Nieuws

Minder fosfor in krachtvoer op Koeien & Kansen-bedrijven

Gepubliceerd op
20 juni 2019

In 8 jaar tijd is het P-gehalte in krachtvoer met 14 procent gedaald van 4,9 naar 4,2 gram P per kilogram krachtvoer op de Koeien & Kansen bedrijven. Mede hierdoor is de fosfaatexcretie op deze bedrijven flink verminderd. Deze daling is het gevolg van een afgesloten convenant in 2011 van de ketenpartners NEVEDI en LTO om het fosforgehalte in krachtvoer te verlagen. Deze afspraken zijn in 2015 aangescherpt.

Convenant minder P in krachtvoer

Om de mineralenuitscheiding van fosfaat met mest te beperken, hebben veevoerorganisatie NEVEDI en boerenbelangenorganisatie LTO in juli 2011 afgesproken dat het bruto P-gehalte in mengvoer met 10% moest worden verlaagd. Krachtvoer voor melkkoeien in Nederland zou dan gemiddeld maximaal 4,5 gram P per kilgram mogen bevatten. Ook werd afgesproken dat de P/RE-ratio niet hoger mocht zijn dan 2,5%. In 2015 zijn de afspraken verder aangescherpt: het maximale P-gehalte van Nederlands mengvoer voor koeien mocht niet hoger zijn dan 4,3 gram P per kg krachtvoer en de P/RE-ratio mocht maximaal 2,3% zijn.

Lager P-gehalte krachtvoer Koeien & Kansen

Figuur 1: Gemiddeld P-gehalte in krachtvoer van deelnemers Koeien & Kansen over 2012-2018.
Figuur 1: Gemiddeld P-gehalte in krachtvoer van deelnemers Koeien & Kansen over 2012-2018.

Figuur 1 laat het verloop van het gemiddelde P-gehalte in krachtvoer zien op de Koeien & Kansen-bedrijven van 2010 tot 2018. Ondanks dat de samenstelling van de groep door de jaren heen iets veranderde is een duidelijk verloop te zien. In 2010 en 2011 was het gemiddelde P-gehalte van krachtvoer op de Koeien & Kansen-bedrijven nog ongeveer 4,9 gram P/kg krachtvoer. Na de eerste afspraken in 2011, zakte het P-gehalte naar ongeveer 4,5 gram P/kg krachtvoer in de periode 2012-2015. Na aanscherping van de afspraken in 2015 daalde het P-gehalte verder naar 4,3 gram P/kg krachtvoer in 2016. Na een kleine stijging in 2017, is het gemiddelde P-gehlate van krachtvoer in 2018 op de Koeien & Kansen-bedrijven op het laagste niveau beland, namelijk 4,2 kg P per kilogram krachtvoer. Dit is een daling van ruim 14 procent ten opzichte van 2010 en 2011.

* Door vertrek en toevoegen nieuwe deelnemers is de groepssamenstelling niet altijd gelijk. Het gemiddelde in de jaren 2015-2018 is berekend voor huidige groep deelnemers.

Grote variatie tussen bedrijven

In Figuur 2 zijn de P-gehalten in krachtvoer van de individuele Koeien & Kansen-bedrijven weergegeven voor de periode van 2015-2018. Figuur 2 laat zien dat het P-gehalte in 2018 op 14 bedrijven is verlaagd ten opzichte van 2015. Op drie bedrijven is het P-gehalte in krachtvoer sinds 2015 gestegen. Bedrijf 2 valt hier het meest op. Het P-gehalte in krachtvoer is sinds 2015 met 1,6 gram P per kg krachtvoer gestegen naar 5,9 gram P per kg krachtvoer. Opgemerkt moet wel worden dat dit bedrijf heel veel bijproducten voert en zeer weinig krachtvoer.

De grootste daling van het P-gehalte was op bedrijf 12. Hier daalde het P-gehalte met 1,1 gram P per kg krachtvoer van 4,9 gram P/kg krachtvoer in 2015 naar 3,8 gram P/kg krachtvoer in 2018.

De variatie in P-gehalte van krachtvoer op de Koeien & Kansen-bedrijven is ook groot: er zijn 2 veenbedrijven met veel grasland die krachtvoer met minder dan 3 gram P/kg krachtvoer voeren. 5 bedrijven voeren krachtvoer dat 3 tot 4 gram P/kg bevat en 8 bedrijven voeren krachtvoer met een P-gehalte van 4 tot 5 k gram P/kg krachtvoer. Tenslotte zijn er twee bedrijven die krachtvoer voeren met meer dan 5 gram P/kg krachtvoer.

Opgemerkt moet worden dat niet voor ieder Koeien & Kansen-bedrijf verlaging van het P-gehalte in krachtvoer een doel was in de afgelopen jaren. Vooral voor bedrijven die met BEP meedoen pakt een lager P-gehalte in krachtvoer niet altijd gunstig uit. Ook wanneer stikstof bij mestafvoer beperkend is, is het belang om het P-gehalte van krachtvoer verder te verlagen niet aanwezig.

Lage fosfaatexcretie

Figuur 2: P-gehalte in krachtvoer op individuele Koeien & Kansen-bedrijven in 2015-2018.
Figuur 2: P-gehalte in krachtvoer op individuele Koeien & Kansen-bedrijven in 2015-2018.

De forse verlaging van het P-gehalte in krachtvoer heeft er mede toe bijgedragen dat de bedrijfsspecifieke productie van fosfaat met mest op de Koeien & Kansen-bedrijven fors is afgenomen. De bedrijfsspecifieke fosfaatexcretie in 2018 was 18% lager dan de forfaitair berekende excretie. Lees ook: Voordeel KringloopWijzer minder groot voor Koeien & Kansen bedrijven in 2018. In 2015 was het voordeel nog maar gemiddeld 9% op de Koeien & Kansen-bedrijven. Behalve een lager P-gehalte in krachtvoer spelen bij de fosfaatexcretie meer factoren een rol zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid gevoerd krachtvoer en voeding van andere producten zoals bijproducten.

Opmerking deelnemers

Door vertrek en toevoegen nieuwe deelnemers is de groepssamenstelling niet altijd gelijk. Het gemiddelde in de grafieken is in de jaren 2015-2018 is berekend voor huidige groep deelnemers.