelende gewassen en kruiden, en waar nodig vruchtwisseling toe te passen.

“In praktijk valt dit nog niet mee. De voederrijke kruidenmengsel zijn snel verdwenen uit het intensief gebruikte grasland’’, zegt Stevens. ‘’Dit vraag zeker nog om extra onderzoek’’.  Ook heeft hij geëxperimenteerd met het toepassen van"het woelen van grasland en graslandvernieuwing met een niet-kerende grondbewerking.

Een andere maatregel is het verhogen van het slootpeil met stuwtjes. Dit is een traject dat Stevens samen heeft opgepakt met het Waterschap Rijn en IJssel. Door het lagere winterpeil tijdig op te zetten kan de relatief hoge voorjaarsgrondwaterstand langer in stand gehouden worden, en kan het gewas mogelijk langer van capillaire nalevering profiteren. Verandering van slootpeilen kunnen ook gevolgen hebben voor anderen in het gebied. Daarom stemt Stevens zijn ideeën af met buren. Het voornemen is nu om een stuw te plaatsen in de nabijgelegen watergang.  

Wateropgave in het gebied

De recente droge jaren en de verwachting van extremer weer in de toekomst vragen om een transitie van water afvoeren naar vasthouden. In deze regio zijn voldoende sloten dit om te kunnen doen. Hierbij houdt het Waterschap Rijn en IJssel ook rekening met risico’s van piekafvoeren, bij extreme neerslag. Het peilbeheer is dus gericht op een compromis tussen vasthouden en gevaar voor overlast.

De grondwaterkwaliteit is in dit gebied een belangrijk issue in verband met het nabijgelegen drinkwaterwinning. Dit betekent dat er rekening gehouden moet worden met de nitraatuitspoeling naar het grondwater. Dit is voor Stevens geen probleem meer. Uitgaande van een gemiddeld stikstofbodemoverschot van 118 kg/ha over 2017-2019, uitgaande van een gemiddelde uitspoelfactor van ongeveer 0,35 voor het bedrijf op basis van de verdeling van gras en maïs en grondwatertrappen mag onder dit bedrijf een nitraatconcentratie worden verwacht van ongeveer (0,35 * 118 =) 40 mg/L, ruim beneden de norm van 50 mg/L.

Ammonium en zware metalen; voorkomen afspoeling en bodem-pH op peil

De waterkwaliteit van het oppervlaktewater van het deelstroomgebied, waar ook het bedrijf van Stevens is gelegen, is in het algemeen goed. Zowel de zomergemiddelde P-totaal als N-totaal concentraties liggen volgens de metingen van het waterschap net (P) of ruim (N) beneden de Kader Richtlijn Waternorm. In het gebied zijn wel normoverschrijdingen geconstateerd voor ammonium en zware metalen. Dit hangt vaak samen met een directe belasting van mest of urine. De landbouw kan hier een bijdrage aanleveren door zoveel mogelijk oppervlakkige afvoer te voorkomen, mest niet uit te rijden onder te natte omstandigheden, en door een ruimere bemestingsvrije strook naast de sloot aan te houden.

De bodembalans van een melkveebedrijf is voor zware metalen positief door de aanvoer van (kracht)voer van buiten het bedrijf. Hierdoor hopen deze stoffen op in de bodem en neemt ook het risico op uit- en afspoeling geleidelijk toe. Op de korte termijn is een evenwicht van aan- en afvoer van zware metalen naar de bodem niet haalbaar op het bedrijf, maar het is wel mogelijkom de buffercapaciteit van de bodem zo goed mogelijk in stand te houden en uitspoeling zo te beperken. Daarom is het belangrijk om de pH en het organische stofgehalte op peil te houden. Dit zijn maatregelen die Stevens zoveel mogelijk probeert toe te passen binnen het project Koeien  & Kansen.

BedrijfsWaterWijzer goed hulpmiddel

Een goed rendement staat bovenaan, passend produceren met de omgeving is hiervoor een randvoorwaarde. “De bedrijfswaterwijzer (BWW) maakt ons bewust van alles wat met water te maken heeft op ons bedrijf.’’ Water is erg belangrijk, het zorgt voor transport van nutriënten, zowel in de bodem, in het voer, als in de koe. De kunst is om geen nutriënten te verliezen door de kringloop gesloten te houden. Net als de KringloopWijzer kan de BedrijfsWaterWijzer hier bij helpen. Boer blij, omgeving blij!’’, merkt Stevens tot slot op.