Nieuws

Broeikasgasemissie op Koeien & Kansen-bedrijven in beeld

Gepubliceerd op
2 december 2019

Alle Koeien & Kansen bedrijven en de KTC De Marke hebben in 2018 een broeikasgasemissie van gemiddeld 1145 kilogram CO2-equivalenten per ton meetmelk. Dit zijn de broeikasgassen die volledig aan melk zijn toegerekend. In 2018 werd 86% van de totale uitstoot van broeikasgassen aan melk toegerekend en 14 procent aan vlees. In 2017 lag het percentage voor melk op 82%.

Uitstoot per bedrijf

Over 2018 is met de KringloopWijzer voor 17 Koeien & Kansen-bedrijven (inclusief De Marke) weer een gemiddelde broeikasgasemissie berekend per ton meetmelk. In 2017 lag dit op gemiddeld 1150 kg CO2 per ton meetmelk (gebaseerd op een gemiddelde van 19 Koeien & Kansen-bedrijven). In 2017 werd 82% van de totale broeikasgasemissie op de Koeien & Kansen-bedrijven aan melkproductie toegerekend en 18% aan vleesproductie. De toerekening vindt plaats door de verhouding van de totale kilogrammen afgeleverde melk te vergelijken met de kilogrammen afgeleverd vlees van levende dieren (netto afgevoerde koeien, pinken en kalveren). Figuur 1 laat de resultaten over 2018 zien. Omdat in 2018 minder vlees is afgevoerd dan in 2017, is 86% van de totale uitstoot van broeikasgassen toegerekend aan de melkproductie. Dit is 4% meer dan in 2017.

Figuur 1: Broeikasgasemissie op Koeien & Kansen-bedrijven in 2018
Figuur 1: Broeikasgasemissie op Koeien & Kansen-bedrijven in 2018

In dit figuur zijn niet meer de resultaten van twee bedrijven te zien waarvan we begin 2018 afscheid hebben genomen. In het artikel over 2017 zijn de resultaten van die bedrijven nog wel vermeld.

Methaanemissie door pensfermentatie

Figuur 1 laat zien dat de gemiddelde uitstoot van broeikasgassen op de Koeien & Kansen-bedrijven in 2018 ongeveer 1145 kg CO2-equivalenten per ton melk is. Ruim 40% daarvan komt door de emissie van methaan die vrijkomt bij pensfermentatie. Bedrijf 12 heeft met 430 kg CO2-eq. de laagste methaanemissie door pensfermentatie. Dit bedrijf houdt weinig jongvee aan en voert in 2018 een energierijk rantsoen (>1000 VEM kilogram droge stof). Met dit energierijk rantsoen en weinig jongvee realiseert dit bedrijf een hoge voerefficiëntie van 1,3 kg meetmelk per kilogram droge stof.

Bedrijf 11 heeft met ruim 530 kg CO2-equivalenten per ton melk de hoogste methaanemissie door pensfermentatie. Dit bedrijf voert met meer dan 60% gras en graskuil een relatief energiearm rantsoen met iets meer dan 960 VEM kilogram droge stof.

Emissie uit stal en mestopslag

De emissie van methaan en lachgas uit de stal en mestopslag is voor de Koeien & Kansen-bedrijven gemiddeld ongeveer 180 kg CO2-eq. per ton melk. De Marke heeft met 42 kg CO2-eq. per ton melk de laagste uitstoot van lachgas en methaan uit de stal en mestopslag. Dit bedrijf voert in 2018 een rantsoen met weinig gras engraskuil (iets meer dan 40%) en vrij veel krachtvoer (27%). Door de goede vertering van dit rantsoen komt er relatief weinig vezelrijk materiaal in de mest terecht wat leidt tot een beperking van de methaanemissie. Naast weinig gras in het rantsoen heeft De Marke een emissiearme stal en mestvergisting. Mestvergisting en afvoer van verse mest uit de stal verlaagt de methaanemissie vanuit de opslag. Bedrijf 7 heeft met 215 kg CO2-eq. per ton melk de hoogste emissie van lachgas en methaan uit de stal en mestopslag. Dit bedrijf past in de zomer naast beweiding ook zomerstalvoedering toe. Het gevoerde rantsoen is met 57% gras en graskuil en slechts 17% krachtvoer vezelrijk zodat er veel onverteerde plantenresten in de mest achterblijven die leiden tot een hoge emissie van methaan in de put.

