category_news

Meer mest in BES-pilot geen vanzelfsprekendheid

Gepubliceerd op
14 juli 2021

De deelnemers van Koeien en Kansen doen mee met de BES pilot. Binnen deze pilot is het de uitdaging om dierlijke mest zo goed mogelijk te benutten en minder kunstmest te gebruiken binnen een toelaatbaar stikstofoverschot. Hierdoor kan er mogelijk meer dierlijke mest gebruikt worden dan de generieke gebruiksnorm. Soms valt het dubbeltje ook de andere kant op, waardoor er juist minder dierlijke mest gebruikt kan worden. Dat hoort bij bedrijfsspecifiek bemesten en is dan ook een serieus punt van aandacht voor Maurice en Ankie van Erp.

Koeien & Kansen-deelnemers Maurice en Ankie namen in 2020 met hun bedrijf Boerderij Stroobroek deel aan deze pilot. Hierover is vorig jaar ook een nieuwsbericht verschenen. Meer ruimte om hun mest van eigen het bedrijf te benutten ten koste van kunstmestruimte past perfect in de filosofie van kringlopen sluiten en circulaire landbouw. Bovendien hoefde Maurice behoorlijk minder mest af te voeren. Dit jaar is de bemestingsruimte veel lager. Hoe gaat hij hier in 2021 mee aan de slag.

Starten met een achterstand

De fosfaatopbrengst van het gewas bepaalt de hoogte van de BES-norm voor dierlijke mest en het toegestane stikstofbodemoverschot en de benutting van de meststoffen de hoogte van de hoeveelheid kunstmeststikstof. Deze kenmerken worden in de BES pilot bedrijfsspecifiek bepaald op basis van het driejarig gemiddelde in de KringloopWijzer. De jaren 2018, 2019 kenmerkten zich door droogte, daarnaast zorgden muizen voor extra schade en lagere opbrengst van het grasland. Hierdoor waren de gewasopbrengsten laag.

Lage opbrengst – weinig bemesting – minder opbrengst – minder bemesting

Ondanks deze ongunstige uitgangssituatie was er in 2020 ruimte voor wat meer dierlijke mest dan volgens de generieke norm, maar er moest wel fors kunstmest N worden ingeleverd. Deze uitdaging ging Maurice in de BES pilot aan door de BES bemesting op het hele bedrijf toe te passen. De hoop was om in een groeizaam jaar met goede opbrengsten en een hoge benutting het N-bodemoverschot te verlagen en zo meer stikstof bemestingsruimte te krijgen. Op deze manier zou de weg omhoog ingezet kunnen worden en de achterstand weggewerkt worden. Helaas kenmerkte ook 2020 zich door lage opbrengsten als gevolg van de droogte. Mogelijk speelde in 2020 ook de beperkte stikstofruimte en rol. En in plaats van meer ruimte zou bij deelname aan de BES pilot in 2021 de bemestingsruimte nog lager worden dan in 2020.

Het gevolg van de nog lagere stikstofgebruiksruimte voor 2021 is dat er duidelijk minder dan volgens de generieke N norm kan worden bemest. Hoewel er iets meer drijfmest gebracht mag worden zou er dan nog nauwelijks ruimte zijn voor een kunstmestgift. Dit geeft zorg, mede tegen de achtergrond van andere duurzaamheidsthema’s. Zelfgeteeld voer en eiwit van eigen land zijn erg belangrijk zijn voor een duurzame bedrijfsvoering en ook economisch rendement. Vanwege deze risico’s en mogelijke gevolgen, is er daarom voor gekozen om 2021 de BES bemesting niet op bedrijfsschaal toe te passen. Om toch inzicht in de werking van de BES pilot te krijgen in deze situatie wordt op één perceel wel bemest volgens de BES norm. Op deze manier kan bekeken worden wat het effect is van werken met een lage BES norm op de ruwvoerteelt en bedrijfsvoering.

Uitgangsituatie bepalend voor resultaat BES pilot?

Wat kunnen we tot nu leren van de ervaringen binnen de BES pilot? De bedrijfsspecifieke benadering kan, als er minder in plaats van meer ruimte is voor bemesting, zorg met zich meebrengen over de gewasproductie en financiële gevolgen. Om een achterstand om te buigen in een opwaartse spiraal zijn goede omstandigheden en goed management nodig. Wanneer de omstandigheden aanhoudend niet gunstig zijn, wordt ondanks goed management voor een neerwaartse spiraal gevreesd, zoals op het bedrijf van Van Erp.

Toch hoort deze keerzijde ook bij de BES. Het is wel heel belangrijk dat de BES ruimte gebaseerd is op een realistisch beeld van de opbrengst en benutting die verwacht mag worden op het bedrijf. Het is de vraag of het driejarig gemiddelde van KringloopWijzer resultaten na drie zeer droge jaren, een goed beeld geven van de opbrengst en benutting die kenmerkend is voor het bedrijf. Het zou goed zijn dat het project onderzoek of en hoe dat beter kan.