Nieuws

Bedrijfseigen fosfaatnorm geeft extra ruimte op K&K bedrijven

Gepubliceerd op
21 januari 2014

Het nieuwe mestbeleid krijgt meer vorm. De overheid gaat niet met melkveerechten werken, maar met verplichte mestverwerking. Hierdoor kiest de overheid voor een bedrijfsspecifieke benadering. Het project Koeien & Kansen gaat de gevolgen van de nieuwe mestvoorstellen in beeld brengen.

Een belangrijk onderdeel van de nieuwe mestvoorstellen is dat bedrijven met een fosfaatoverschot mest moeten gaan verwerken. De hoeveelheid mestverwerking is afhankelijk van de regio waarin het bedrijf zit en van het jaar. Zo moet in 2015 regio Zuid vijftig procent van het fosfaatoverschot verwerken, regio Oost dertig procent en de overige regio’s tien procent. Bedrijven die minder dan 100 kilogram fosfaat zouden moeten verwerken, zijn vrijgesteld van mestverwerking.  De verwachting is dat mestverwerking meer kost dan de huidige ‘reguliere’ afvoer. Om kosten te besparen  zullen melkveehouders de hoeveelheid te verwerken mest zo veel mogelijk beperken.

Uit tabel 1 blijkt dat in 2014 zes van de zestien bedrijven en in 2015 zeven van de zestien bedrijven mest moeten laten verwerken. Hierbij is rekening gehouden met een bedrijfseigen fosfaatgebruiksnorm (voordelig voor een aantal bedrijven), en moet per bedrijf in 2015 gemiddeld 139 ton mest verwerkt worden. Dit is bij 4,2 kg stikstof en 1,6 kg fosfaat per ton mest. In 2014 is dit minder, omdat de percentages te verwerken mest in de verschillende regio’s lager zijn. Voor de zeven bedrijven moet in 2015 gemiddeld 317 ton mest verwerkt worden. Het bedrijf dat de meeste mest moet verwerken in 2015, heeft een opgave van 530 ton mestverwerking.

 

BEX zorgt voor hogere efficiëntie

Voor 2012 geldt dat door het toepassen van BEX: 14 bedrijven een lagere stikstofexcretie en 15 bedrijven een lagere fosfaatexcretie hebben. Twaalf bedrijven hoeven minder mest af te voeren.  Voeren. Naast de verplichte mestverwerking blijkt ook uit de tabel dat veertien van de zestien bedrijven in 2012 een voordeel bij gebruik van BEX hebben gehad. Hierbij is het wegvallen van de 5% extra korting op excreties in de toekomst nog niet meegenomen. Het is duidelijk dat het werken met BEX gemiddeld per bedrijf een besparing oplevert van 543 ton mestafvoer in 2012, als we gehaltes aannemen van 4,2 kg stikstof 1,6 kg fosfaat per ton mest. Dit is voor 2014 en 2015 gelijk, bij gelijkblijvende aangenomen forfaitaire excretie. Een mooi voordeel dat het gevolg is van efficiëntieverhoging.  

tabel2.jpg

Meer plaatsingsruimte dan forfaitaire gebruiksnorm fosfaat

Van de Koeien & Kansen bedrijven is bekend wat de fosfaatonttrekking is. Dit is bepaald aan de hand van de hoeveelheid fosfaat dat via de gewassen geoogst is. Dit gecorrigeerd voor de fosfaattoestand van de bodem leidt per bedrijf tot een bedrijfseigen fosfaat gebruiksnorm (BEP).  Bij het principe van evenwichtsbemesting zou deze hoeveelheid fosfaat ook bemest mogen worden. Zo is de generieke forfaitaire fosfaatgebruiksnorm ook bepaald. Aangezien er variatie is tussen de jaren, is er gerekend met de gemiddelde gewasopbrengst van de jaren 2010, 2011 en 2012.

Tabel 1 laat zien dat de fosfaattoestand van de bodem op de bedrijven gemiddeld eerder hoog dan laag is. Dus de plaatsingsruimte is naar beneden gecorrigeerd. In 2014 is voorzien dat de generieke forfaitaire fosfaatgebruiksnorm nog hoger is dan in 2015. Daarom verschillen de effecten van 2015 met 2014. De bedrijfseigen fosfaatgebruiksnorm (BEP) is gebaseerd op de gegevens van de bedrijfsvoering van 2010, 2011 en 2012. Deze is gemiddeld per bedrijf voor beide jaren op 83 kg fosfaat per ha bedrijfsoppervlakte als plaatsingsruimte berekend. Dit is in 2014 gemiddeld nog lager dan de forfaitaire gebruiksnorm en in 2015 gemiddeld ongeveer gelijk aan de forfaitaire gebruiksnorm. Het verschil tussen beide jaren wordt veroorzaakt doordat de forfaitaire gebruiksnorm in 2014 hoger is dan in 2015. In 2015 hebben zeven van de zestien Koeien & Kansen bedrijven een voordeel van deze BEP-norm, terwijl dit er voor 2014 zes waren. Gemiddeld in 2015 is het verschil in tussen de forfaitaire gebruiksnorm van fosfaat en de bedrijfsspecifieke gebruiksnorm van fosfaat nihil.. De verschillen tussen de bedrijven zijn echter groot. Dit varieert van 19 kg fosfaat per ha lagere gewasonttrekking dan de forfaitaire norm tot 41 kg fosfaat per ha hogere fosfaatonttrekking dan het forfait.

Het gemiddelde voordeel in de mestafzet door een bedrijfsspecifieke gebruiksnorm is 30 ton per bedrijf in 2014 en 65 ton per bedrijf in 2015. Zeven van de zestien bedrijven zouden in 2015 door de bedrijfsspecifieke fosfaatgebruiksnorm minder mest hoeven afvoeren. Het bedrijf dat het meeste voordeel ondervindt, bespaart door toepassen van de bedrijfsspecifieke fosfaatnorm in 2015 360 ton mestafvoer, bij 4.2 kg stikstof en 1.6 kg fosfaat per ton mest.