Emissie bij het produceren van voer

Bij het produceren van voer komt lachgas vrij. De hoeveelheid is afhankelijk van de bemesting. Bij bewerken van het land en voeren van het voer wordt diesel verbrand. De gemiddelde emissie bij het produceren van voer is op de Koeien & Kansen-bedrijven ongeveer 145 CO2-eq. per ton melk. Op bedrijf 12 is de emissie bij het produceren van voer met bijna 85 kg CO2-eq per ton melk het laagst. Dit vrij intensieve bedrijf met beweiding had een lage stikstofbemesting in 2018 en kon vrij weinig gras en maïs oogsten. Onder andere hierdoor bleef de uitstoot van lachgas bij de voerproductie beperkt.

Op bedrijf 3 en 5 is de emissie bij produceren van voer meer dan 300 kg CO2-eq per ton melk. Deze twee bedrijven hebben voornamelijk veengrond. Door omzetting van organisch materiaal op veengronden komt veel lachgas vrij.

Broeikasgassen uit aanvoerbronnen

De uitstoot van broeikasgassen uit aanvoerbronnen vindt niet direct op het bedrijf zelf plaats, maar zijn indirect toe te rekenen aan het melkveebedrijf omdat producten of diensten worden aangekocht. Het gaat dan bijvoorbeeld om aangekocht water, energie, ruwvoer, krachtvoer en kunstmest. In 2018 is de emissie uit aanvoerbronnen gemiddeld ongeveer 350 kg CO2-eq. per ton melk op de Koeien & Kansen-bedrijven. Bedrijf 2 heeft met ongeveer 220 kg CO2-eq. per ton melk de laagste emissie uit aanvoerbronnen. Dit bedrijf teelt veel krachtvoer- en krachtvoervervangers zelf en heeft daarmee een lage emissie van broeikaskassen via de aanvoer van krachtvoer. Bedrijf 13 heeft met ruim 420 kg CO2-eq. per ton melk de hoogste broeikasgasemissie uit aanvoerbronnen. Dit bedrijf heeft een vrij lage zelfvoorzieningsgraad voor ruwvoer en koopt daarom veel voer aan.

Droogte

In 2018 hadden veel bedrijven te maken met droogte en daardoor moest veel voer worden aangekocht. Dit leidde tot een hogere emissie van broeikasgassen uit aanvoerbronnen. Bedrijven die de tekorten vooral met krachtvoer hebben opgevuld hebben te maken met een hogere broeikasgasemissie dan bedrijven die meer ruwvoer hebben aangekocht. Het kost immers meer energie om de grondstoffen voor krachtvoer, zoals soja, uit het buitenland te telen en aan te voeren dan graskuil of maïskuil uit de directe omgeving aan te voeren.

Broeikasgassen uit de melkveehouderij

Bij de productie van melk komen de broeikasgassen methaan, lachgas en kooldioxide vrijkomen. De belangrijkste zijn:

  • CO2 komt vrij bij de afbraak van plantenresten op het land. De planten die groeien nemen echter ook weer CO2 op bij de fotosynthese. Behalve bij afbraak van plantenresten komt CO2ook vrij bij verbranding van fossiele brandstoffen. Dat kan op het bedrijf plaatsvinden door het rijden met een trekker of het uitvoeren van loonwerk, maar ook indirect door het verbruiken van stroom, het aankopen van bedrijfsmiddelen, het aankopen van krachtvoer of het transport van voer naar het bedrijf.
  • Methaan ontstaat bij ontbinding van plantaardig materiaal. Dit gebeurt bij vertering van voer door herkauwers en door vertering van voerresten tijdens de opslag van dierlijke mest.
  • Lachgas ontstaat bij productie, opslag en toediening van stikstofhoudende meststoffen, maar vooral bij de afbraak van organisch, stikstofhoudend materiaal in de bodem.

In 2017 was dit gemiddeld 1150 kg CO2 per ton meetmelk (gebaseerd op een gemiddelde van 19 Koeien & Kansen-bedrijven). Deze hoeveelheid CO2 kwam bij de productie van melk vrij. In 2017 werd 82% van de totale broeikasgasemissie op de Koeien & Kansen-bedrijven aan melkproductie toegerekend en 18% aan vleesproductie. De toerekening vindt plaats door de verhouding van de totale kilogrammen afgeleverde melk te vergelijken met de kilogrammen afgeleverd vlees van levende dieren (netto afgevoerde koeien, pinken en kalveren).