Nieuws

Gehaltes dierlijke mest weer wat lager

Gepubliceerd op
9 mei 2016

De Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV) heeft in het Bemestingsadvies de tabel ‘Gemiddelde samenstelling van organische meststoffen’ aangepast aan de jongste praktijkcijfers. De gehaltes in runder- en vleesvarkensmest blijven over de afgelopen jaren dalen.

Belangrijkste informatiebron voor het vaststellen van de aanpassing van de samenstelling van de organische meststoffen zijn de mestanalyses die de laatste jaren binnen gekomen zijn bij Eurofins Agro. Deze cijfers zijn direct geconformeerd aan de cijfers van de Commissie Deskundigen Meststoffen (CDM) en de Commissie Bemesting Akkerbouw en Vollegrondsgroenten (CBAV). Dezelfde cijfers worden dus op meerdere plaatsen gebruikt. 

Zelf tijdig mestmonsters nemen

Hoewel deze gemiddelde gehaltes zijn opgebouwd uit een groot aantal metingen adviseert de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV) nadrukkelijk zelf mestmonsters te nemen van de verschillende partijen (goed gemixte) mest. Er komen namelijk erg grote verschillen voor in de praktijk. Zonder bekende gehaltes kunt u immers niet nauwkeurig bemesten. Van de verzamelde monsters voor de nieuwe cijfers in onderstaande tabel is het Ntotaal bijvoorbeeld gemiddeld 4 kg, maar 95% van de monsters bevindt zich tussen 2,6 en 5,4 kg per m3.

Wederom lagere gehaltes in rundveedrijfmest

In onderstaande tabel is weergegeven hoe de gehaltes zijn van de twee meest voorkomende organische meststoffen; rundveedrijfmest en vleesvarkensdrijfmest. Aanpassingen van de tabel hebben plaatsgevonden in 2002, 2011 en nu in 2016. Bij runderdrijfmest zijn nagenoeg alle macro elementen lager geworden. Opvallend is dat droge stof niet echt verandert en dat de verhouding Ntot en Nmin ook nauwelijks wijzigt. Voor vleesvarkensmest is de trend hetzelfde, behalve voor fosfaat. Voor het complete overzicht, bekijk tabel 1.5: samenstelling organische meststoffen.

tabel12345.JPG