Nieuws

Meer individuele aandacht voor nieuwmelkte koe

Gepubliceerd op
26 maart 2015

Koeien & Kansen veehouder van Hoven wil een hogere efficiëntie realiseren door de koeien langer op het bedrijf te houden. Dat is een uitdaging bij een veestapel met 255 melkgevende koeien. Dit hoopt hij te bereiken door meer individuele aandacht voor de nieuwmelkte koeien. Bij nieuwbouw heeft hij hierop ingespeeld door een aparte ruimte te maken voor dertig vers afgekalfde koeien.

Het bedrijf van de familie van Hoven in Eckelrade is in de afrondende fase van een uitbreidingtraject. Dit heeft geresulteerd in een bedrijf met vier melkrobots en 255 melkgevende koeien. Om tussen de 255 dieren een koe op te zoeken valt niet  mee. Gelukkig bieden de melkrobots gelegenheid om te separeren. Toch kan het voor vers afgekalfde koeien en vaarzen in zo’n grote koppel erg zwaar zijn. Deze dieren wil je als veehouder goed in de gaten houden en gun je een soepele en rustige overgang van droogstand naar lactatie. Elke dag separeren is dan ook geen goede optie. Het gevaar van vroegtijdige vervanging komt dan op de loer te liggen.

Kleine groep van 30 dieren

Om de transitiefase goed af te ronden, na een goede droogstand, komen de vers afgekalfde dieren eerst in een kleine groep van dertig  dieren. Deze groep word ‘gewoon’ gemolken door één melkrobot, die ook koeien uit de rest van de koppel melkt. Hierdoor gaat de capaciteit van de robot niet verloren.

Het voordeel van deze aparte groep is de mogelijkheid tot het uitvoeren van een goede, individuele controle. Bovendien is het vanuit deze groep makkelijk om het individuele dier eerder of net juist wat later door te schuiven naar de grote koppel.

Het doel van deze werkwijze is dat de totale transitieperiode goed doorlopen wordt en dat uiteindelijk de koeien één of twee lactaties  langer meegaan, zonder extra problemen. ''Je bent tenslotte veeverzorger en geen veeverpleger', concludeert Van Hoven.