Nieuws

Koeien & Kansen veehouders scoren goed op duurzaamheid

Gepubliceerd op
31 januari 2019

De Koeien & Kansen deelnemers scoren in 2017 bovengemiddeld op de duurzaamheidsdoelen; levensduur van melkkoeien, weidegang en natuurbeheer. Dit is één van de resultaten uit de jaarlijkse sectorrapportage van de Duurzame Zuivelketen. Hierin werken LTO en NZO samen aan een toekomstbestendige en verantwoorde zuivelsector met draagvlak voor markt en maatschappij.

In deze sectorrapportage zijn prestaties van de Koeien en Kansen-deelnemers nader bekeken vergeleken met het Nederlandse gemiddelde. Hieruit kwam naar voren dat het antibioticagebruik ruim voldoet aan het gestelde doel van 90% van de bedrijven onder de SDa-actiewaarde, maar dat de Koeien & Kansen-ondernemers met 2,6 dierdagdoseringen per dierjaar wel meer antibiotica (+23%) dan het gemiddelde Nederlandse melkveebedrijf. In het kader van energie-efficiëntie realiseren de Koeien & Kansen-bedrijven een vrijwel gelijk elektriciteits- en dieselgebruik per 1.000 kilogram melk. Hoewel het project vooral focust op mest- en milieuprestaties blijven de prestaties op de meeste andere duurzaamheidsdoelen zeker niet achter.

De Duurzame Zuivelketen heeft doelen geformuleerd binnen vier hoofdthema’s:

  1. Klimaatneutraal ontwikkelen
  2. Continue verbeteren van diergezondheid en dierenwelzijn
  3. Behoud van weidegang
  4. Behoud van biodiversiteit en milieu

Voor de verschillende doelen zijn indicatoren geformuleerd om de voortgang te kunnen monitoren. Wageningen Economic Research heeft de resultaten in beeld gebracht tot en met het jaar 2017 in de Sectorrapportage Duurzame Zuivelketen. In dit bericht zijn de prestaties van de 16 Koeien & Kansen-bedrijven voor het jaar 2017 (en soms ook eerdere jaren) voor de meeste indicatoren in kaart gebracht en vergeleken met de gemiddelde prestaties van de Nederlandse melkveehouderij.

Energie

Bij het thema klimaatneutraal ontwikkelen is voor de Koeien & Kansen-bedrijven alleen gekeken naar het energieverbruik en de productie van duurzame energie. Het elektriciteitsverbruik en het dieselverbruik per 1.000 kilogram melk is op de Koeien & Kansen-bedrijven vrijwel gelijk aan het gemiddelde Nederlandse bedrijf.

De Duurzame Zuivelketen-indicator ‘productie van duurzame energie’, uitgedrukt als percentage van het totale energieverbruik in de hele zuivelketen, leent zich niet voor een vergelijking tussen Koeien & Kansen en het Nederlands gemiddelde. Wel kan over de Koeien & Kansen-bedrijven gezegd worden dat er steeds meer eigen productie van duurzame energie plaatsvindt. Een aantal bedrijven heeft één of meerdere kleine windmolens of is onderdeel van een windmolenpark. Ook het aantal bedrijven met zonnepanelen groeit gestaag. Mestvergisting komt (nog) niet voor op de Koeien & Kansen-bedrijven.

Verbeteren van diergezondheid en dierenwelzijn

De Duurzame Zuivelketen streeft ernaar de diergezondheid en het dierenwelzijn continu te verbeteren. Eén van de indicatoren waarnaar wordt gekeken is de levensduur van melkkoeien. De Koeien & Kansen-bedrijven hebben met afgerond 5 jaar en 9 maanden in 2017 een hogere gemiddelde leeftijd bij afvoer dan het sectorgemiddelde van afgerond 5 jaar en 7 maanden op basis van I&R. Dat is een goede prestatie. Dat blijkt oik figuur 1. Wel moet hierbij opgemerkt worden dat de indicator levensduur van individuele en van kleine groepen bedrijven van jaar op jaar sterk kan wisselen, waardoor het beter is om dan naar bijvoorbeeld een 3-jaarsgemiddelde te kijken. Overigens is vanwege het fosfaatreductieplan in 2017 de gemiddelde leeftijd bij afvoer wel gedaald t.o

