Nieuws

Bodemkwaliteit en bemestingsadviezen

Gepubliceerd op
18 januari 2016

‘Differentieer bemesting op basis van opbrengstpotentie én stikstofleverend vermogen (NLV) van de bodem’ kwam als beste tip uit de bus op de themamiddag over bemestingsadviezen en bodemkwaliteit. De bijeenkomst werd georganiseerd door de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV).

‘Voedingsstoffen zijn er niet om te verliezen, maar om in de kringloop te houden’, zo opende Claude van Dongen namens LTO de middag. Bert Philipsen vervolgde: ‘De meeste bemestingsadviezen zijn opgesteld bij Goede Landbouw Praktijk en gemiddelde bodemkwaliteit. Doel van deze middag is samen te kijken naar welke invloeden er zijn vanuit de bodem op de adviezen en welke handvatten dat al wel of niet kan bieden voor de praktijk van morgen.’ Gerard Velthof gaf een overzichtelijke introductie op het begrip bodemkwaliteit, een integrale benadering van 6 factoren.

Bodemtemperatuur of T-som

Gerard Ros, projectmanager bij NMI, adviseerde om in het voorjaar goed op de T-som te letten. Pas als de T-som hoger is dan 300 raadt hij aan kunstmest te strooien (zie ook het Bemestingsadvies, blz 13). Dit advies leidde tot de nodige discussie in de zaal. ‘Is de T-som niet enorm achterhaald’, vroeg één van de deelnemers. ‘Kunnen we niet veel beter kijken naar de bodemtemperatuur?’, vroeg een ander. Ros antwoordde daarop dat de bodemtemperatuur inderdaad een goed inzicht geeft. ‘Maar deze methode is praktisch lastig uitvoerbaar en het vraagt om een meting per perceel. Er loopt momenteel een onderzoek naar het combineren van T-som en bodemtemperatuur’.

Kies rassen met betere beworteling

De bezoekers luisteren hier naar Bert Philipsen van Wageningen UR
De bezoekers luisteren hier naar Bert Philipsen van Wageningen UR

Volgens Nick van Eekeren, onderzoeker bij het Louis Bolk Instituut, doen melkveehouders er goed aan als ze zich meer zouden focussen op de beworteling. Dit heeft invloed op de nutriëntenbenutting, waterbenutting, bodemstructuur, organische stof en de voeding van het bodemleven. De eerste tip die Van Eekeren geeft is om te kiezen voor specifieke grasrassen met betere beworteling. ‘Er is een duidelijke relatie op dit gebied. Het zou goed zijn als kwekers daar meer onderzoek naar zouden doen.’

Kalk

Na het verhaal van Arjan Reijneveld werkzaam bij Eurofins-Agro/BLGG ontstond discussie over complexheid van de bodem. Dat vraagt eigenlijk om een stappenplan. De eerste stap van je stappenplan is te kijken naar de pH van je maispercelen. Op heel veel percelen is deze onder de 5 en dat is te laag. Als het organische stofgehalte hoger is, is er meer kalk nodig.

Tips van loonwerkers

Vier loonwerkers vertelden hoe zij steeds meer proberen structuurbederf in de bodem te voorkomen. Han Jansen uit Wijhe heeft op de meeste van zijn machines druk-wisselsystemen ingebouwd. Middels buffertanks voorop de trekker en in het chassis van de opraapwagen kan hij snel van druk wisselen.

Kees van Dun uit Rutten rijdt zoveel mogelijk met enkel spoor op het land en denkt na over de te volgen route over het land. Als het erg nat is werkt hij met rupsbanden.

Louis Claessens van loonbedrijf Volkerink in Heino vertelt dat hij bij natte oogstomstandigheden kleinere silagewagens gebruikt. Bij het grashakselen rijden zijn chauffeurs niet harder dan 14 kilometer per uur.

In het veen werkt Jan de Vries uit Stolwijk. Hij pleitte voor Onder Water Drainage (OWD). Met OWD blijft je waterspiegel vlak. Daardoor heb je meer werkbare dagen in het jaar en blijft de watervoorziening ook in droge zomers op peil.

Adviezen

Alle sprekers eindigden met tips voor de deelnemers. Hieronder staan ze in volgorde van meer naar minder op gestemd, maar de verschillen waren klein.

  • Differentieer bemesting op basis van opbrengstpotentie én stikstofleverend vermogen (NLV)
  • Ken je perceel en/of onderzoek je perceel zodat je gericht kunt bemesten met de juiste technieken.
  • Leg meer nadruk in managementkeuzes op verbetering van de intensiteit en diepte van beworteling.
  • Besteed meer aandacht aan keuze machines, banden en bandenspanning dan aan maisrassenkeuze.
  • Zorg voor goede analyse, passend bemestingsplan en een zorgvuldige uitvoering (minimaal gewicht en lage bandendruk).
  • Benut de informatie van het grondonderzoek
  • Onder Water Drainage moet meer toegepast worden, ‘optimale’ vochtvoorziening in de wortelzone is essentieel op veengrond

Meer informatie