Nieuws

Klimaatrobuust waterbeheer vraagt grootschalige aanpak

Gepubliceerd op
8 augustus 2022

Het klimaat verandert en maatregelen zijn nodig om meer water beschikbaar te hebben voor landbouw en natuur in droge perioden. Dit vraagt een robuuster waterbeheer, dat gericht is op het langer vasthouden van regenwater en het verhogen van de grondwaterstand. Grootschalige regionale modelberekeningen laten zien dat alleen het implementeren van maatregelen op grote schaal een substantieel verhogend effect hebben op de grondwaterstand. Het effect wordt versterkt door maatregelen te combineren.

Project 

In het PPS-project ‘Klimaatrobuust waterbeheer voor Friese zandgebieden – op zoek naar de juiste balans’ (2021-2023) wordt kennis gegenereerd, die nodig is om het waterbeheer op de zandgronden van Noord- en Zuidoost Friesland klimaatadaptiever te maken en om te zien wat dit concreet voor landbouw en natuur betekent. De kern van dat adaptieve beheer is het langer vasthouden van regenwater, waardoor minder snel droogte optreedt. Dit kan echter ook tot vernatting leiden. Voor natuur moet de aanvoer van gebiedsvreemd water worden beperkt door een natuurlijker grond- en oppervlaktewaterregiem. Aan de hand van grootschalige regionale modelberekeningen wordt verkend wat de effecten zijn van verschillende hydrologische maatregelen op het vasthouden van water en de verandering van droog- en natschade voor landbouw en natuur.  

Het doel van het project is om inzicht te verschaffen in het effect van hydrologische maatregelen op gebiedsniveau, die gericht zijn op het langer vasthouden van water op de zandgronden, op landbouw en natuur op het Noord- en Zuidoost zandgebied in Friesland. Voor de bestuursorganen, agrarische sector en natuurbeheerders is dit inzicht nodig om gezamenlijk keuzes te maken voor een klimaatrobuust waterbeheer. Het inzicht wordt in dit project verkregen door enerzijds de grootschalige modelverkenningen uit te voeren en anderzijds metingen te verrichten in 12 lopende pilots op perceelsniveau. 

Maatregelen 

Voor de grootschalige modelverkenningen wordt gebruik gemaakt van de Strategische Grondwaterstudie Friesland, die is uitgevoerd door Royal Haskoning DHV in opdracht van provincie Friesland met het regionale hydrologische model MIPWA3. De berekeningen zijn opnieuw uitgevoerd met een verkleind grid van 100 x100 meter, om een betere vergelijking te kunnen maken met de resultaten van de proefpercelen uit de pilotgebieden. Aansluitend worden berekeningen met WaterWijzerLandbouw (WWL) uitgevoerd om de hydrologische effecten te vertalen in effecten op gewasproductie en economische consequenties. Zie voor het onderzoeksgebied Figuur 1.  

Figuur 1. Onderzoeksgebied verkenning hydrologische berekeningen Noord- en Zuidoost Friesland

Figuur 1. Onderzoeksgebied verkenning hydrologische berekeningen Noord- en Zuidoost Friesland

De maatregelen zijn:

  1. Waterconservering door slootbodemverhoging en peilverhoging in de watervoerende sloten
  2. Combinatie van peilgestuurde drainage (subirrigatie) en slootbodemverhoging
  3. Lokale maatregelen uit 12 pilotgebieden:

    • Stuwen
    • Aanpassing peilen
    • Peilgestuurde of ondiepe nauwe drainage
    • Verondiepen of dempen van watergangen

De volgende klimaatscenario’s zijn berekend:

  • Huidig klimaat (2001-2010)
  • Toekomstig klimaat (Gh 2050)

Voorlopige resulaten

De berekeningen uit de grondwaterstudie laten zien dat alleen het implementeren van maatregelen op grote schaal een substantieel verhogend effect heeft op de grondwaterstand. Lokale maatregelen hebben vooral effect als er wateraanvoer is. Zo gaf een van de betrokken melkveehouders aan dat sinds hij subirrigatie toepast, hij niet meer hoeft te beregenen. Zonder wateraanvoer blijft het effect beperkt tot een verhoging van de grondwaterstand in het voorjaar. Veel hangt af in hoeverre de stijghoogte van het diepere grondwater wordt verhoogd. Een voorlopige conclusie is dat de maatregelen een gebiedsgerichte aanpak vragen.   

Een volgende stap is het vertalen van de effecten uit de grondwaterstudie in effecten voor landbouw. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van de Waterwijzer Landbouw (WWL). Dit is een instrument voor het bepalen van het effect van veranderingen in hydrologische condities op gewasopbrengsten (WaterWijzer Landbouw Home (wur.nl). Hierbij wordt gebruik gemaakt van WWL-regionaal. Gestreefd wordt de modeluitkomsten te valideren met metingen van de pilotgebieden en gekeken wordt of de uitkomsten stroken met de praktijkervaringen. Een vergelijkbare exercitie zal worden uitgevoerd met Waterwijzer Natuur om effecten van klimaatverandering en waterbeheer op de terrestrische vegetatie van natuurgebieden te kunnen berekenen. Klik op Waterwijzer Natuur - KWR (kwrwater.nl) voor meer informatie. 

Perspectief

Het toekomstbestendig maken van het zandgebied vraagt om een gebiedsgerichte aanpak, waarbij water wordt vasthouden op de hogere flanken van het zandgebied. Wanneer bovenstrooms water wordt vastgehouden snijdt het mes aan twee kanten; het verlaagt de beregeningsbehoefte en er wordt minder water onttrokken. Belangrijk is het besef dat een grootschalige aanpak van waterconservering loont. De vraag is echter, hoe ver je regionaal moet opschalen en hoe de regionale aanpak georganiseerd moet worden. Een suggestie is om de benodigde watertransitie vorm te geven als een vervolg op ruimtelijke gebiedsontwikkelingen. De watertransitie kan tevens de uitgangssituatie voor natuur versterken. Het derde jaar van het project zal gericht zijn op het transitieproces met stakeholders. 

Samenwerkingsverband 

Het PPS-project ‘Klimaatrobuust waterbeheer voor de Friese zandgebieden – op zoek naar de juiste balans’ (LWV20260) wordt gefinancierd door het ministerie van LNV, provincie Friesland, Wetterskip Fryslân, Staatsbosbeheer en de agrarische gebiedscollectieven Noardlike Fryske Wâlden en Elan. Het project wordt uitgevoerd door Wageningen Livestock Research, Van Hall-Larenstein, Antea Group, Royal Haskoning DHV en Badus Bodem & Water.