Nieuws

Spaanse melkveehouderij op zoek naar betere marktpositie

Gepubliceerd op
3 juni 2014

Een succesvolle organisatie van de zuivelketen is een voorwaarde voor het opbouwen van een sterke zuivelafzet en daarmee voor een hoge melkprijs. Dat bleek tijdens een bezoek aan Spanje, waarin informatie-uitwisseling centraal stond.

De Spaanse overheid en de melkveehouders zijn op zoek naar hogere melkprijzen en een groter aandeel van de marges die binnen de zuivelketen worden verdiend. Spanje probeert daarvoor te leren van andere landen. Een betere samenwerking tussen melkveehouders en verwerkers lijkt hiervoor cruciaal. En de Spanjaarden willen graag leren hoe wij dat in Nederland voor mekaar hebben gekregen.

Economische crisis

De economische recessie waar Spanje in zit, heeft de koopkracht van veel huishoudens flink aangetast. Momenteel is ongeveer 25% van de beroepsbevolking werkloos. De vooruitzichten zijn nu wel iets positiever omdat de werkloosheid afgelopen jaar licht is gedaald. De afname van de koopkracht, die de hoge werkloosheid heeft veroorzaakt, heeft ook de markt voor zuivelproducten beïnvloed. De consument is meer en meer gaan kiezen voor goedkope zuivelproducten. Huismerken in plaats van A-merken en meer en meer aankopen in grote goedkope supermarkten. De Spaanse marktkenners geven aan dat hierdoor ook de melkprijs af boerderij flink is gedaald. Melkveehouders en hun organisaties hebben herhaaldelijk geprotesteerd tegen het stunten met zuivelproducten door supermarkten, wat wordt gezien als een belangrijke aanleiding voor de lage melkprijs. Organisaties van melkveehouders doen voortdurend een beroep op de Spaanse overheid om hier een eind aan te maken en om te werken aan een eerlijker prijsvorming in de zuivelketen. Uit opmerkingen van overheidsfunctionarissen blijkt ook dat dit voor hen een belangrijk zorgpunt is. En dat is mede aanleiding voor de Spaanse overheid om argwanend te kijken naar de gevolgen van de afschaffing van de melkquotering. Daar waar men nu de melkprijs voor boeren al als te laag ervaart, bestaat de zorg dat deze vanaf 2015 alleen maar lager zal worden door de toevoer van extra melk uit andere delen van Europa, met name Frankrijk.

Meer coöperaties gewenst

Spanje is niet zelfvoorzienend voor zuivel. Ongeveer 30% van de geconsumeerde zuivel wordt geïmporteerd, waarvan het grootste deel uit Frankrijk komt. Franse bedrijven nemen via overnames van zuivelfabrieken ook een steeds groter deel van de melkverwerking in Spanje voor hun rekening. Ook dit is een ontwikkeling die melkveehouders zorgen baart, omdat men van mening is dat deze bedrijven proberen om de Spaanse melkprijs laag te houden. Om een hogere melkprijs te krijgen, zouden melkveehouders en overheid graag meer coöperaties willen oprichten. Momenteel wordt 38% van de Spaanse melk verhandeld via coöperatieve afzet en 21% wordt ook verwerkt door coöperaties. Dat laatste percentage zou men graag willen laten stijgen, maar dat lukt maar niet. Er is onder melkveehouders veel wantrouwen naar verwerkers toe en dat belemmert constructief overleg. En de bestaande coöperaties slagen er niet in om hun marktaandeel te vergroten door bijvoorbeeld nieuwe leden aan zich te binden. Mede door de recessie is er ook weinig animo om te investeren en nieuwe initiatieven op te pakken. Tijdens bijeenkomsten met sectorpartijen werd duidelijk dat iedereen het heil verwacht van de overheid. Die doet haar best om met wetten de positie van de melkveehouders in de keten te verbeteren, maar vervolgens is het aan de melkveehouders zelf om via keteninnovaties, het opbouwen van marktmacht en samenwerking binnen de keten hun eigen positie te verbeteren. En dat proces komt maar niet van de grond.

Prijsafspraken lukken niet

In de afgelopen jaren is veel energie gestoken in wettelijk verplichte overeenkomsten tussen melkveehouders en melkafnemers waarin voor langere tijd prijsafspraken worden gemaakt over de melkprijs. Daarbij gaat het niet alleen om afspraken over een vaste prijs, maar vooral over afspraken waarbij de prijs is gekoppeld aan een index voor zuivelproducten. Tijdens de discussies over deze melkcontracten bleek dat veel melkveehouders aarzelen om langdurige contracten af te sluiten, mede in verband met fluctuerende melkprijzen. Ze willen een periode met een hoge prijs niet missen! Terwijl sommige zuivelverwerkers aangeven dat ze liever langer durende contracten willen, zodat ze meer zekerheid krijgen over hun melkaanvoer.

Nederlandse structuur koesteren

Het zal duidelijk zijn: van een positieve stemming over de zuivelmarkt die in Nederland sterk aanwezig is, is in Spanje geen sprake. Na afloop van de conferentie in Spanje landt het besef eens te meer dat we in Nederland een sterke zuivelkolom hebben: een sterk coöperatieve structuur, een sterke internationale marktpositie, samenwerking binnen de keten en melkveehouders die gericht zijn op ondernemen in plaats van afwachten zijn hele sterke punten van de Nederlandse melkveesector. Dat sterke model wil iedereen graag kopiëren, maar dat blijkt nog niet zo makkelijk. Vooral niet omdat de typisch Nederlandse manier van samen ondernemen heel moeilijk te kopiëren is. Een kijkje in het buitenland maakt duidelijk dat niet alleen ‘een lage kostprijs’ de ontwikkeling van de melkveehouderij bepaalt, maar dat een succesvolle organisatie van de keten zeker zo belangrijk is. Dat draagt bij aan het realiseren van een goede melkprijs.

Deze bijdrage aan de Spaanse conferentie is deels uitgevoerd vanuit het project ‘Kostprijsvergelijking met het buitenland’, dat wordt gefinancierd door het Productschap Zuivel.