Figuur 1: Gemiddelde leeftijd van melkkoeien bij afvoer op melkveebedrijven in Nederland op basis van gegevens CRV (1992 t/m 2010) en op basis van gegevens I&R (2011 t/m 2017), gemiddelde leeftijd van melkkoeien bij afvoer op Koeien & Kansen-bedrijven en sectordoel. Bron: Sectorrapportage Duurzame Zuivelketen; Prestaties 2017 in perspectief (Doornewaard et al., 2018), Koeien & Kansen (niet gepubliceerd)
Figuur 1: Gemiddelde leeftijd van melkkoeien bij afvoer op melkveebedrijven in Nederland op basis van gegevens CRV (1992 t/m 2010) en op basis van gegevens I&R (2011 t/m 2017), gemiddelde leeftijd van melkkoeien bij afvoer op Koeien & Kansen-bedrijven en sectordoel. Bron: Sectorrapportage Duurzame Zuivelketen; Prestaties 2017 in perspectief (Doornewaard et al., 2018), Koeien & Kansen (niet gepubliceerd)

Een andere indicator binnen het hoofdthema 'Continu verbeteren van diergezondheid en dierenwelzijn’ heeft betrekking op een verantwoord antibioticagebruik. Het streven van de Duurzame Zuivelketen is dat meer dan 90 procent van de melkveebedrijven minder antibiotica gebruikt dan de actiewaarde van de Autoriteit Diergeneesmiddelen, namelijk 6 dierdagdoseringen (DDDAF, Defined Daily Dose Animal farm). Zowel binnen Koeien & Kansen als sectorbreed wordt dit doel ruimschoots gerealiseerd met respectievelijk 100 en 99,9 procent. Een ondersteunende indicator binnen dit thema is het aantal dierdagdoseringen (uitgedrukt in DDDAF). In 2017 realiseerden de Koeien & Kansen–bedrijven gemiddeld 2,6 dierdagdoseringen. Dit is hoger dan het gemiddelde van alle Nederlandse melkveebedrijven (2,1 dierdagdoseringen). De variatie tussen bedrijven is groot, zowel als het gaat om de gemiddelde leeftijd bij afvoer als om het antibioticagebruik.

Behoud weidegang

In 2017 paste 80,4% van de melkveebedrijven in Nederland een vorm van weidegang toe, waarbij het bij 73,2% van de bedrijven ging om volledige weidegang. Dit betekent dat de melkkoeien minimaal 120 dagen per jaar ten minste 6 uur per dag weiden op een weide met voldoende grasaanbod. Op 7,3 procent van de bedrijven past een andere vorm van weidegang toe. De dieren weiden dan ten minste 120 dagen per jaar, waarvan minimaal 25% van het rundvee in weide graast met voldoende grasaanbod. 

Op de Koeien & Kansen-bedrijven was het aandeel bedrijven met weidegang met 94,4% hoger dan het Nederlands gemiddelde. De Koeien & Kansen–bedrijven voldeden hiermee als groep goed aan de doelstelling om het aandeel bedrijven met beweiding op het niveau van 2012 (81,2%) te behouden. Wel is het aandeel bedrijven met volledige weidegang op Koeien & Kansen-bedrijven lager dan het sectorgemiddelde. 

Behoud van biodiversiteit en milieu

Voor biodiversiteit is in 2017 gewerkt aan een monitoringsystematiek. Om toch al iets te kunnen zeggen over het thema biodiversiteit, is in beeld gebracht welk aandeel van de melkveehouders lid is van een Agrarische Natuurvereniging (ANV) en op hoeveel procent van de bedrijven aan een vorm van natuurbeheer deelneemt. Van de Koeien & Kansen-bedrijven is 50 procent lid van een ANV in 2017, terwijl dat 41 procent sectorbreed is. Verder past 75 procent van de Koeien & Kansen-bedrijven een vorm van natuurbeheer toe op het bedrijf, ten opzichte van 60% van alle melkveehouders in Nederland.