Nieuws

Nieuwe derogatie-eisen ook lastig voor Koeien & Kansen bedrijven

Gepubliceerd op
14 april 2014

Ten onrechte is in het bericht Nieuwe wending in het mestbeleid, de suggestie gewekt dat ‘het wel meevalt’ met de nieuwe derogatie-eisen. ‘Daar kan ik me helemaal niet in vinden!’, geeft veehouder Adrian Houbraken aan. ‘Ik baal van de wijziging in het bouwplan en mijn mestafzet neemt met ca 250 ton toe’. Gemiddeld over alle Koeien & Kansen bedrijven stijgt de mestafzet met ongeveer 70 ton.

De meeste Koeien & Kansen bedrijven moeten hun bouwplan wijzigen door de nieuwe derogatie eisen. Want nu is 80 procent grasland verplicht voor derogatie, waar dat voorheen 70 procent was. Zie ook Figuur 1 voor een indicatie voor de wijziging van het oppervlakte bouwland. De rode staven geven een wijziging van het bouwplan weer, de groene staven tonen de bedrijven waarbij de oppervlakte bouwland niet hoeft te wijzigen om derogatie te krijgen. Vijf K&K bedrijven hoeven hun oppervlakte bouwland niet te wijzigen. Twee bedrijven op veengrond (nr 4 en 14) hebben geen bouwland, dus daar is ook geen groene staaf zichtbaar.

Gevolgen wijzigen bouwplan

‘In deze periode van het jaar gras zaaien is zuur’, geeft veehouder Houbraken aan. ‘Zo mis ik de kostbare eerste snede en zal de gewasopbrengst aan het eind van het jaar met de KringloopWijzer ook tegenvallen. Daarmee mis ik waarschijnlijk ook eventuele extra bemestingsruimte door een hoge gewasopbrengst’, weet Houbraken. Een flinke tegenvaller dus. ‘Omdat ik het niet toepassen van derogatie geen optie vind, heb ik besloten een perceel dat bestemd was voor maïs, in te zaaien met gras’. Extra zuur omdat de maïsopbrengst altijd hoger is dan de grasopbrengst, zodat hierdoor meer voeraankoop nodig zal zijn. Een ander gevolg is dat het aandeel maïs in het rantsoen mogelijk omlaag gaat. Hierdoor is de kans groot dat de excretie van stikstof en fosfaat omhoog gaat.

Figuur 1 oppervlakte bouwland bij ‘oude’ (blauw) en ‘nieuwe’ (groen) derogatie voor de 16 Koeien & Kansen bedrijven (indicatie gebaseerd op gegevens van 2012). De rode staven geven het gewijzigde bouwplan weer bij  'nieuwe' derogatie.

De rode

Gevolgen voor mestafzet

In het Centraal en Zuidelijk zandgebied kan bij de nieuwe derogatie eisen nog maar 230 kg stikstof uit dierlijke mest geplaatst worden. In de andere gebieden en op kleigrond in die gebieden is mag wel 250 kg stikstof uit dierlijke mest geplaatst worden. Dit heeft flinke gevolgen voor mestafzet voor die bedrijven. ‘Voor mij stijgt deze met ca 250 ton’, geeft Houbraken aan. ‘Toegegeven, door meer grasland stijgt wel mijn plaatsingsruimte voor fosfaat’, rekende Houbraken voor. ‘Maar deze kan ik niet opvullen met dierlijke mest, want die mest moet weg vanwege de stikstof. Opvullen met fosfaatkuntstmest, zou nog een keer kosten maken betekenen’, reageert Houbraken verontwaardigd.

Gemiddeld over alle Koeien & Kansen bedrijven neemt de mestafzet met circa 70 ton toe. ‘En nog niet de helft van de bedrijven ligt in het Centraal en Zuidelijk zandgebied’, weet adviseur Jan van Middelaar. Dus een flinke kostenpost voor de bedrijven die het betreft. ‘En hiermee gaat niet alleen stikstof van het bedrijf af, maar ook fosfaat, organische stof en kali’, geeft van Middelaar aan. ‘Uit voorgaande jaren blijkt dat wij (te) weinig fosfaat bemesten. Verder moeten we kunstmestkali aanvoeren om de behoefte aan dit mineraal op peil te houden. Met de nieuwe regels, voeren we nog meer fosfaat en kali af, en worden we genoodzaakt dit via kunstmest aan te kopen’, redeneert Houbraken. ‘Ik heb vooralsnog dan ook meer moeite met de verlaging van de stikstofnorm dan met de aanpassing van het minimale percentage grasland’. Uiteindelijk is het dus erg belangrijk voor Nederland om de komende jaren een goede milieukwaliteit aan te tonen, zodat deze situatie weer werkbaarder wordt gemaakt. ‘Het enige voordeel dat ik wel zie, is dus dat  mijn plaatsingsruimte voor fosfaat wat groter wordt’, sluit Houbraken af.