Nieuws

Stikstofoverschotten onveranderd op Koeien & Kansen-bedrijven

Gepubliceerd op
28 juli 2014

De ondernemers aan het project Koeien & Kansen vullen al enkele jaren de KringloopWijzer in. Zo worden naast de technische resultaten van deze melkveebedrijven ook de milieuresultaten in beeld gebracht. De resultaten laten zien dat de stikstofoverschotten de laatste drie jaar nauwelijks zijn veranderd.

Het bedrijfsoverschot is in 2011, 2012 en 2013 respectievelijk  225, 234 en 231 kilogram per hectare. Uit de analyse blijkt verder dat het bodemoverschot respectievelijk  149, 158 en 155 kilogram per hectare is.  Van 2011 naar 2012 was er een stijging van het overschot en van 2012 naar 2013 is er een lichte daling waargenomen.

Figuur: Stikstofoverschot bedrijf  en stikstofoverschot bodem (kg/ha) van de K&K deelnemers in de jaren 2011 t/m 2013 en het gemiddelde 2011-2013.
Figuur: Stikstofoverschot bedrijf en stikstofoverschot bodem (kg/ha) van de K&K deelnemers in de jaren 2011 t/m 2013 en het gemiddelde 2011-2013.

Bijna 70 procent N-overschot via bodem

Het bedrijfsoverschot is onder te verdelen in het bodemoverschot, de ammoniakemissie en de overige stikstofverliezen die vervluchtigen. Het bodemoverschot is het grootste aandeel van het bedrijfsoverschot. Op de Koeien & Kansen-bedrijven is dat bijna 70 procent.  Het ammoniakverlies op deze bedrijven is 27 procent van het overschot. Het verschil in bedrijfsoverschot tussen de jaren is gelijk aan het verschil in bodemoverschot tussen de jaren. Dit betekent dat de ammoniakverliezen gelijk zijn gebleven.

Het bodemoverschot is enerzijds het verschil tussen bemesting, inclusief  depositie en mineralisatie en gewasonttrekking en anderzijds de vastlegging van stikstof in de bodem. De stikstofopbrengst van de gewassen is het hoogst in 2011. Het betreft 262 kilogram per hectare. De opbrengst was in 2013 het laagst met 254 kilogram per hectare. Tussen de jaren zit dus niet zoveel verschil. Omdat het bodemoverschot in de drie jaren ook nauwelijks veranderd is betekent dit dat de bemesting gelijk is gebleven.

Intensievere bedrijven

De intensiteit van de bedrijven is van 2011 naar 2012 met ruim 500 kilogram melk per hectare toegenomen. In 2013 is deze groei niet doorgezet en de intensiteit is gelijk gebleven aan het jaar 2012. Als een bedrijf intensiever wordt,  betekent dat in de praktijk dat het bedrijf meer voer aankoopt, meer mest afvoert, indien het niet op het eigen bedrijf kan plaatsen. En meer melk afvoert. De hogere afvoer van melk compenseert  de extra aanvoer van voer niet, omdat er altijd verliezen plaats vinden. Op de K&K bedrijven zien we dat er in 2012 en 2013 meer voer is aangevoerd dan in 2011 en dat er meer mest en melk is afgevoerd. Het iets hogere bedrijfsoverschot in 2012 en 2013 ten opzichte van 2011 is veroorzaakt door een toename van de voeraanvoer.

Een toename van de voeraanvoer kan het gevolg zijn van een intensivering van het bedrijf en/of een verlaging van de gewasopbrengst. Op dat laatste heeft een veehouder niet altijd invloed op en is afhankelijk van de grondsoort en het weer. Daar staat wel tegenover dat hij al ondernemer maatregelen kan nemen die hij zelf kan uitvoeren om de gewasopbrengst te verhogen.

De komende tijd zullen er een aantal artikelen met maatregelen verschijnen op deze site. Hieruit zal blijken dat een goede gewasopbrengst van groot belang is voor een laag stikstofoverschot.