Nieuws

Veel praktische kennis tijdens demo graslandbemesting

Gepubliceerd op
24 juni 2022

Hoe zorg je voor een optimale bemesting van grasland en houd je de ammoniakemissie tijdens het bemesten zo laag mogelijk? Zo’n honderd geïnteresseerde boeren, loonwerkers, agrarisch adviseurs en studenten kregen dinsdag 14 juni jl. antwoord op deze en andere vragen tijdens de tweede praktijkdemo van Bemest op z’n Best in Giessenburg.

Halvering ammoniakemissie bij mesttoediening

Koos Verloop
Koos Verloop

De veengronden van melkveehouderij De Heihoeve in Giessenburg vormen het decor tijdens deze zonnige morgen. Programmamanager Koos Verloop van de WUR verwelkomt de deelnemers in de volle tent in een weiland van De Heihoeve. Hij start zijn verhaal met de missie en de doelen van het programma; te weten een halvering van ammoniakemissie tijdens mesttoediening op het land en het creëren van draagvlak voor toepassing van innovaties om dit te bereiken. Doelen die uiteindelijk een bijdrage moeten leveren aan het oplossen van de stikstofproblematiek en het vinden van een betere balans tussen boer, burger en milieu. “Na de recente kamerbrieven van ministers Van der Wal (Stikstof) en Staghouwer (LNV) en de plannen rondom het Nationaal Programma Landelijk Gebied, is de noodzaak tot innoveren alleen maar duidelijker”, benadrukt Koos. “Er valt nog een wereld aan ammoniakreductie te winnen door een zorgvuldigere mesttoediening én door het bedenken en toepassen van nieuwe technieken. We zijn het aan onszelf verplicht om alle kennis en mogelijkheden te benutten om mede via deze route die betere balans te bereiken.”

Besparen op kunstmest

Zwier van der Vegte
Zwier van der Vegte

Na de introductie van Koos zoomt Zwier van der Vegte, voorzitter van de werkgroep Demo & Praktijk, in op de verschillen in ammoniakemissie bij diverse toedieningsmethodes. “Methodes als breedwerpig bovengronds uitrijden of de machine met sleepslangetjes/sleepvoet boven de grond houden, zijn niet meer toegestaan vanwege de hoge emissiefactor”, legt Zwier uit. “Methodes waarbij de sleepvoetmachine op de juiste manier gebruikt wordt of in combinatie met een sleufkouter – die een klein sleufje in het gras snijdt – en de zodenbemester, kennen een veel lagere emissiefactor en zijn wél toegestaan.” Ter vergelijking: bovengronds uitrijden van drijfmest heeft op grasland een emissiefactor van 68% (uitgedrukt in kg NH3-N), terwijl dit voor een sleufkouter met 1/3 deel water en voor een zodenbemester 17% is. Dat wil zeggen dat 68 van de 100 kg ammoniak-stikstof tijdens het bovengronds toedienen vervliegt. “Bij een correcte toepassing van een sleufkouter of zodenbemester komt dus veel meer stikstof ten goede aan het gras. Dit levert een hogere grasopbrengst op met een beter eiwitgehalte en je bespaart als boer enorm op de kunstmestkosten”, aldus Zwier, die naast zijn werkzaamheden voor dit programma tevens werkzaam is op Agro-innovatiecentrum De Marke.

Emissie afhankelijk van omstandigheden

En dan is het tijd om het veld in te gaan. Herman Krebbers van Delphy, en Sjon de Leeuw van PPP-Agro Advies West nemen de aanwezigen mee voor de demo’s van verschillende machines en methodes van mesttoediening. “Om een optimale reductie van emissies te verkrijgen, is een juiste toepassing van de machines erg belangrijk”, legt Herman uit. “Dat betekent voor grasland op veengrond dat alle mest verdund in smalle strookjes tussen het gras op de grond moet worden gebracht met een verdunning van twee delen mest op minimaal één deel water.” Het werkresultaat hangt af van de omstandigheden. Herman licht toe: “Onder andere de vochtigheid van de bodem, het soort kouter van de bemester, de scherpte van de kouters, de druk waarmee de kouters in de grond gedrukt kunnen worden en natuurlijk de mestgift, spelen een rol.”

Herman Krebbers, links met microfoon, en Sjon de Leeuw, gehurkt, verzorgen de demo’s.
Herman Krebbers, links met microfoon, en Sjon de Leeuw, gehurkt, verzorgen de demo’s.

Invloed op kwaliteit vers gras en kuil

Als de mest niet geheel in de sleufjes in de grond komt, bestaat het risico dat de ingedroogde mest met het gras omhoog groeit. “Dit gaat ten koste van de kuilkwaliteit bij de oogst of de smakelijkheid en grasopname bij beweiding”, vertelt Sjon de Leeuw. “Welke resultaten mogelijk zijn bij verschillende soorten kouters van zodenbemesters, sleufkouterbemesters en wat het effect is van verdunning van de mest hebben we tijdens de demo in Giessenburg laten zien.” Ook het resultaat van eerdere bemesting is bekeken en besproken. Conclusie daarbij is dat de ammoniakemissie het laagst is als het contactoppervlak van de mest met de lucht zo klein mogelijk is en dat verdunde mest beter in de grond infiltreert. Ook zijn weersomstandigheden zoals temperatuur, wind en luchtvochtigheid of neerslag van invloed op de emissie. “Dus rijdt de mest bij voorkeur uit bij lage temperaturen, windstil weer en liefst onder regenachtige omstandigheden”, adviseert Sjon.

Meer demo’s of idee indienen?

Wil je de volgende demo bijwonen? Hou onze website en Facebook-pagina in de gaten. Heb je een idee voor nieuwe mesttoedieningstechnieken of verbetering van bestaande technieken? Meld je idee dan aan via de website. We denken graag met je mee en waar mogelijk faciliteren wij de ontwikkeling van jouw innovatie naar de praktijk.

DJI_0266-1.jpg-14juniweb.jpg